RUP GRAVENHOF | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
COLOFON
1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Het college besliste op 20 december 2004 tot de opmaak van een masterplan voor de cultuurcentra van Antwerpen. O.a. het geplande cultuurcentrum van het district Hoboken maakt deel uit van dit masterplan. De ambitie van het masterplan is een duidelijk herkenbaar netwerk van cultuurcentra uit te bouwen, waarbij deze centra als motor fungeren van het socio-culturele leven in de districten/wijken/buurten en/of in de grootstedelijke context. Deze maatschappelijke ambitie dient weerspiegeld te worden in het masterplan voor de restyling van de infrastructuur. Op 1 december 2006 werden Poponcini & Lootens ir architecten bvba aangesteld om, in een eerste fase, een masterplan op te stellen voor de restyling van de diverse stedelijke cultuurcentra. Het masterplan werd op 22 juni 2007 afgerond. Op 14 september 2007 startte Poponcini & Lootens ir architecten bvba met de opmaak van het dossier voor Hoboken. Hierna diende de stad op 19 juni 2008 bij RWO Vlaanderen een bouwaanvraag (goedkeuring college 13 juni 2008) in voor het cultuurcentrum Gravenhof in Hoboken. Het Agentschap Natuur en Bos en het Agentschap Onroerend Erfgoed formuleerden een negatief advies:
Daarnaast vraagt RWO Vlaanderen een aantal engagementen vanwege de stad en het district:
Als reactie werden het programma van eisen voor het toekomstige cultuurcentrum beperkt en werd op 30 maart 2010 gestart met de opmaak van het parkbeheerplan. Dit parkbeheerplan werd goedgekeurd op 15 juli 2011. De bepalingen uit het Harmonisch Park- en Groenbeheerplan Gravenhof zijn bepalend voor de inplanting van het gereduceerde cultuurcentrum.
Een grote beslissende factor is de omvang van de theaterzaal, die met zijn bijfuncties de hoofdmoot uitmaakt van de nieuwbouwoppervlakte en dan ook directe impact op bomen en het park heeft.
Om het hele project nog zinvol te houden is de capaciteitsondergrens voor de theaterzaal 120 zitplaatsen. In het programma van eisen is een theaterzaal van 156 plaatsen en een café met 50 zitplaatsen en terras opgenomen.
De totale bruto oppervlakte bedraagt ongeveer 1877m².
Hiernaast zijn parkeermogelijkheden nodig: artiesten- en personeelsparking van 4 wagens, 1 vrachtwagen en 2 mindervaliden. De parkeerplaats voor vrachtwagen zal zich bevinden aan de laad- en loskade en maximaal voor een grote bestelwagen of lichte vrachtwagen bedoeld zijn. 1.2 Situering figuur 1: topokaart Het studiegebied bevindt zich in de kern van Hoboken, vlakbij de kerk en het winkelcentrum van de Kioskplaats. Het vormt één van de groene longen in het dicht bebouwde gebied. figuur 2: luchtfoto Het RUP wordt in het noorden begrensd worden door de Louisalei. De oostelijke grens wordt bepaald door de tuinen van de gebouwen langs de Kioskplaats. In het zuiden vormt de tuinmuur op de perceelsgrens met de parking van het warenhuis een begrenzing. De westelijke grens wordt gevormd door de Lambrechtsstraat. Het domein Gravenhof vormt de hoek van een groot bouwblok dat begrensd wordt door enkele karaktervolle woonstraten. Het domein is vrij toegankelijk vanuit de Louisalei en via een paar toegangen langs de Lambrechtsstraat. In het ruimere bouwblok bevinden zich een warenhuis met parking en gesloten bebouwing. Aan de kant van de Kioskplaats zijn er handelszaken en horeca gesitueerd. Aan de overzijde van Louisalei ligt er een grote openbare parking met 43 plaatsen. De stad Antwerpen is eigenaar van het perceel waar het RUP op toepassing is. De aangrenzende percelen in het bouwblok zijn privé-eigendommen. 1.3 Relatie met het s-RSA Om de leefkwaliteit te verhogen, moet het stedelijk gebied zijn inwoners groene ruimten kunnen aanbieden om elkaar te ontmoeten, te recreëren en te ontspannen. Deze groene ruimten hoeven er niet allemaal uit te zien als parken of stadsbossen. Open landschappen dragen bij tot de diversificatie van groene ruimten in en rondom de stad. Om hun gebruikswaarde voor de inwoner van de stad te verhogen, dienen deze zones toegankelijk te zijn voor het publiek, door middel van paden voor voetgangers en fietsers. Figuur 3: Groene ruimtes in Hoboken 1.3.1 Ecostad Naast de belangrijke verbindingen (tussen bestaande of beschermde, uitgeruste groengebieden, recreatieve voorzieningen en de woongebieden) zijn er een aantal puntvormige elementen die de stedelijke parkstructuur vervolledigen. De aangelegde parken, kasteeldomeinen en oude militaire structuren (forten) en kleine bossen vormen sterke puntvormige elementen. Ze moeten geïntegreerd en bewaard worden, mits enkele noodzakelijke herstelmaatregelen. Dit dient te gebeuren in functie van een betere integratie van de – zowel huidige als toekomstige – voorzieningen. 1.3.2 Dorpen en metropool: beeldbepalende en beeldondersteunende gebouwen Het cultuurhistorisch erfgoed bepaalt in belangrijke mate de identiteit van de dorpen en de metropool. Het behouden en beschermen van dit erfgoed vormt een belangrijk aandachtspunt bij de verdere stedelijke ontwikkeling. In het algemeen kan aangenomen worden dat de open ruimten, thans bestemd en door de stad beheerd als park, met daarin de eventueel gelegen gebouwen, tevens cultuurhistorische waarde hebben wanneer zij een historische band hebben met het district en daarmee hun identiteit hebben bepaald of bepalen. Historisch waardevolle en beeldbepalende panden moeten indien mogelijk behouden en zorgvuldig gerenoveerd blijven. Nieuwe toevoegingen moeten geïntegreerd zijn in het straatbeeld en duurzaamheid beogen. De gebouwen moeten kunnen gebruikt worden voor de leefwijzen van vandaag, zonder te vervallen in een mogelijke banaliteit van utilitaire vervangingsbouw. Een evenwichtsoefening moet worden gemaakt tussen het stringent vastleggen van monumentale en beeldbepalende gebouwen en het inbouwen van flexibiliteit die creatieve oplossingen op maat toelaat. Een verbeterde doordringbaarheid van gebouwen en bouwblokken moet mogelijk blijven. 2 ONTWIKKELINGSVISIE 2.1 Visie Het park Gravenhof vormt de schakel tussen de nieuwe woonontwikkeling Groen Zuid en het centrum van Hoboken. De komst van de talrijke nieuwe bewoners van Groen Zuid zorgt voor een nood aan een betere ontsluiting van het centrum doorheen het Gravenhof. Vanuit Groen Zuid zal een doorsteek voor voetgangers en fietsers via het park Gravenhof en de aangrenzende parking met de Kioskplaats gerealiseerd worden.
Een woonontwikkeling langs het park aan de zijde van de GB parking behoort ook tot één van de mogelijkheden.
Het park Gravenhof zal als aantrekkelijke groene ruimte de ruimtelijke relatie met het centrum verbeteren en voor een heropwaardering van dit centrum zorgen. 2.2 Doelstellingen 2.2.1 Park als verbindend element Het park Gravenhof vormt de logische verbinding tussen de woonontwikkeling van Groen Zuid, via de open ruimte gebruikt als parking, met de Kioskplaats in het centrum van Hoboken. Bij voorkeur heeft het park langs elke zijde een toegang zodat de toegankelijkheid en betrokkenheid met de omgeving maximaal is. De inkom langs de zijde van de Louisalei moet duidelijker vormgegeven te worden. Om de verbinding met de Kioskplaats te garanderen wordt voorgesteld om in het zuiden een nieuwe toegang te voorzien door de muur deels te verwijderen. Zo kan vanuit het centrum het park toegankelijk gemaakt worden.
Door het creëren van looplijnen in het park wordt het park meer betrokken bij de circulatie van de directe omgeving waardoor meer beweging ontstaat en bezoekers het park gebruiken.
Wandelpaden zijn een belangrijke infrastructuur in het park. Om de kenmerkende stijl van het park door te zetten kunnen de nieuwe paden slingerend aangelegd worden. 2.2.2 Respect voor het beeldbepalend herenhuis en koetshuis Het herenhuis Gravenhof met haar koetshuis zijn beeldbepalend voor Hoboken. De gebouwen moeten zich kunnen aanpassen aan het hedendaags gebruik. Een openbare functie in aansluiting met de parkfunctie lijkt de beste slaagkansen voor de gebouwen te hebben. Duurzame hedendaagse architectuur in combinatie met het behoud van het herenhuis en het koetshuis moet toegelaten worden zonder te vervallen in een mogelijke banaliteit van utilitaire vervangingsbouw. 2.2.3 Parkeren buiten het park Het parkgebied moet zo veel mogelijk gevrijwaard blijven van verharde oppervlaktes voor parkeerplaatsen. Voor diensten en personeel worden 4 parkeermogelijkheden aansluitend aan de bebouwing voorzien en 2 plaatsen voor mindervaliden. Daarnaast moeten fietsenparkings aanwezig zijn.
Parkeerplaatsen voor bezoekers moeten buiten het projectgebied op wandelafstand voorzien worden. 2.3 Concepten en gewenste ruimtelijke structuur Het park heeft langs elke zijde minimaal één toegang zodat de toegankelijkheid en betrokkenheid met de omgeving maximaal is.
In het zuiden wordt een nieuwe toegang voorzien door de scheidingsmuur open te breken. De wandelpadenstructuur zorgt ervoor dat een rondwandeling kan gemaakt worden door het park. Een belangrijk aandachtspunt is de potentiële impact van het nieuwe gebouw op enkele gewaardeerde bomen. De waardebepaling van de bomen uit het Harmonisch Park- en Groenbeheerplan moet gevolgd worden. Dit geldt alvast voor twee beeldbepalende bomen, die in gevaar komen wanneer de constructie al te dicht tot bij de bomen wordt doorgetrokken. Toch is niet enkel de afstand tot deze bomen bepalend voor de impact, maar zeker ook de werfzone bij de aanleg van de nieuwbouw. De inplanting van de uitbreiding is zodanig ingepland zodat de volledige bouw- en werfzone van deze gebouwen buiten de kruinen van de bomen vallen. De bebouwde zone wordt aan de rand van het park geconcentreerd tegen de Lambrechtsstraat aan zodat de open ruimte van het park en bijgevolg de parkfunctie zelf gevrijwaard wordt. Bovendien ontstaat zo een relatief compact volume dat de huidige bebouwde zone maximaal omvat en aansluit bij de bebouwing in de Lambrechtsstraat. In de bouwplannen worden het herenhuis en het koetshuis bewaard. Het nieuwe gedeelte bestaande uit polyvalente ruimte en foyer worden ingepland naast en tussen deze bestaande gebouwen. De kiosk en de vijver maken deel uit van het park. Nieuwe spelelementen kunnen in het park geïntroduceerd worden.
3 VOORSCHRIFTEN 3.1 Algemene voorschriften 3.2 Bijzondere voorschriften 3.2.1 Zone voor maatschappelijke functies (Ma) Het gebied wordt bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen. De bestemming is in functie van het inrichten van een cultuurcentrum met foyer op het gelijkvloers. Andere toegelaten functies zijn cultuur, bibliotheken, onderwijs en educatie, kinderopvang, seniorenwerking,… Het herenhuis en het koetshuis zijn aangeduid als waardevol en mogen bijgevolg niet worden afgebroken. De uiterste bouwlijn valt samen met de zonegrens. Er hoeft niet tot tegen deze zonegrens worden gebouwd. Om de waardevolle bomen in het park te beschermen mogen er geen constructies komen tot in de wortelzone van de bomen. In de nieuwbouw zal een theaterzaal ingericht worden. De verbinding tussen de theaterzaal en het herenhuis wordt voorzien door een bouwvolume waarin zich de foyer en de inkom bevinden. Hierdoor blijven het herenhuis en het koetshuis herkenbaar en wordt een cluster van drie gebouwen gevormd (herenhuis, koetshuis, theaterzaal) die onderling gelinkt worden met een lagere bebouwing. De toegangen tot de gebouwen is vrij zodat er toegangen kunnen ingericht worden aan de straatzijde als aan de parkzijde. 3.2.2 Zone voor groen (Gr) De zone wordt ingericht als openbaar park. Doorheen het park wordt een verbinding voor voetgangers en fietsers aangelegd. Deze verbindt de Kioskplaats met het woonproject Groen Zuid. Tijdelijke constructies zoals tenten, podia en bijhorende tafels, banken, stoelen,… zijn toegelaten. Speelplekken, rustplekken, verlichtingsapparatuur, het bewegwijzeren en het plaatsen van informatieborden van openbaar nut (zoals wegwijzers en seinborden) zijn toegelaten zolang deze het overwegend en uitdrukkelijk groene karakter van de zone respecteren. Het aantal fietsparkeerplaatsen wordt door de bouwcode vastgelegd. De toegangen naar de parking en de levering door de brouwer en levering van kantoorbenodigdheden gebeurt via de Louisalei. De laad- en loszone voor theatertechnisch materiaal gebeurt langs de zijde Lambrechtstraat. Voor de inrichting van het park worden de bepalingen vanuit het Harmonisch Park- en Groenbeheerplan Gravenhof gevolgd. De paardenkastanje en de rode beuk zijn de kostbaarste bomen in het park en dienen behouden te blijven. 54 bomen in het park werden goedgekeurd, 3 bomen hebben een verhoogde zorgplicht, voor 4 bomen is nader onderzoek nodig, 8 bomen zijn attentiebomen en 11 bomen zijn afgekeurd. Het is aan te raden om meer jonge bomen aan te planten op plaatsen waar veroudering in het park voorkomt. Tijdens de bouwwerken worden de parkbomen beschermd. De overheid is bevoegd voor het ontwerp, het beheer en het onderhoud van de zone voor openbaar park. Alle verhardingen worden aangelegd in waterdoorlatende materialen.
4 GEVOLGEN EN ACTIES TER REALISATIE 4.1 Gevolgen voor de feitelijke en of juridische bestaande toestand Na de inwerkingtreding van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, worden de bestemmingen en de bijhorende voorschriften van het gewestplan, die binnen de begrenzing van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan liggen, opgeheven en vervangen door de bestemmingsvoorschriften van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Volgende bestemming van het gewestplan nr. 14 Antwerpen (KB 03/10/1979) worden door de opmaak van dit RUP effectief opgeheven: 4.1.1 Op te heffen strijdige voorschriften
Artikel 5.1.0. De woongebieden De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal- culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. 4.1.2 Ruimteboekhouding De bestemming wordt opgeheven en vervangen door bovenstaande bestemmingszones. Dit resulteert in volgende ruimtebalans:
4.1.3 Register planschade en planbaten Het register van de planschade, planbaten en compensatievergoeding wordt opgemaakt zoals bedoeld in artikel 2.2.2. §1, eerste lid, 7° en 8° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de planschade is terug te vinden in artikel 2.6.1 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de planbatenheffing is te vinden in artikel 2.6.4 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1. en volgende van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. De regeling over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet van 27 maart 2009 houdende de vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. De tekst van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van het decreet grond- en pandenbeleid kan geraadpleegd worden op www.ruimtelijkeordening.be, rubriek wetgeving. De tekst van het decreet gebruikerscompensatie kan geraadpleegd worden op www.codex.vlaanderen.be, zoekterm "gebruikerscompensatie". Dit register geeft, conform de geciteerde wetgeving, de percelen weer waarop een bestemmingswijziging gebeurt die aanleiding kan geven tot vergoeding of heffing. Hierbij wordt rekening gehouden met de "richtlijn voor digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing" dd. oktober 2009. De opname van percelen in dit register houdt dus niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden. Dit register werd aangemaakt door het plan, zoals het gold vóór de bestemmingswijziging digitaal te vergelijken met het huidige plan. In een aantal gevallen verschilt de cartografische ondergrond waarop de bestemmingen werden ingetekend in het oude en het nieuwe plan. Daarom kunnen bij de digitale vergelijking beperkte fouten optreden. Het register moet met dat voorbehoud geraadpleegd worden. Op bijhorende kaart wordt een overzicht gegeven van de percelen die vermoedelijk aanleiding geven tot planschade, planbaten, bestemmingswijzigingscompensatie of kapitaalschade. 4.2 Uitvoerbaarheid 4.2.1 Toegankelijkheid In het kader van de toegankelijkheid van gebouwen en openbare ruimten wordt elke aanvraag tot vergunning die betrekking heeft op een publieke ruimte voor advies voorgelegd aan het Centrum voor Toegankelijkheid Provincie Antwerpen (Boomgaardstraat 22, bus 101, 2600 Antwerpen; tel. 03 240 56 47 of www.provant.be, Welzijn, Toegankelijkheid) alvorens de stedenbouwkundige vergunning af te leveren. De aanvrager dient alle nodige informatie te verstrekken die nodig is om de toegankelijkheid te evalueren. Onder publieke ruimte wordt verstaan: de openbare en niet-openbare gebouwen die voor het publiek toegankelijk zijn, met inbegrip van de praktijken voor vrije beroepen, de openbare en niet-openbare wegen die voor het publiek toegankelijk zijn, alsook elk ander domein, infrastructuur, gebouw of plaats die voor het publiek toegankelijk is. 5 BIJLAGE A:FEITELIJKE TOESTAND 5.1 Luchtfoto 5.2 Topografische kaart figuur 5: topokaart 5.3 Eigendomsstructuur figuur 6: eigendomsstructuur 6 BIJLAGE B: JURIDISCHE TOESTAND 6.1 Gewestplan figuur 7: gewestplan Het projectgebied is volledig gelegen in woongebied. Volgens artikel 5.1.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen geldt voor de woongebieden: De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. 6.2 Bijzondere plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen Binnen het plangebied komen geen geldende BPA's voor. Het plangebied grenst wel aan het RUP Scanfil. RUP Scanfil werd opgemaakt ter realisatie van een nieuwe woonontwikkeling op de voormalige bedrijfsterreinen van Alcatel-Bell. Sinds de stopzetting van de activiteit faciliteert het RUP de herontwikkeling van de site tot de nieuwe woonontwikkeling Groen Zuid en voorzieningen nabij het centrum van Hoboken. 6.3 Secorale plannen 6.3.1 Deelmobiliteitsplan Zuidrand - Stad Antwerpen Het mobiliteitsplan voor stad Antwerpen geeft per verkeerscategorie een aantal doelstellingen en aandachtspunten aan. Voor zowel voetgangersverkeer als fietsverkeer (lokale en bovenlokale functionele routes worden klemtonen gelegd op de volgende aspecten:
Voor de aanwezige verkeersaders geldt: De Louisalei, die aan de noordzijde van het park grenst, kent verschillende functies inzake mobiliteit. Het functioneel fietsroute netwerk definieert deze straat als ‘Bovenlokale fietsroute’, route voor regionaal ontsluitend openbaar vervoer (Streekbus). Ter hoogte van het Gravenhof staat dit stuk, samen met het noordelijk deel van de Kioskplaats, ingetekend als ‘zwart punt’. Ter hoogte van de Kioskplaats, komen verschillende functies samen zoals de stedelijk verbindende stadtram/stadlijn, de stedelijke en wijkontsluitende busverbindingen, bovenlokale, alternatieve bovenlokale en lokale fietsroutes. Ten zuidwesten bevindt zich een spoorweg met Hoboken station. 6.3.2 Wijkcirculatieplan, Hoboken-centrum Het wijkcirculatieplan voor Hoboken centrum werd opgemaakt door de studiebureaus Stramien en Langzaam Verkeer (2004). Dit plan bevat een uitgebreide inventaris van de situatie en knelpunten voor het centrum van Hoboken. De Kioskplaats en de Louisalei komen hierin vaak aanbod gezien de verschillende functies die ze dienen te vervullen. Het plan geeft duidelijke richtlijnen voor het verbeteren van de weginfrastructuur voor de Louisalei en Kioskplaats in functie van de knelpunten. Voor het park zelf zijn geen maatregelen vermeld. Parkeren Over het algemeen zijn er parkeerproblemen voor het commercieel centrum Hoboken. Tijdens de piekmomenten zijn er problemen net ten zuidwesten van het Gravenhof en er zijn structurele parkeerproblemen zuidwaarts van de supermarkt aan de Kioskplaats. Het plan stelt dat de problematiek integraal bekeken moet worden en doet een aantal suggesties voor de creatie van bijkomende parkeergelegenheden op bestaande parkings in privégebruik, zoals de parking van de supermarkt, die van het sportcentrum Extra Time en langs de Hertoglei en het schoolterrein van het St.-Agnes na de openingsuren. Ruimtelijk beeld Het plan benoemt het belang van groenstructuren en de relatie tot de leesbare verkeersstructuur. Hierin dienen de aanwezige groenstructuren te worden geïntegreerd. Sluipverkeer Sluipverkeer op de Lambrechtsstraat wordt eveneens als een knelpunt aangeduid in het plan. Onoverzichtelijke verkeerssituatie Het kruispunt Berkenrodelei-Kioskplaats/Loiusalei, ten Oosten van het Gavenhof, word aanzien als een ruimte met onoverzichtelijke verkeersituatie. De maatregelen die voorgesteld worden op de Louisalei in relatie met de verkeerssituatie rond het Gravenhof zijn:
6.3.3 Harmonisch Park- en Groenbeheerplan Gravenhof Het plan werd in de collegezitting van 15 juli 2011 goedgekeurd. In het document wordt een visie opgesteld voor verschillende elementen van het gebied: locatie uitbreiding CC Gravenhof, het voormalige serregebouw en de parkeergelegenheden. Locatie nieuwbouw uitbreiding Gravenhof In deze visie worden twee locaties voor een nieuwbouw, ter uitbreiding van het kasteel met herbestemming tot jeugd- en cultuurcentrum, overwogen en vergeleken. De eerste langs de Lambrechtsstraat en een tweede aan de parkzijde ter hoogte van de vijver. Het college heeft in zitting van 15 juli 2011 beslist om de uitbreiding ter hoogte van de Lambrechtstraat te voorzien met behoud van het koetshuis. Er wordt uitgegaan van een eerder bescheiden nieuwbouw in een gereduceerd programma van eisen, waarbij de hoofdfunctie bestaat uit een polyvalente zaal van 156 personen. Een belangrijk nadeel is de potentiële impact van een nieuw gebouw op enkele gewaardeerde bomen. Twee beeldbepalende bomen komen in gevaar wanneer de constructie al te dicht tot bij de bomen wordt doorgetrokken. Toch is niet enkel de directe afstand tot deze bomen bepalend voor de impact, maar zeker ook de metersbrede werfzone bij aanleg van de nieuwbouw (cfr. negatief advies van ANB op de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning). In het nieuwe ontwerp wordt rekening gehouden met de grenzen die aangegeven worden door het harmonisch park- en groenbeheerplan. Het initiële programma van eisen voor de culturele invulling van het bestaande en nieuwe gebouw heeft geleid tot de opstelling zoals voorgesteld in de visie van Omgeving. Het programma van eisen kan terug verzoend worden met een ontwerp in constellatie van twee gebouwen zodat de volledige werfzone van deze gebouwen buiten de kruinen van de bomen valt. Ook voor de werfzone wordt rekening gehouden met de grenzen die aangegeven worden door het harmonisch park- en groenbeheerplan. Het inplanten van het gebouw aan de Lambrechtsstraat biedt, ondanks de toename in bebouwing aan die zijde, de mogelijkheid om de gesloten zijde van het park meer open te maken en de relatie van het park met de omgeving te versterken. De aanvoer van goederen van en naar het gebouw vanuit de straatzijde (via een laadkade) vormt verder geen negatieve impact op het park. Parkeergelegenheid Om de impact van een bijkomende parkeerdruk in de buurt te beperken, bestaat de meest realistische optie uit het sluiten van een overeenkomst voor medegebruik van bestaande parkeercapaciteit, meer bepaald de parking van de aanpalende GB Carrefour of het complex Extra Time, … Het betrekken van parking GB geniet daarbij de voorkeur omdat dit mee de visie ondersteunt om een bijkomende nieuwe toegang te voorzien om de ontsluiting naar het centrum te realiseren. Tevens kan het dubbelgebruik een aanleiding zijn om de ruimte op te waarderen. Het is een zeer grote open ruimte in het centrum en de huidige ruimtelijke kwaliteit is ondermaats als open ruimte in een centrumgebied. De gesprekken tussen AG Vespa en GB hebben echter tot niets geleid. 6.3.4 Parkeeronderzoek Hoboken-Centrum De stad Antwerpen en het district Hoboken wensen door dit parkeeronderzoek een duidelijker inzicht te krijgen in de parkeersituatie in het centrum van Hoboken. Hiervoor zijn twee concrete aanleidingen:
De conclusies zijn: In de zone waar het Gravenhof zich bevindt doen zich geen problemen voor. Overdag is er eerder een normale bezetting, zonder overaanbod of overbezetting. Tegen de avond is de bezetting wel aan de hoge kant, zonder evenwel problematisch te zijn. Door het woonkarakter van deze straten is dit een normaal fenomeen. Er is een evenwicht tussen kort- en langparkeerders, waarbij de bijna de helft van alle wagens toebehoort aan kortparkeerders, maar de langparkeerders een grotere impact hebben op het aantal vrije plaatsen. Overdag behoort vermoedelijk ruim 60% van de wagens toe aan bewoners. In deze zone kunnen overdag tot 17u eventueel nog een 30-tal bijkomende parkeerplaatsen worden bezet, vooraleer kan worden gesproken van een hoge bezetting. Na 17u is er quasi geen overaanbod meer. De lege plaatsen overdag zijn vooral in de westelijke straten gelegen, dus iets verder van het centrum. 6.3.5 Verkeerstellingen en herkomst –bestemming onderzoek Hoboken-Centrum Het onderzoek kadert binnen het aftoetsen van het mobiliteitsoncept in het masterplan: de voorgestelde verkeersafwikkeling, zoals het verkeersvrij houden van het centrum en het doorgaand verkeer. In het circulatievoorstel blijft de rijrichting van de straten (Louisalei, Lambrechtsstraat, Kapelstraat, Emiel de Harvenstraat) rond Gravenhof behouden. Voorstel is om het eerste deel van de Kioskplaats éénrichtingsverkeer te maken vanaf de Antwerpsesteenweg. 6.3.6 Masterplan Hoboken Het masterplan werd op 28 september 2012 goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen. In het masterplan worden een aantal concepten opgenomen. Het Gravenhof maakt deel uit van het concept ‘centrumfiguur’. De omgeving van de kerk, het Broydenborgpark en de Kioskplaats - Lelieplaats maken hier ook deel van uit. De voorgestelde ingrepen voor het park zijn:
6.3.7 Cultuurbeleid De stad Antwerpen heeft in haar Cultuurbeleidplan 2008-2013 de krijtlijnen uitgezet voor de ontwikkeling van de wensen omtrent de ontwikkeling van het Gravenhof. Belangrijke functies worden hieraan gekoppeld. De eerste strategische doelstelling voor het lokaal cultuurbeleid (SD CS03) wordt als volgt omschreven in het cultuurbeleidsplan: Alle bibliotheekvestigingen, cultuurcentra en andere culturele voorzieningen beogen met hun werking een maatschappelijke impact en brengen een dynamiek teweeg in hun buurt, district of in de stad. Om dit te bereiken zal de werking van deze instellingen tegen 2013 gekenmerkt worden door een brede toegankelijkheid en openheid. De instellingen ondernemen actie opdat het recht op vrije tijd, in zake cultuur, voor iedereen, ongeacht socio-economische situatie, geslacht, leeftijd, geaardheid, handicap, etnisch-culturele afkomst, gewaarborgd wordt. Het cultuurbeleidsplan beoogt een inclusieve werking. Daarom is het culturele luik van het lokaal sociaal beleid mee in deze doelstelling verwerkt. Ook gemeenschapsvorming en diversiteit worden inclusief benaderd. Dat betekent dat aandacht voor deze aspecten terug te vinden is in alle geformuleerde doelstellingen. Bij de uitwerking werd rekening gehouden met de adviezen van de diversiteitsdienst en de werkgroepen lokaal sociaal beleid. Deze doelstelling beantwoordt aan volgende algemene passages uit het bestuursakkoord:
Voor het Gravenhof in Hoboken (HO3.1.1) wordt hieronder het volgende vermeld: “In overleg met het stadsbestuur werk maken van een snelle invulling van het kasteel Gravenhof voor jeugd-, cultuur- en seniorenwerking” Het gedeelte van Hoboken werd op cultureel vlak als ‘blinde vlek’ aangeduid. Hiervoor werden concrete doestellingen vooropgesteld. Het Masterplan Cultuurcentrum Hoboken dient de Infrastructurele invulling mee te onderzoeken (OD 1) De operationele doelstelling (OD 1) wordt uitgesplitst in twee:
6.3.8 Jeugdbeleidsplan 2011-2013 Doelstelling CS12: Antwerpen is een kinder- en jongerenmetropool. Kinderen, tieners en jongeren hebben voldoende ruimte in de stad (CS12) ND1: Tegen 2013 is er voldoende veilige en toegankelijke fuif- en experimenteerruimte voor jongeren en het jeugdwerk. OD1: Tegen 2013 is er in elk district minstens 1 lokaal jeugdcentrum. In bepaalde districten is er een duidelijke nood naar een lokaal jeugdcentrum, omdat er te weinig infrastructuur is, of omdat er weinig partners zijn om mee samen te werken. De jeugddienst hanteert een duidelijk onderscheid tussen lokale en bovenlokale jeugdcentra. Het verschil zit in de uitstraling van het jeugdcentrum - bovenlokaal of lokaal - , de financiële ondersteuning, de professionele omkadering en de link met de districten. In sommige districten zullen nieuwe vestigingen komen die zich meer zullen situeren in de WKJ (Werking Kansarme Jongeren)-sector. Zij zullen uitgebaat worden door een partner uit de jeugdwerksector en zullen ook voor deze specifieke doelgroep werken. Als actie zal in Hoboken in de Louisalei het kasteel Gravenhof verbouwd worden tot cultureel ontmoetingscentrum en lokaal jeugdcentrum (inclusief de jeugddienst). 6.4 Bouwkundig erfgoed 6.4.1 Louisalei Geasfalteerde beboomde straat, in 1890 aangelegd tussen Kioskplaats en spoorweg, in het verlengde van de Antwerpsesteenweg. De lei is bebouwd met rijkere rijhuizen en alleenstaande landhuizen van twee tot drie bouwlagen uit het einde van de 19e en voornamelijk 20e eeuw.
6.4.2 Louisalei 5 Het gebouw aan de Louisalei 5 grenst aan het projectgebied. Het is een enkelhuis in eclectische stijl met neorenaissance-elementen, van ca. 1900. Het gebouw bestaat uit een bakstenen lijstgevel en twee bouwlagen onder een mansardedak met o.m. een verhoogd dakvenster. Het gebouw beschikt over een markant balkon en borstweringen met balusters. 6.4.3 Louisalei 7 Het zogenaamde "Gravenhof", sinds 1979 politiebureau bestaat uit een alleenstaand herenhuis in eclectische neo-Vlaamse renaissancestijl van 1897, gelegen in een mooie landschapstuin met vijver. In 1937 werd het gebouw aanzienlijk vergroot. Het complex bestaat uit een rechthoekig herenhuis van twee bouwlagen onder een gecombineerde leien bedaking. Tegen de Lambrechtsstraat bevindt zich het bakstenen koetshuis onder een leien schilddak. In de tuin is er een paviljoentje met knoestige stijlen onder een rieten kegeldak.
7 BIJLAGE C: BELEIDSCONTEXT 7.1 Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is het kader op Vlaams niveau voor de afweging tussen diverse vormen van ruimtegebruik. Het is sinds 1997 van kracht als kader voor het ruimtelijk beleid en loopt tot 2007. Het studiegebied behoort tot de Vlaamse ruit, het stedelijk gebied afgebakend tussen Brussel, Gent, Antwerpen en Leuven. Antwerpen vormt een grootstedelijk gebied. Belangrijke aspecten met mogelijke relevantie voor het Gravenhof die worden aangehaald, zijn:
7.2 Provinciaal Ruimtelijk structuurplan Antwerpen Het ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen (RSPA) bepaalt de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid dat de provincie Antwerpen wil voeren. Het vormt een verfijning van uitspraken die reeds in het RSV werden gedaan en met betrekking tot het gemeentelijk ruimtelijk beleid bevat het een aantal concrete taakstellingen en selecties, die een sterke doorwerking hebben naar het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het RSPA verdeelt de provincie Antwerpen in 4 hoofdruimten: de Antwerpse fragmenten, de Noorderkempen, de Oostelijke netwerken en het Netegebied. Hoboken en de omliggende behoren tot de deelruimte van de Antwerpse fragmenten, als onderdeel van het stedelijk netwerk ‘Vlaamse Ruit’. Samen vormen ze mee het Grootstedelijk gebied Antwerpen. Voor het Gravenhof zijn mobiliteit en ruimtegebruik van belang. Binnen het uitgangspunt ruimtegebruik stelt de provincie voorop leegstand en inefficiënt gebruik niet te kunnen dulden in deze kernen, dus ook voor het parkgebied. Mobiliteit is binnen deze deelruimte een belangrijk item waarbij het ruimtelijk beleid en de randvoorwaarden die het stelt sterk gericht zijn op de herontdekking van de mogelijkheden voor langzaam verkeer. Stedelijke vernieuwing, een optimale functie invulling voor het Gravenhof past perfect binnen de visie van de provincie voor deze deelruimte waarbij belangrijke aandachtspunten als doorlopende fietsroutes en behoud van de groene elementen in acht moeten genomen worden.
7.3 Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen zie Hfdst 1 -Relatie met het s-RSA 8 BIJLAGE D: NOTA GROEN EN NOTA PARKEREN 8.1 Nota Groen Hoboken Centrum waarin het Gravenhof zich bevindt heeft 8,1 m² buurtgroen per inwoner. Vergeleken met Hoboken is dat een lage score. Voor het district bedraagt het cijfer 24,6 m². Ten noorden van het Gravenhof wordt de woonwijk Groen Zuid ontwikkeld. In deze wijk komt een park van meer dan 2 hectare. Hierdoor stijgt het buurtgroen in Hoboken centrum naar 9,1 m² buurtgroen per inwoner. Volgens de norm blijft er echter per inwoner nog 4 m² groen tekort. figuur 9: open ruimte en groen 8.2 Nota Parkeren Met de komst van het cultuurcentrum wordt uitgegaan van een parkeerbehoefte van een 40-tal plaatsen op donderdag-, vrijdag- en zaterdagavond. Deze moeten op wandelafstand van het terrein beschikbaar zijn. 8.2.1 Voorziene parkeerplaatsen op het terrein Er worden 6 parkeerplaatsen voorzien (4 voor artiesten en personeel en 2 voor mindervaliden) en een ruime fietsenstalling aan de voorzijde van het gebouw. De parkeerplaatsen voor het personeel zullen gebruikt worden voor dienstwagens. Aan de achterzijde van het gebouw ter hoogte van de theaterzaal wordt een kleine laad- en loskade aangelegd. Op vraag van de vergunnende overheid, meer bepaald op advies van Agentschap Natuur en Bos, werden de buitenaanlegplannen herzien met het oog op een maximaal bewaren en vrijwaren van het groen rondom het bestaande en nieuwe gebouw. De inrit tot de laad- en loskade werd in deze optiek verlegd naar het bestaande tracé vanuit de Lambrechtstraat. De fietsenstalling blijft wel bewaard op het terrein dicht bij de ingang om dit type van vervoer maximaal te promoten. Buiten fietsenstalling, laad- en loskade en de mindervalidenplaatsen worden geen bijkomende verhardingen voorzien voor voertuigen op het terrein. Het spreekt voor zich dat deze aanpassingen de omgevingsaanleg en de aanvraag ten goede komen en dus zeker te verantwoorden zijn. 8.2.2 Bijkomende parkeermogelijkheden in de buurt Uit de berekeningen van de parkeercapaciteit blijkt dat er tijdens de dag voldoende parkeeraanbod is in de buurt. De zone die begrensd wordt door Louisalei - Cockerillplaats - Kapelstraat – Kioskplaats heeft een capaciteit van 151 parkeerplaatsen met een gemiddelde dag-nacht bezetting van 101 = 67%. ’s Avonds kent dit een piek tot een bezetting van 127 plaatsen. figuur 10: parkeerzone Tijdens de avond is er door het akkoord met Extra Time bvba en de parkings op iets verdere afstand (max 7 min wandelen) voldoende parkeeraanbod. Ook voor de grote evenementen, zelfs deze die maar enkele keren per jaar doorgaan, is er voldoende parkeeraanbod door de combinatie van de verschillende mogelijkheden. Op 25 juli 2012 is door de stad Antwerpen en Extra Time bvba een principeovereenkomst goedgekeurd. In deze overeenkomst verleent Extra Time bvba het medegebruik van de bestaande parking aan de Louisalei 24. Het medegebruik wordt toegestaan voor een periode van 3 jaar, ingaande op de opening van het cultuurcentrum. Dit medegebruik omvat het gebruik van 40 staanplaatsen op de parking, 3 avonden per week vanaf 19.45 (donderdag-, vrijdag- en zaterdagavond) en tijdens occasioneel georganiseerde grotere activiteiten op een andere moment. De parking in de Hertoglei tot aan de inrit van het sportcentrum heeft een capaciteit van 55 plaatsen (bezettingsgraad 85%= 46). De gemiddelde bezetting bedraagt 33 en ‘s nachts 25. Gemiddeld kunnen er 13 (46-33=13) parkeerplaatsen gebruikt worden door bezoekers van het cultuurcentrum. Bijkomende parkeermogelijkheden in gedeeld gebruik zijn:
Voor de percelen ten zuiden van het Gravenhof waar een supermarkt gevestigd is wordt een bouwblokproject Gravenhof-Kioskplaats opgestart. Op het terrein kan een nieuwe ontwikkeling komen met bvb handel, wonen en parkeren. Dit project heeft ook als doel een verbinding te creëren met het Gravenhof en Groen Zuid. Deze verbinding is ook opgenomen in het masterplan Hoboken Centrum. Op langere termijn kunnen de parkeerplaatsen in dit gebied gedeeld gebruikt worden met de bewoners, het winkelend publiek en de bezoekers van het cultuurcentrum. figuur 11: masterplan Hoboken; visie Gravenhof Het openbaar vervoer zal gepromoot worden bij de bezoekers. Het cultuurcentrum is bereikbaar met:
9 BIJLAGE E: SCREENING OP MOGELIJKE MILIEUEFFECTEN 9.1 Watertoets Zoals voorzien in het decreet integraal waterbeheer wordt het plangebied afgetoetst op zijn ligging binnen overstromingsgevoelige gebieden. Dit gebeurt door het raadplegen van de kaartlagen van de watertoets. Het plangebied ligt niet in een van nature overstroombaar gebied, in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen. Het plangebied is niet erosie gevoelig. Het plangebied is zeer gevoelig voor grondwaterstroming. Het plangebied is niet infiltratie gevoelig. Er wordt niet verwacht dat het RUP negatieve effecten zal hebben voor wat de waterhuishouding betreft.
In de voorschriften van het RUP is bovendien bepaald dat: de verharding in waterdoorlatende materialen wordt uitgevoerd. 9.2 Externe mensveiligheid Deze paragraaf heeft specifiek betrekking op het aspect externe (mens)veiligheid zoals bedoeld in de Seveso II-richtlijn, of, m.a.w. de risico's waaraan mensen in de omgeving van Seveso-inrichtingen (kunnen) blootgesteld worden ten gevolge van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in die inrichtingen. Binnen de begrenzingen van dit RUP zijn geen bedrijven aanwezig met de status Seveso-inrichting. Binnen een straal van 2 km liggen twee hoogdrempelige Seveso inrichtingen: In westelijke richting: Umicor Precious Metals Refining, Adolf Greinerstraat 14, 2660 Antwerpen, 147690. Seveso.263. In noordelijke richting: Alca Petroleum Company, D’Herbouvillekaai 100, 2020 Antwerpen, 149161. Seveso.145. Of een ruimtelijk veiligheidsrapport opgesteld zal worden, wordt bepaald n.a.v. het advies op de MER-screening. 9.3 Milieueffectenrapport
De screeningsprocedure naar aanleiding van RUP Gravenhof is afgerond. Er is een screeningsnota opgemaakt, de adviesinstanties werden opgevraagd en aangeschreven. Het volledige dossier werd opgestuurd naar de dienst MER.
De dienst MER heeft geconcludeerd dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan MER niet nodig is.
voetnoot 1 Bron: Kennes H., Plomteux G. & Steyaert R. met medewerking van Wylleman L. & Himler A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in in Vlaanderen 3ND, Brussel - Turnhout.
|