1.2 Historiek

 

1.2.1 Historiek ‘anno 1899’: de oorspronkelijke constructie van het ringspoor

In Antwerpen reden de treinen richting Nederland op straatniveau door de stad, ongeveer via de route Rotterdamstraat - Hollandstraat – Trapstraat. Dit resulteerde in lange wachttijden aan de overwegen. Daarom besloot men in 1871 om in het oosten een ringspoor aan te leggen rond de stad, dicht tegen de stadswallen aan. De ringspoorweg werd in gebruik genomen op 1 januari 1873. Aan dit ringspoor ontstonden de stations Borgerhout (nu Antwerpen-Oost), station Zurenborg (nu Antwerpen-Schijnpoort) en station Stuyvenberg (nu Antwerpen-Dam). De Belgische Staatsspoorwegen zorgden voor de verdubbeling van de sporen vanaf 1881. Omdat er nog steeds klachten kwamen, besloot men in maart 1891 om een nieuw station te bouwen voor Antwerpen Centraal, en de sporen van het ringspoor op een vijf meter hoge berm te leggen, en zo alle overwegen in Antwerpen af te schaffen. Dit gebeurde deels op volle grond en deels op gemetselde boogconstructies, de zogeheten ‘Centers’. Het benodigde zand haalde men uit de Kalmthoutse Heide. In 1899 werden de werken aan het verhoogde ringspoor voltooid.

En aanvullend uit andere bronnen:

De werken voor de ophoging van de spoorweg werden aangevat in 1895. Over een lengte van 1500 meter, met name van de De Keyserlei tot de Zurenborgstraat, werd een berm opgeworpen van 5,96 meter hoogte die naar de nieuwe vestingen toe geleidelijk tot op het grondpeil zou afzakken. Ter hoogte van Ploegstraat, Lange Kievitsstraat, Plantin en Moretuslei, Provinciestraat en Arendsstraat werden stenen tunnels aangebracht en aan de Belgiëlei een metalen brugconstructie. Als gevolg hiervan diende men ook de ringspoorweg rond de stad op te hogen. Na vele besprekingen werd in 1871 beslist om een ringspoorweg om de stad heen aan te leggen om het oponthoud van het wegverkeer aan de overwegen te verminderen. De ringspoorweg – in gebruik sinds 1873- was langsheen de nieuwe vestinggordel een vervanging van vroegere verbindingen door bebouwde stadswijken. Ter hoogte van de Draakplaats werd een bogenviaduct van 75 meter gebouwd. Dit gebeurde ook tussen de zogenaamde "Herentalse Poort" en de "Leopoldpoort", ongeveer ter hoogte van huidige Stenenbrug en Luitenant Naeyaertplein langsheen de Engelselei (Borgerhout), waar over een lengte van 850 lm een volledig met bogen opengewerkte structuur tot stand kwam. De ophogingswerken en bouw der viaducten worden toegeschreven aan ingenieur C. Van Bogaert in samenwerking met Jan Van Asperen.

De verhoogde bermen binnen de ringspoorweg ‘de Centers’, worden aan weerszijden bekleed met velerlei kleurige steensoorten afkomstig van Belgische groeven, ter hoogte van de sporen afgezet met ijzeren of stenen leuningen en kunstig vermeerderd met torens, torentjes, sculpturen, smeedwerk en mozaïeken. De vele torentjes geven toegang tot de dwars onder de sporen doorlopende spaarvelden in het metselwerk der gewelven, die ten gevolge van de zware trillingen regelmatig moeten worden geschouwd.

1.2.2 De verdubbeling van het ringspoor

In 1925 werd de capaciteit van het ringspoor vergroot door de verdubbeling van het aantal sporen tot vier. Om dit te bekomen werd aan de zijde van de huidige Singel, een aarden wal tegen de bestaande spoorwegberm aangestort. Hierbij werden de Centers niet steeds eerst afgesloten: in de meeste Centers is de aarden wal zichtbaar en neemt hij een significant stuk van de ruimte in beslag.

In de meeste Centers werd een stenen of betonnen keermuur geconstrueerd van 1 lm hoog om steenstortingen en –lawines om te vangen. Deze komen frequent voor wanneer verzakkingen in het spoorbermlichaam via bijstortingen en aantrillen gerepareerd worden.

Ook de oostelijke waterafvoer werd niet vakkundig aangepast. De spuwers werden gewoon afgebroken, waardoor er waterinsijpeling voorkomt tussen de spaargewelven en de Centerbogen.

Daarnaast blijkt dat de dakdichting tussen de spoorweg en het gewelf zelf op verschillende plekken onvoldoende te zijn. Hier en daar zijn bovenaan vochtplekken vast te stellen.

Deze historische uitbreiding ligt aan de oorzaak van de huidige problemen met de waterhuishouding in de Centers.

Er zijn vier onderdoorgangen behouden aan deze verhoogde spoorweg: een bakstenen brug bestaande uit vier brede segmentbogen aan het Lt. Naeyaertplein, en verderop bruggen van gietijzer en beton aan de Jan de Laetstraat, Turnhoutsebaan en Stenenbrug. Sinds de ondergrondse spoorverbinding (2006) krijgt dit ringspoor nauwelijks (of zelfs) geen personentransport meer ‘over zich’. Als ontsluiting voor goederentraffic is en blijft dit een onmisbaar traject voor de NMBS. Momenteel is dit één van de drukst bereden spoorwegen van het land. Na de geplande tweede spoorwegontsluiting zal het goederenverkeer hier weliswaar afnemen maar het afbouwen of verlaten van dit tracé is voor de NMBS geen piste. De opgehoogde spoorweg is enerzijds een geluidsbron met al het doorrijdend treinverkeer maar dient anderzijds, tot op bepaalde hoogte, ook als een geluidswal voor het autoverkeer van de Ring en de Singel.

 

 [image]

 [image]

 [image]

 

Historische kaart / Ferraris 1777

Historische kaart / 1846_1854

Historische kaart / 1873

 [image]

 

 

 

 [image]

 [image]

Historische kaart /1904

Historische kaart / 1959

Historische kaart / 1961

 

 [image]