RUP SPORTPARK HET ROOI | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
COLOFON
Filip Smits
Ivo Hoppers
Virge Smets
Bedrijfseenheid Stadsontwikkeling
Katrien Van den Bergh 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding In 2012 werd door de stad Antwerpen op vraag van het district Berchem en de sportdienst een ontwikkelingskader opgemaakt voor het sport- en recreatiegebied het Rooi. Een aantal concrete vragen en projecten maakten het noodzakelijk om een ruimtelijk kader op te stellen voor het gebied: de bouw van een nieuwe sporthal, de overkapping van enkele tennisvelden, de aanleg van nieuwe korfbalvelden en de vernieuwing van de stedelijke voetbalinfrastructuur die gebruikt wordt door Berchem Sport. Ondertussen zijn de nieuwe sporthal, de overdekte tennishal en de korfbalinfrastructuur gerealiseerd.
Voor de vernieuwing van het voetbalstadion en de infrastructuur van de jeugdwerking werd door de stad in juni 2015 een planproces opgestart. Om de vernieuwing te kunnen financieren onderzoekt de stad de mogelijkheden om samen met de private markt een project te realiseren en zo het gehele sportpark het Rooi te kunnen voltooien; het vernieuwde voetbalstadion vormt immers het sluitstuk van het sportpark. Met een gepaste inrichting dient tegelijkertijd de toegankelijkheid tot het sportpark verhoogd te worden en de zichtbaarheid vanuit de omgeving gewaarborgd te worden. Het voorstel tot combinatie van nieuwe voetbalinfrastructuur met commerciële en gemeenschapsvoorzieningen biedt tevens een antwoord op tekorten in voorzieningen op wijkniveau, aangetoond in een omgevingsanalyse uitgevoerd door de stad. In deze studie werden onder andere een supermarkt, assistentiewoningen, een dienstencentrum en jeugdwerking aangeduid als tekorten op voorzieningenniveau.
De huidige bestemming van het sportpark wordt vastgelegd in het gewestplan en is vandaag gebied voor dagrecreatie. Voor de uitvoerbaarheid van een gemengde ontwikkeling is het noodzakelijk om een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op te maken die de verschillende bestemmingen toelaat. Parallel met het planproces worden een parkeeronderzoek en een mobiliteitseffectenrapport (MOBER) opgemaakt, die mede invulling zullen geven aan het RUP.
In het plangebied zijn twee RUP’s van kracht op perceelsniveau: voor het tankstation Q8 en het congrescentrum ALM. Beide zullen mee opgenomen in voorliggend RUP.
1.2 Situering en afbakening van het plangebied Het plangebied ligt in het district Berchem, niet ver van de gemeentegrens met Mortsel. Het is een gebied gelegen nabij enkele grote lijninfrastructuren: de ring rond Antwerpen, de spoorweg en de Grote Steenweg, N1.
Het plangebied wordt omsloten door in het noorden de Berchemstadionstraat, in het oosten de Roderveldlaan, in het westen de Filip Williotstraat en in het zuiden de Herman Vosstraat met aansluitend de Wandelweg. Het plangebied maakt onderdeel uit van de wijk het Rooi. Ter hoogte van de Berchemstadionstraat begint de wijk de ‘Veldekens’, een gebied dat de laatste jaren werd ontwikkeld met woningen en kantoren. Ten zuiden van het plangebied liggen enkele woonblokken, daterend uit de jaren ‘70 aansluitend aan de Fruithoflaan. Ten westen van het gebied ligt een woonwijk. De oostelijke grens wordt mede gevormd door de spoorweg.
1.3 Relatie met het Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (S-RSA) Het RUP wordt opgemaakt in uitvoering van het s-RSA en moet het generiek beleid van het s-RSA mee operationaliseren. De relatie met de doelstellingen van het generiek beleid en de doorwerking hiervan in het RUP en de randvoorwaarden vanuit het actief beleid van het s-RSA zijn beschreven in de planningscontext (in bijlage).
2 ONTWIKKELINGSVISIE 2.1 Ambitie In het ontwikkelingskader het Rooi uit 2012 zijn 3 doelstellingen voorgesteld:
Een belangrijke kwaliteit van het sportpark is het open parkkarakter. Tussen de verschillende sportinfrastructuren bevindt zich een padennetwerk dat door sporters en omwonenden gebruikt wordt om zich te verplaatsen en te vertoeven. Daar tegenover staat dat het sportpark van zijn omgeving wordt afgeschermd door een gesloten schil van veelal achterkanten van gebouwen. De vernieuwing van het stadion en de voetbalinfrastructuur van de jeugdwerking geeft de mogelijkheid om het geheel te herbekijken zowel ruimtelijk als functioneel. Op deze manier kan het sportpark het Rooi beter geïntegreerd worden in de omgeving en krijgt het een nieuw ‘gezicht’. Daarbij worden volgende ambities vooropgesteld:
2.2 Ruimtelijke principes Om de ambities op niveau van het gehele sportpark Het Rooi waar te maken wordt voor de opmaak van het RUP uitgegaan van 3 ruimtelijke principes. 2.2.1 Bundeling van de bebouwing in de strip langsheen de Berchemstadionstraat Het plangebied karakteriseert zich vandaag met opeenvolgende bebouwing of een ‘strip’ langsheen de Berchemstadionstraat. De nieuwe bebouwing, te realiseren in de gemengde ontwikkeling, wil deze strip verder afwerken en een tegenwand vormen ten overstaan van de overzijde van de Berchemstadionstraat en de ontwikkeling van de Veldekens. Bij de nieuwe bebouwing is het creëren van een aanzicht voor het park een aandachtspunt.
2.2.2 Versterken van de parkstructuur Infrastructuren die zich niet in de strip bevinden, schrijven zich in in het landschap van het sportpark en zijn hier functioneel mee verbonden. Het behoud van de open structuur van het park staat immers voorop. Naast de bestaande sportvelden maakt ook het nieuwe voetbalstadion met zijn infrastructuur voor de jeugdwerking deel uit van de parkstructuur en nodigt deze uit tot medegebruik. Een weloverwogen inplanting en benadering van deze functies moet meer verblijfsruimte en informele publieke ruimte opleveren in het sportpark en zo de parkstructuur versterken en zichtbaar maken.
2.2.3 Verbeteren van de relaties met de omgeving Zichtrelaties en toegangen vanaf de straatkant tot in het sportpark zijn vandaag beperkt. De formele hoofdingang situeert zich tussen de twee sporthallen in de Berchemstadionstraat. Meer duidelijke toegangen en zichtassen zullen het parkachtige karakter van het gebied vergroten en de relaties met de omgeving verbeteren. Twee bijkomende toegangen langsheen de Berchemstadionstraat en de Roderveldlaan bedienen het stadion en moeten het sportpark in zijn geheel beter toegankelijk maken.
2.3 Programma vernieuwing stadion en jeugdwerking Voor de vernieuwing van het voetbalstadion en de infrastructuur van de jeugdwerking werd door de stad een planproces opgestart. Om de vernieuwing te kunnen financieren wordt de mogelijkheid onderzocht om samen met de private markt een project te realiseren. Dit onderzoek resulteerde in een richtinggevend programma voor de strip en het park. In de strip wordt als toekomstig programma onderzocht om een gemengde ontwikkeling te realiseren. Ter hoogte van het voetbalstadion wordt binnen de strip een ontwikkeling gepland met een 200-tal woonentiteiten (waaronder assistentiewoningen en appartementen), een dienstencentrum, een fitness en handelszaken die ondersteunend zijn aan de omgeving. Binnen de geplande bebouwing zal een inpandige parking worden voorzien om de parkeerbehoeften op te vangen van de nieuwe functies in de strip en eventueel in gedeeld gebruik van de activiteiten van het sportpark. voetnoot 1 In het park wordt gezien de slechte staat van het voetbalstadion en de bijhorende infrastructuur in het planproces een volledige vernieuwing van deze infrastructuur mogelijk gemaakt:
2.4 Ontwerpend onderzoek Ter onderbouwing van de afbakening en de krachtlijnen van het RUP heeft het team ontwerpend onderzoek van de stad Antwerpen een aantal varianten onderzocht. Het betreft geen masterplan. Na de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan zal er een marktbevraging gebeuren voor de vernieuwing van het stadion, de infrastructuur van de jeugdwerking en de jeugdverenigingen waarbij een masterplan zal opgesteld worden. Aan de hand van verschillende scenario’s werd de site ontwerpmatig afgetoetst waarbij de locatie van het stadion, de bijhorende infrastructuur en de gemengde ontwikkeling in de strip variëren:
Uit deze eerste aftasting van de mogelijkheden van de site werden volgende conclusies genomen ten aanzien van de vooropgestelde ambities:
Vanuit dit traject is er verder onderzocht wat de opportuniteiten zijn bij behoud van het voetbalveld van het stadion op zijn huidige positie. Het behoud van het veld heeft bovendien omwille van operationele redenen (mogelijkheid tot gebruik van het veld tijdens de werken) en financiële redenen (het veld werd onlangs vernieuwd en voorzien van nieuwe drainage, besproeiing en verlichting) de voorkeur binnen het planproces. Buiten het voetbalveld wordt alle bestaande infrastructuur volledig vervangen en aangepast aan de huidige noden en behoeftes. Er wordt gestreefd naar een clustering van activiteiten tussen de voetbalclub en de functies in de onmiddellijke omgeving. Daarnaast wordt ook de mogelijkheid onderzocht voor een groeiscenario voor het stadion en om zo de totale capaciteit eventueel gefaseerd te ontwikkelen. Scenario 1: strip 16.000m², stadion 4.000 plaatsen, integratie van scouts in tribune In dit scenario wordt het gehele programma in 1 ontwikkeling gerealiseerd met een stadion met capaciteit voor 4.000 toeschouwers. Centraal in het sportpark wordt de hoofdtribune opgetrokken waarbij de infrastructuur van het stadion en de jeugdwerking wordt geïntegreerd en de potentie heeft om het nieuwe ‘kloppende hart’ van het sportpark te worden. Langsheen de Roderveldlaan komt een tweede tribune, voorbehouden voor de supporters van de bezoekersploeg, waar de lokalen van de jeugdverenigingen kunnen in opgenomen worden. Het stadion krijgt een nieuw gezicht langsheen de Roderveldlaan en het sportpark heeft een nieuwe toegang die ruimtelijk duidelijk zichtbaar wordt. De strip biedt de mogelijkheid om enerzijds een pleinfunctie op te nemen als entree voor het stadion en het sportpark. Anderzijds biedt het de mogelijkheid om een gemengde ontwikkeling te realiseren van circa 16.000m².
Scenario 2: Strip 19.000m², stadion 4.000 plaatsen, integratie van scouts in tribune Binnen het ruimtelijk concept van de strip kan het tankstation, gelegen op de hoek van de Berchemstadionstraat en de Roderveldlaan, geïntegreerd worden. Rekening houdende met de richtlijnen van tankstations kan het aanleunende programma (shop, mini supermarkt) geïntegreerd worden in de gemengde ontwikkeling in de strip. In het ontwerpend onderzoek betekent dit een toename van de ontwikkelbare oppervlakte tot circa 19.000m² vloeroppervlakte.
Scenario 3: Strip 16.000m², stadion 3.000 plaatsen, scouts blijft in bestaande toestand In dit scenario wordt de tribune langsheen de Roderveldlaan in een latere fase gebouwd. Om het stadiongevoel ook in deze fase te bekomen, wordt aan deze zijde een kleinere staantribune voorzien. In dit scenario is het mogelijk om de bestaande infrastructuur van beide jeugdverenigingen te behouden.
Scenario 4: Strip 16.000m² of 19.000m², stadion 8000 plaatsen, integratie van scouts in tribune In dit scenario wordt het stadion van 4000 plaatsen uitgebreid naar een maximale capaciteit van 8000 plaatsen.
3 VOORSCHRIFTEN 3.1 Opzet van het RUP Door middel van voorliggend RUP wordt een juridisch kader gecreëerd om de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor het sport- en recreatiegebied Het Rooi vast te leggen. De ambitie is om de mogelijkheden binnen het huidige recreatiegebied te verruimen met commerciële en gemeenschapsvoorzieningen. 3.2 Afbakening Grafisch Plan Als begrenzing geldt de gewestplanbestemming recreatiegebied. In het noorden valt de grens samen met de grens van het BPA De Veldekens. 3.3 Opzet voor de voorschriften In het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) wordt de gewenste bestemming, inrichting en/of beheer gebiedsgericht vastgelegd. De voorschriften hebben een verordenend karakter, dit wil zeggen dat ze de juridische basis vormen voor het verlenen van stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen. De stedenbouwkundige krachtlijnen worden doorvertaald in het RUP. Het RUP is een evenwichtsoefening tussen het vastleggen van bepalingen om de kwaliteit te garanderen en het inbouwen van vrijheden om het inspelen op toekomstige noden en behoeften. 3.4 Zonering en opbouw RUP In het RUP zijn algemene voorschriften van toepassing evenals bijzondere gebiedsspecifieke voorschriften voor 4 bestemmingszones: zone voor Centrumfuncties (Ce), zone voor Gemengde functies (Ge), zone voor Recreatie (Re) en zone voor publieke domein (Pu). Onderstaand worden bijkomende verduidelijkingen gegeven bij de stedenbouwkundige voorschriften. Bepaalde artikels zijn vanzelfsprekend; hiervoor is geen bijkomende toelichting nodig. In betreffend geval wordt enkel de titel vermeld. Binnen de afbakening van voorliggend RUP zijn twee RUP’s van kracht, zijnde RUP ALM en RUP Roderveldlaan. Beide RUP’s worden door voorliggend RUP opgeheven. De ontwikkelingsmogelijkheden uit deze RUP’s zijn minimaal overgenomen in voorliggend RUP.
3.5 Algemene voorschriften De voorschriften zijn cumulatief met de Bouwcode die steeds moet worden toegepast. Indien er een strijdigheid is tussen beide, primeren de voorschriften van dit RUP. De algemene voorschriften zijn van toepassing voor het gehele plangebied en dus voor elke zone. 1.1 Afstemming categorieën van gebiedsaanduiding In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering op 15 mei 2009, wordt opgelegd dat een stedenbouwkundig voorschrift te allen tijde sorteert onder een categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding. De artikels 1 tot en met 4 zijn bestemmingszones; de overige artikels zijn overdrukken of indicatieve aanduidingen. 1.2 Werken van algemeen belang Onder werken van algemeen belang kan onder meer een gebouw voor warmteproductie verstaan worden. 1.3 Inpassing gebouwen in stedelijke, landschappelijke en historische context Dit is een voorschrift om bij de vergunningsaanvraag te kunnen beoordelen of de inpassing in de stedelijke, landschappelijke en historische context op een voldoende kwalitatieve manier gebeurt. Hiertoe zullen volgende aspecten beoordeeld worden:
1.4 Algemene ruimtelijke kwaliteit Ruimtelijke kwaliteit is nauw verbonden met:
1.5 Overgangsmaatregelen inzake bestemming Met dit voorschrift worden mogelijkheden gecreëerd voor functies die momenteel vergund zijn maar die volgens voorliggend RUP niet meer vergund zouden kunnen worden. Dit voorschrift is van toepassing op het gehele plangebied. 1.6 Overgangsmaatregelen inzake bebouwing en inrichting Met dit voorschriften worden mogelijkheden gecreëerd voor gebouwen die momenteel vergund zijn maar die volgens voorliggend RUP niet meer vergund zouden kunnen worden. De betreffende gebouwen kunnen instandgehouden, gerenoveerd en verbouwd worden voor zover het bouwvolume niet wijzigt. Dit voorschrift is van toepassing op het gehele plangebied. 1.7 Verlichting Bij de verlichting van onder andere de sportvelden dient lichtvervuiling voor de omwonenden beperkt te blijven. 1.8 Toegankelijkheid Dit voorschrift is van toepassing op het gehele plangebied. 1.9 Warmtenet Indien op het moment van de vergunningsaanvraag onvoldoende garanties bestaan over de beschikbaarheid van het warmtenet, wordt de warmtevoorziening voor de gebouwen collectief georganiseerd. Eén warmteproductie-eenheid per bouwvolume is daarbij een goed uitgangspunt. 1.9 Groenvoorzieningen
3.6 Bijzondere voorschriften ARTIKEL 1: ZONE VOOR CENTRUMFUNCTIES 1.1 Bestemming De bestemmingsomschrijving laat diverse hoofdfuncties toe in deze zone en sluit er ook een aantal uit. De nevenfuncties of aanhorigheden bij de toegestane hoofdfuncties zijn eveneens toegestaan ook al staan ze niet expliciet vermeld of worden ze als hoofdfunctie uitgesloten. Minimum 50% van de bruto-vloeroppervlakte op het gelijkvloers dient functies te omvatten die anders zijn dan wonen. Op die manier wordt een levendige plint gecreëerd. Parkeren wordt hierbij niet als hoofdfunctie beschouwd. Bij de bestemming dag- en verblijfsrecreatie gaat het om het aanbieden van activiteiten gericht op spel, sport, recreatie en ontspanning. Onder deze bestemming kunnen worden begrepen: muziek- en dansscholen, oefenruimten, zalenverhuur, toeristische attracties, entertainment, horeca, dag- en verblijfsrecreatie, sportterreinen en bijbehorende sportvoorzieningen, etc. De bestemming doet geen uitspraak of er al dan niet betaald hoeft te worden. Het bestaande servicestation met bijhorende handelsfunctie wordt ook expliciet toegestaan. Wel wordt de mogelijkheid vrij gelaten om deze functie als losstaand element te beschouwen of om deze functie te integreren in de totaalontwikkeling met gemengde functies. 1.2 Inrichting 1.2.1 Vrijstaand servicestation met handelsfunctie Als het servicestation behouden blijft als een vrijstaand element dan gelden specifieke voorschriften. Deze voorschriften stemmen in belangrijke mate overeen met deze van het RUP Roderveldlaan. Dit betekent ook de verplichte bouwlijn, zoals aangeduid op het grafisch plan, in dit geval niet van toepassing is. Deze geldt enkel als het servicestation geïntegreerd wordt in het geheel. 1.2.2 Overige Voor de overige bebouwing gelden eveneens bijzondere stedenbouwkundige voorschriften. 1.2.2.1 Gebouwen en constructies De toegestane bouwhoogte is enerzijds afgestemd op de maximale bouwhoogte van de kantoorgebouwen aan de overzijde van de Berchemstadionstraat. Anderzijds is bij de maximale bouwhoogte rekening gehouden met de benodigde hoogtes van ruimten waarbij gebruik gemaakt wordt van duurzame energievormen en vooruitstrevende technologieën. Om deze reden is een maximale bouwhoogte van 20m toegestaan. Om aan te geven dat deze verruimde bouwhoogte niet is ingegeven om een bijkomend programma te realiseren, is gelijktijdig ook het aantal bouwlagen vastgelegd. Er wordt geopteerd voor een kwalitatief afgewerkt gebouw dat niet enkel gericht is naar de Berchemstadionstraat maar dat ook een ‘voorkant’ heeft naar het sportpark en meer bepaald het voetbalstadion. Dit verhoogt tegelijkertijd de sociale controle in het sportpark. De toegestane constructies op het publiek domein zijn onder meer zitbanken, fietsenstallingen en luifelconstructies. 1.2.2.2 Integrale toegankelijkheid Het opzet is dat belangrijke terreinwijzigingen voor het toegankelijk maken van gebouwen binnen deze zone dienen te gebeuren. 1.2.2.3 Niet-bebouwde ruimte Aan de westzijde van de zone wordt de aanleg van een plein voorzien. 1.2.2.4 Parking De aanleg van een inpandige parking is verplicht voor de functies die in het gebouw of de gebouwen worden gehuisvest. De parkeervoorzieningen kunnen aldus ondergronds of gelijkvloers (zij het dan wel in het gebouw) worden gerealiseerd. Om een levendige plint te garanderen wordt de ruimte voor inpandig parkeren op het gelijkvloers beperkt. Belangrijk hierbij is dat het parkeren niet als hoofdfunctie wordt beschouwd. Om het aantal in- en uitritten te beperken is maximaal één aaneengesloten ondergrondse parking toegestaan ook als er meerdere gebouwen worden opgericht. 1.3 Beheer
ARTIKEL 2: ZONE VOOR GEMENGDE FUNCTIES 2.1 Bestemming De bestemmingsomschrijving laat diverse functies toe in deze zone en sluit er ook een aantal uit. De aanhorigheden bij de toegestane functies zijn eveneens toegestaan ook al staan ze niet expliciet vermeld of worden ze als hoofdfunctie uitgesloten. Hierbij wordt onder meer gedacht aan logistieke ruimten, kantoren, restaurants en andere functies die functioneel deel uitmaken van de hoofdfunctie. Bij de bestemming dag- en verblijfsrecreatie gaat het om het aanbieden van activiteiten gericht op spel, sport, recreatie, ontspanning en cultuur. Onder deze bestemming kunnen worden begrepen: muziek- en dansscholen, oefenruimten, zalenverhuur, toeristische attracties, entertainment, horeca, dag- en verblijfsrecreatie, sportterreinen en bijbehorende sportvoorzieningen, etc. De bestemming doet geen uitspraak of er al dan niet betaald hoeft te worden. De bestaande activiteiten van ALM en Anntec, als zijnde vergader- en opleidingscentrum, worden expliciet toegestaan. De kantoren en diensten kunnen behouden blijven met een maximale bruto-vloeroppervlakte van 1.500m². 2.2 Inrichting 2.2.1 Terreinbezetting Het minimale aandeel open ruimte heeft betrekking op te creëren publieke ruimte tussen de gebouwen. 2.2.2 Gebouwen en constructies De toegestane bouwhoogte aan de Berchemstadionstraat is afgestemd op de maximale bouwhoogte van de kantoorgebouwen aan de overzijde van de straat. Voor de overige bebouwing is de maximale bouwhoogte afgestemd op deze uit het RUP ALM. Er wordt geopteerd voor een kwalitatief afgewerkt gebouw dat niet enkel gericht is naar de Berchemstadionstraat of de Filip Williotstraat maar dat ook een ‘voorkant’ heeft naar het sportpark. Dit verhoogt tegelijkertijd de sociale controle in het sportpark.
2.2.3 Integrale toegankelijkheid Het opzet is dat belangrijke terreinwijzigingen voor het toegankelijk maken van gebouwen binnen deze zone dienen te gebeuren. 2.2.4 Niet-bebouwde ruimte Voor de gebouwen van ALM staan, voornamelijk in de voortuinstrook, een aantal waardevolle hoogstammen die behouden dienen te blijven. 2.2.5 Parking De aanleg van een ondergrondse parking is niet verplicht. Indien er één wordt aangelegd zijn een aantal bepalingen opgelegd. 2.3 Beheer
ARTIKEL 3: ZONE VOOR RECREATIE 3.1 Bestemming De bestemmingsomschrijving laat diverse hoofdfuncties toe in deze zone en sluit er ook een aantal uit. De nevenfuncties of aanhorigheden bij de toegestane hoofdfuncties zijn eveneens toegestaan ook al staan ze niet expliciet vermeld of worden ze als hoofdfunctie uitgesloten. Bij de bestemming dag- en verblijfsrecreatie gaat het om het aanbieden van activiteiten gericht op spel, sport, recreatie en ontspanning. Onder deze bestemming kunnen worden begrepen: muziek- en dansscholen, oefenruimten, zalenverhuur, toeristische attracties, entertainment, horeca, dag- en verblijfsrecreatie, sportterreinen en bijbehorende sportvoorzieningen, etc. De bestemming doet geen uitspraak of er al dan niet betaald hoeft te worden. Het behoud van het park staat voorop. 3.2 Inrichting 3.2.1 Terreinbezetting Er wordt een minimum aandeel park bepaald. Bij de berekening worden de percelen van het restaurant Park West en het perceel van Lakonia (deze percelen zijn op het grafisch plan gearceerd) buiten beschouwing gelaten. Momenteel is in deze zone 58% bebouwd of aangelegd met sportinfrastructuur. Dit betekent dat 42% is aangelegd als park. Om toekomstige ontwikkelingen binnen de sportsector niet te hypothekeren wordt een marge voorzien tot 75%. Dit betekent dat minimaal 25% als park dient behouden te blijven om ook het groene karakter te garanderen. 3.2.2 Gebouwen en constructies De toegestane gebouwen en constructies zijn verbonden aan de sport- en spelinfrastructuur alsook aan het park. Dit betekent dat een solitaire sporthal niet in deze zone kan worden opgericht. De scoutslokalen zijn wel vergunbaar omdat deze activiteiten huisvesten die verbonden zijn aan spelactiviteiten in open lucht. 3.2.3 Niet-bebouwde ruimte De aanleg van een openbare parking is niet toegestaan. Wel kunnen in functie van het restaurant en het saunacomplex een beperkt aantal parkeerplaatsen worden aangelegd. Ook bij de clubgebouwen kunnen een beperkt aantal plaatsen voorzien worden en dit onder meer voor mindervaliden. Inzake afsluitingen dient een optimale landschappelijke inpassing te worden gerespecteerd. Uiteraard kunnen in functie van veiligheid en onderhoud rondom de sportvelden draadafsluitingen worden geplaatst. De waardevolle hoogstammen dienen behouden te blijven. 3.3 Beheer
ARTIKEL 4: ZONE VOOR PUBLIEK DOMEIN 4.1 Bestemming De zone heeft betrekking op de omliggende wegenis rondom het sportpark. 4.2 Inrichting
ARTIKEL 5: BEHOUD CULTUURHISTORISCH WAARDEVOL GEBOUW (CP) - OVERDRUK Het restaurant dat gevestigd is binnen het cultuurhistorisch waardevol patrimonium kan behouden blijven voor zover dit patrimonium wordt gerespecteerd. Er worden zelfs ontwikkelingsmogelijkheden aan toegekend. Ook zijn andere functies toegestaan, zeker als deze minder belastend zijn voor de instandhouding van het cultuurhistorisch waardevol patrimonium.
ARTIKEL 6: OVERGANGSMAATREGELEN ONTSPANNING EN VERMAAK (OV) - OVERDRUK De bestaande activiteiten van Lakonia, met als functie ‘ontspanning en vermaak’, kunnen behouden blijven als onderdeel van het recreatiegebied.
ARTIKEL 7: BOUWLIJN – OVERDRUK In functie van een ordelijk straatbeeld is een vast bouwlijn aangeduid ten aanzien van de Berchemstadionlaan.
ARTIKEL 8: TOEGANG - INDICATIEF De 3 toegangen zijn indicatief aangeduid. Dit betekent dat de toegang niet vastligt, maar in functie van de gewenste ontwikkeling kan bepaald worden. De 3 hoofdtoegangen dienen door middel van paden met elkaar verbonden te worden om een maximale doorwaadbaarheid te waarborgen. 3.7 Terminologie De definitie van de begrippen zijn deze zoals algemeen toegepast door de stad Antwerpen. De begrippen worden aangevuld met begrippen specifiek voor voorliggend RUP.
3.8 Op te heffen voorschriften Bij de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan worden de bestemmingen en de bijhorende voorschriften van het gewestplan, het RUP ALM en het RUP Roderveldlaan, die binnen de begrenzing van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan liggen, opgeheven en vervangen door de bestemmingsvoorschriften van het RUP Het Rooi.
De voorschriften vullen de stedenbouwkundige verordeningen van de stad Antwerpen aan. De voorschriften van de verordeningen zijn onverminderd van kracht. Indien er een strijdigheid is met de voorschriften van dit RUP, primeren de voorschriften van het RUP. 3.8.1 Gewestplan Antwerpen Volgende voorschriften van het gewestplan nr. 14 Antwerpen (KB 03/10/1979) wordt door de opmaak van het RUP opgeheven:
3.8.2 RUP ALM Volgende voorschriften van het RUP ALM (besluit deputatie 13/01/2011) worden door de opmaak van het RUP Het Rooi opgeheven:
De volledige weergave van de stedenbouwkundige voorschriften is in bijlage 6 toegevoegd. 3.8.3 RUP Roderveldlaan Volgende voorschriften van het RUP Roderveldlaan (besluit deputatie 18/09/2008) worden door de opmaak van het RUP Het Rooi opgeheven:
De volledige weergave van de stedenbouwkundige voorschriften is in bijlage 6 toegevoegd.
4 GEVOLGEN EN ACTIES TER REALISATIE 4.1 Afstemming categorieën gebiedsaanduidingen Vlaams gewest In het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de RUP’s’ wordt opgelegd dat er bij de opmaak van de uitvoeringsplannen een aantal categorieën van gebiedsaanduidingen als uitgangspunt worden gebruikt. In volgende tabel wordt aangegeven in welke categorie de bestemmingszone uit voorliggend RUP valt.
4.2 Register planschade, planbaten en compensatie Het overzicht in bijlage geeft weer welke percelen ten gevolge van de bestemmingswijziging in het kader van voorliggend RUP aanleiding kunnen geven tot planschade, planbaten en/of compensatie conform de richtlijn. 5 BIJLAGE 1: KAART FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND Zie bijgevoegd 6 BIJLAGE 2: FEITELIJKE TOESTAND 6.1 Fotoreportage plangebied
6.2 Bestaande toestand 6.2.1 Bebouwings- en eigendomsstructuur Het plangebied is een open, groen en recreatief gebied dat volledig ingevuld is met volgende entiteiten:
Het gehele sportpark is eigendom van de stad en van AG Vespa. Verschillende gronden zijn in concessie gegeven of worden ter beschikking gesteld van verenigingen. Ter hoogte van de Filip Williotstraat zijn er ook een aantal gronden in particuliere eigendom.
Perceel 1 is in concessie gegeven aan Q8 en perceel 10 aan Park West. Perceel 11 is in erfpacht gegeven aan Lakonia. De grond waarop de nieuwe tennishal opgetrokken is (tussen percelen 9 en 10), is in erfpacht gegeven aan RESET. De grond erachter waarop de openluchttennisterreinen liggen is in concessie gegeven aan Fun in Tennis. De voetbalvelden, de atletiekpiste en de sporthallen op perceel 6 worden verhuurd aan diverse sportclubs. De 2 kunstgrasvelden en de helft van het sporthal ernaast zijn in concessie gegeven aan korfbalclub Minerva.
6.2.2 Groenstructuur Het plangebied is voornamelijk groen ingevuld. Volgens de biologische waarderingskaart zijn een aantal zones aangeduid als biologisch waardevol. Ter hoogte van de randen van de sportvelden zijn er bomenrijen met dominantie va n populier, met gemengd loofhout en groenstructuren aanwezig.
De weg ten zuiden van het plangebied is niet toegankelijk voor wagens. De Wandelweg is een groene dreef die toegang biedt naar de woontorens aan de Fruithoflaan in het zuiden en naar het Rooi in het noorden.
6.2.3 Ontsluiting en parkeren Het plangebied wordt voor gemotoriseerd verkeer ontsloten via de Roderveldlaan, de Berchemstadionstraat en de Filip Williotstraat. Er is een private parking ter hoogte van het stadion, die bereikbaar is via de Berchemstadionstraat. Verder beschikken ook ALM en Anntec over private parkeerplaatsen. Verder zijn er publieke parkeermogelijkheden ter hoogte van de middenberm van de Berchemstadionstraat en op de hoek van de Filip Wiliotstraat en de Berchemstadionstraat, aan het congrescentrum ALM. Er zijn ook een aantal parkeerplaatsen dwars op de rijrichting ter hoogte van de Roderveldlaan. Aan de Roderveldlaan ligt een dubbelrichtingsfietspad, de fietsostrade, waardoor het plangebied vlot bereikbaar is voor de fietser. Met openbaar vervoer is de site rechtstreeks ontsloten door de buslijnen 90, 91 en 92 die door de Fruithoflaan naar de Roderveldlaan rijden. Ter hoogte van de Grote Steenweg rijden twee tramlijnen die de verbinding vormen tussen Mortsel en het stadscentrum. Het treinstation van Berchem ligt op circa 1,5km van het plangebied.
6.3 Omgevingsanalyse Door de afdeling stadsontwikkeling is in 2015 een omgevingsanalyse gemaakt van het plangebied, Berchem stadion. De buurt en de wijk kenmerkt zich door een lage bevolkingsdichtheid, een hoger aandeel vrouwen, 65 plussers, alleenstaanden en een lager aandeel jongeren en allochtonen. Naar woondichtheid scoort deze wijk ook laag. Er is een hoog percentage appartementen en een laag aandeel sociale woningen en geen tekort aan plaatsen in een woonzorgcentrum en een klein tekort aan serviceflats (35 flats in Berchem en 20 flats in de wijk Nieuw- Kwartier Oost). voetnoot 2 Voor alle lokale woonondersteunende voorzieningen (groen, onderwijs, jeugd, sport, cultuur, welzijn) zijn de bestaande tekorten en tekortzones berekend (2013). Er werd een kwantitatieve tekorten analyse gemaakt die een ordegrootte van de tekorten weergeeft. De tekortzones geven aan waar de inplanting van een nieuwe voorziening het grootste effect heeft t.a.v. de ruimtelijke spreiding. Voorzieningen die zowel tekorten als tekortzones hebben, hebben uiteraard de eerste prioriteit. In het gebied rond Berchem stadion zijn er tekorten en tekortzones voor de volgende buurtvoorzieningen: jeugdwerk (klein tekort), mini-superette, bakker en slager. Ook zijn er tekorten (maar geen tekortzones) voor woonbuurtopenruimte. En zijn er alleen tekortzones (ruimtelijke spreiding) en geen tekorten voor basisschool, kinderopvang en apotheker. De cursief gedrukt voorzieningen hebben van alle buurten in Antwerpen het grootste tekorst in de buurt het Rooi.
Voor de wijkvoorzieningen zijn er tekorten maar geen tekortzones voor wijk open ruimte en supermarkten en alleen tekortzones en geen tekorten voor hondenloopzones en dienstencentra. Voor de volgende voorzieningen zijn er geen tekorten of tekortzones: speelterrein, buurtsportterrein, bank, huis- en tandartsen, volkstuin, DKO beeld en sporthal.
7 BIJLAGE 3: JURIDISCHE TOESTAND 7.1 Bestemmingsplannen Het plangebied is niet gelegen in een BPA of APA. Het GRUP Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen, het RUP ALM en het RUP Roderveldlaan zijn van toepassing op het plangebied. Op onderstaande kaart zijn de contouren van het RUP ALM en het RUP Roderveldlaan op het gewestplan aangeduid.
7.1.1 Gewestplan Het gewestplan Antwerpen (goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen) bepaalt volgende bestemmingen voor het plangebied van het RUP Het Rooi:
7.1.2 Gewestelijk RUP Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen Het plangebied is gelegen binnen de afbakening van het Grootstedelijk Gebied Antwerpen. De Vlaamse regering heeft op 19 juni 2009 het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen (GRUP AGGA) definitief vastgesteld. Met dit plan stelt de Vlaamse Regering twee zaken voor:
Het plan stimuleert een stedelijk gebiedsbeleid. Dit betekent dat vanuit het principe van gedeconcentreerde bundeling het stedelijk gebied wordt versterkt. Hierbij vormen ontwikkeling, verdichting en concentratie de uitgangspunten. Om uitzwerming, lintbebouwing en wildgroei van activiteiten in het buitengebied te vermijden, is dit beleid gericht op het creëren van een aanbod aan bijkomende woningen, het voorzien van ruimte voor economische activiteiten, het versterken van stedelijke activiteiten en het stimuleren van andere vormen van mobiliteit. Zo wordt een versnippering van de ruimte voorkomen. Er moet echter ook rekening gehouden worden met de draagkracht van het stedelijk gebied, niet alleen kwantiteit maar ook kwaliteit van ruimte en woonomgeving staat voorop. Het is noodzakelijk om de stedelijke gebieden te vernieuwen door het doorvoeren van onder andere een meer dynamische stadsvernieuwing en door strategische projecten. Het ontwikkelen van nieuwe woontypes en kwalitatieve leefomgevingen is een doelstelling. Er zijn geen specifieke voorschriften van kracht voor het plangebied.
7.1.3 RUP Alm Het RUP ALM is opgemaakt als gevolg van een positief planologisch attest dat door ALM Groep werd verkregen voor een bestaand vergader- en communicatiecentrum te Berchem. Het RUP ALM biedt het bedrijf de mogelijkheid om haar bestaande vergader- en communicatiecentrum uit te breiden en herin te richten. Dit impliceert dat de bestaande tuin en parkings deels kunnen worden bebouwd. Het ruimtelijk uitvoeringsplan werd goedgekeurd op 13 januari 2011. De voorschriften zijn toegevoegd in bijlage.
7.1.3 RUP Alm Het RUP ALM is opgemaakt als gevolg van een positief planologisch attest dat door ALM Groep werd verkregen voor een bestaand vergader- en communicatiecentrum te Berchem. Het RUP ALM biedt het bedrijf de mogelijkheid om haar bestaande vergader- en communicatiecentrum uit te breiden en herin te richten. Dit impliceert dat de bestaande tuin en parkings deels kunnen worden bebouwd. Het ruimtelijk uitvoeringsplan werd goedgekeurd op 13 januari 2011. De voorschriften zijn toegevoegd in bijlage.
7.1.4 RUP Roderveldlaan Het RUP Rodeveldlaan is eveneens opgemaakt als gevolg van een positief planologisch attest voor het Q8 servicestation. Het positief planologisch attest liet toe dat de veranderingswerken aan het servicestation, in toepassing van Vlarem II voorwaarden, konden gebeuren. Tevens kon de bestaande shop uitbreiden en het shopconcept vernieuwd worden. Het ruimtelijk uitvoeringsplan is goedgekeurd op 18 september 2008. De voorschriften zijn toegevoegd in bijlage.
7.2 Stedenbouwkundige verordeningen Onderstaand wordt een niet-limitatief overzicht weergegeven van geldende stedenbouwkundige verordeningen in het plangebied. Een gebiedsgericht RUP, in casu het RUP Het Rooi, heft voor het grondgebied waarop ze betrekking heeft de bepalingen van de bestaande stedenbouwkundige verordeningen die daar strijdig mee zijn, van rechtswege op. Voor zover de voorschriften van het RUP de bepalingen van de verordeningen niet overschrijven, zijn de verordeningen van toepassing.
7.3 Natura 2000 Het plangebied is niet gelegen in of in de nabijheid van Vogel- of Habitatrichtlijngebied. 7.4 VEN-gebieden Het plangebied is niet gelegen in of in de nabijheid van VEN-gebeid 7.5 Verkavelingen –en rooilijnplannen Er zijn geen verkavelingen of rooilijnplannen binnen het plangebied gelegen. Ten westen van het plangebied, ter hoogte van de Pulhoflaan ligt een verkaveling, namelijk BE/1967/V/0012. 7.6 Statuut van de wegen en waterwegen Er zijn geen waterlopen in of in de nabijheid van het plangebied. Er liggen enkele buurtwegen in het plangebied:
7.7 Beschermde monumenten landschappen en stads-en dorpsgezichten Er zijn geen beschermingen van toepassing binnen het plangebied. 7.8 Bouwkundig erfgoed Binnen het plangebied ligt er een vastgesteld bouwkundig relict, namelijk de Schaliënhoeve (AO003019 en AO003020). 8 BIJLAGE 4: PLANNINGSCONTEXT 8.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Goedgekeurd bij besluit door de Vlaamse Regering d.d. 23/09/1997 en later gewijzigd Volgende selecties zijn van toepassing:
8.2 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA) Goedgekeurd bij ministerieel besluit d.d. 10/07/2001 en later gewijzigd In het kader van RSPA behoort het plangebied tot de hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’. Dit is het deel van de Vlaamse ruit dat op grondgebied van de provincie Antwerpen gelegen is. Karakteristiek voor de hoofdruimte is de sterke verwevenheid van functies en activiteiten en de ambitie om te streven naar een stedelijke vernieuwing. De hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’ wordt nog verder uitgewerkt in zeven deelruimten. In de hoofdruimte Antwerpse fragmenten cirkelen de verschillende deelruimten rond het grootstedelijke gebied Antwerpen. Het plangebied is gelegen in de deelruimte ‘Grootstedelijk Gebied Antwerpen’. De deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’ behoudt een centrale rol en biedt ruimte aan de meest hoogwaardige functies. Dat geldt voor wonen, bedrijvigheid, dienstverlening, grootschalige voorzieningen, (bv cultuur, gezondheidszorg, recreatie,..), distributie of verkeer. Een dergelijke concentratie van functies mag niet worden verzwakt door nieuwe polen van dit niveau te creëren. In deze deelruimte wordt het zwaartepunt gelegd op de ruimtelijk-economische structuur van de provincie. Eén van de doelstellingen van het ‘Grootstedelijk Gebied Antwerpen’ is het uitbouwen van een kwalitatieve woonomgeving. De morfologische en functionele dichtheid van Antwerpen kernstad kan worden verlaagd enerzijds door het doorlopend herwaarderen van het weefsel en anderzijds door het uitvoeren van herbestemmingprojecten. 8.3 Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (S-RSPA) (goedgekeurd door de deputatie van de provincie Antwerpen op 22 december 2006) 8.3.1 Algemeen Het strategisch ruimtelijk structuurplan s-RSA werd goedgekeurd door de deputatie van de provincie Antwerpen op 21 december 2006. Voor het s-RSA is in 2013 het initiatief genomen om een evaluatie en actualisatie door te voeren. Het evaluatierapport werd op 19 december 2014 goedgekeurd en hierna werd de actualisatiefase opgestart. Het s-RSA opteert voor een subtiel ingrijpen op wat Antwerpen eigen is. Het tracht met een beperkt aantal strategische acties een maximaal stimulerend effect te hebben op de plek en zijn omgeving. Daartoe formuleert het een generiek en een gebiedsgericht actief beleid. Deze zijn complementair en kunnen niet los van elkaar worden bekeken.
8.3.2 Richtinggevend gedeelte 8.3.3 Generiek beleid Het generiek beleid beoogt de opmaak van een algemeen referentiekader dat van toepassing is op heel de stad. Het tracht zeven beelden uit het collectief geheugen te versterken: Antwerpen als Waterstad / Ecostad / Havenstad / Spoorstad / Poreuze stad / Dorpen en Metropool / Megastad. Voor elk van deze beelden is een visie ontwikkeld die op haar beurt wordt vertaald in maatregelen en acties. Volgens het beeld van ‘ecostad’ dienen er nieuwe ruimtelijke verbanden gelegd te worden tussen bestaande of beschermde, uitgeruste groengebieden, recreatieve voorzieningen en de woongebieden. Barrières (veelal mobiliteitsinfrastructuren) moeten hierbij weggewerkt worden. Deze verbindingen zijn essentieel voor het realiseren van het concept van een functionele en vormelijke complexiteit voor de open ruimte. Het ontwikkelen van de ontbrekende schakels (missing links) als kwaliteitsvolle open ruimtegebieden (toegankelijk maken) is een belangrijk onderdeel in de realisatie van de open ruimteverbindingen. De site is gelegen ter hoogte van bestaande open ruimte: ecologisch en gebruiksgroen.
Vanuit de visie ‘spoorstad’ wordt de as Mechelsesteenweg en Grote Steenweg aangeduid als territoriale boulevard. De territoriale boulevards (met tramverbinding) en de alternatieve routes (voor autoverkeer) zijn wegen die het centrum van Antwerpen verbinden met andere centra in de regio (vaak de oude steenwegen), de buurgemeenten. De tramlijnen op de territoriale boulevards worden steeds beschouwd als ruimtelijk structuurbepalend, zowel op het niveau van de straat (profielbepalend) en haar omgeving (functiebepalend) als op het niveau van de ganse stad. Ze maken van Antwerpen een ‘open’ stad voor de buurgemeenten; de tramlijnen maken deel uit van het collectieve geheugen van haar inwoners en haar bezoekers. Aanvullend bij de selectie van de tramlijnen uit het Masterplan Antwerpen en Pegassusplan worden in het structuurplan een aantal bijkomende spoorlijnen voorgesteld. De voorstellen leggen geen lijnvoering vast; het is een stelsel van hardware dat kan ingezet worden voor combinaties van trajecten te bepalen door De Lijn. De uitvoering van deze voorstellen zijn suggesties aan De Lijn en kunnen nog verder onderzocht worden aan de hand van een potentieelonderzoek. Eén van de voorstellen voor een bijkomende spoorlijn is de Roderveldlaan tussen de Fruithoflaan en het station van Berchem.
Vanuit het beeld van de ‘poreuze stad’ wordt gestreefd naar aanpassende verschijningsvormen. Porositeit is een materieel gegeven en heeft betrekking op de morfologie van de stad. Het is gerelateerd aan de verschillen in het stedelijk ruimtegebruik en de verschillende stromen van gebruikers in deze ruimte. De stedelijke ruimte en haar verschijningsvormen moeten zich kunnen aanpassen aan de steeds wijzigende omstandigheden en leefgewoonten in de maatschappij. De porositeit van de stad moet gebruikt en verbeterd worden door handelsactiviteiten, wonen en werken te integreren in elkaars nabijheid. Het terugdringen van de leegstand is hieraan gekoppeld. Buiten de Kernstad (Binnenstad + 19de-eeuwse gordel) worden de stedelijke centra en aanpalende oude wijken geselecteerd. Voor deze stedelijke centra annex oude wijken kunnen eveneens gebiedsgerichte RUP’s worden opgemaakt. Eén van deze stedelijke centra is Fruithof (dit is de buurt rond de Fruithoflaan). Mede onder de noemer van de poreuze stad is een groenstrategie uitgewerkt die erop gericht is de leefkwaliteit te garanderen. In de publieke delen moet voldoende ruimte gelaten worden voor speelruimte op wijkniveau. De ruimtelijke inventaris van groene ruimten in de stad en de inventaris tekortzones buurt- en wijkgroen, moeten ingezet worden om op stadsniveau een groennetwerk uit te bouwen.
In het beeld ‘dorpen en metropolen, policentrische stad’ wordt Fruithof geselecteerd als lokaal centrum.
Vanuit het beeld van ‘dorpen en metropolen, recreatie’ wordt het Rooi geselecteerd als cultuurrecreatieve toplocatie. Het Rooi is een bestaande cluster, die in het project van het stedelijk centrum wordt verbonden met het speelplein aan de overkant van de spoorlijn. De site bedient nu drie secundaire scholen. Het gaat om een bestaande cluster, goed gestructureerd en compact, zonder ruimtelijke tekorten. De ambitie hier is het openstellen van het gebied voor publiek gebruik. Daarnaast moet ook het recreatief medegebruik met de aanwezige sportvelden versterkt worden. De goede bereikbaarheid van het gebied wijst op een locatie voor topvoorzieningen, wel met aandacht voor het concept van de Singel en een bijkomende tram om congestie in de omgeving te vermijden.
8.3.4 Actief beleid Het actief beleid concentreert zich op vijf strategische ruimten: Harde Ruggengraat / Zachte Ruggengraat / Groene Singel / Levend Kanaal / Lager Netwerk met Stedelijke Centra. Binnen deze ruimten worden strategische programma’s geformuleerd, die op hun beurt specifieke projecten omvatten. In het actief beleid van het s-RSA wordt het plangebied gecatalogeerd als een gebied van strategisch belang voor het lager netwerk met stedelijke centra. Fruithof is geselecteerd als stedelijk buurtcentrum: Doelstelling is de relatie te verbeteren tussen de verschillende voorzieningen en de lokale winkelstraat. Dit buurtcentrum is ontwikkeld ten zuiden van Berchem station, langs de spoorweg. Het bestaat vooral uit een groot sportterrein, met daar rond lokale voorzieningen en woongebouwen met een hoge kwaliteit. De winkels zijn gelegen aan de Fruithoflaan, en dus aan de rand van het buurtcentrum. De spoorweg vormt een muur, die deze kern fysiek scheidt van een woonwijk die gelegen is tussen de twee zuidwaarts lopende spoorlijnen. Werken aan de spoorwegberm om passages en doorgangen te maken, kunnen de verbinding verbeteren tussen de twee gescheiden wijkdelen. De winkelstraat moet beter ontsloten worden naar het noorden via de Berchemboslaan. De open ruimte onder de bestaande torenblokken en het sportterrein moet beter verbonden worden.
8.4 Andere beleidsplannen 8.4.1 BPA nr. 9/14 De Veldekens Het BPA De Veldekens is goedgekeurd op 21 oktober 1989. Het gaat om het gebied ten noorden van de Berchemstadionstraat dat door dit BPA bestemd is voor eengezinswoningen, appartementen, winkels, kantoren en handelscentra.
8.4.2 BPA nr. 9/14 De Veldekens Wijziging Het BPA De Veldekens wijziging is goedgekeurd op 1 april 2007.
8.4.3 Voorontwerp Bovenlokaal Groenplan – Levendig landschap Het voorontwerp van het Bovenlokaal Groenplan ‘Levendig landschap’ werd in juni 2015 door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd. Het groenplan betreft een richtinggevend beleidsdocument voor wat betreft de gewenste kwantiteit en kwaliteit van het groen. Het Rooi is in het groenplan geselecteerd als een recreatiecluster. Recreatieclusters zijn open ruimten in de stad waar recreatieve functies ten volle ontwikkeld kunnen worden zowel voor clubsport als voor andere (volkstuinen,...). 8.4.3 Voorontwerp Bovenlokaal Groenplan – Levendig landschap Het voorontwerp van het Bovenlokaal Groenplan ‘Levendig landschap’ werd in juni 2015 door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd. Het groenplan betreft een richtinggevend beleidsdocument voor wat betreft de gewenste kwantiteit en kwaliteit van het groen. Het Rooi is in het groenplan geselecteerd als een recreatiecluster. Recreatieclusters zijn open ruimten in de stad waar recreatieve functies ten volle ontwikkeld kunnen worden zowel voor clubsport als voor andere (volkstuinen,...). 8.5 Lopende of geplande projecten in de buurt In of onmiddellijk aangrenzend aan het plangebied zijn een aantal projecten gepland of in onderzoek. Heraanleg openbaar domein en parking Filip Williotstraat Ter hoogte van het congrescentrum ALM zal het openbaar domein heraangelegd worden. De ontsluiting wordt aangepast, er worden fietspaden voorzien en nieuwe groene zones aangelegd. De werken zijn gepland voor begin 2016.
Parkeeronderzoek zone Rooi en Veldekens Berchem Om inzicht de geven in de parkeerproblematiek en hoe deze toebedeeld is aan de verschillende functie en activiteiten in en rond het gebied werd er op donderdag 2 april 2015 een parkeeronderzoek uitgevoerd in de zone Berchem extra muros, waar de zones Rooi en Veldekens toe behoren. Om een duidelijker inzicht te krijgen in de parkeerproblematiek is beslist om een bijkomend parkeeronderzoek uit te voeren op de 2 drukste dagen (voor de sportactiviteiten) zijnde woensdag en zaterdag om een nulmeting te hebben. Het vorige onderzoek werd op een donderdag uitgevoerd, waardoor het effect van de vele sporters en bezoekers bij thuiswedstrijden, niet in kaart werd gebracht. Het Rooi zelf beschikt niet over parkeerplaatsen op eigen terrein. Aan het voetbalstadion van Berchem sport ligt een parking van ongeveer 50 à 60 parkeerplaatsen. Het parkeeronderzoek bestaat uit volgende onderdelen
De bezettingsgraad- en parkeerduurmeting worden op hetzelfde ogenblik uitgevoerd. Hierbij wordt elke telronde de nummerplaten van alle geparkeerde wagens genoteerd. Foutparkeerders worden apart vermeld. Het parkeerduuronderzoek is gebeurd op volgende dagen:
Men heeft op deze dagen de nummerplaten van de geparkeerde wagens elke twee uur geregistreerd. Om het aandeel bewoners per plaatsperiode en in de totale bezetting te achterhalen, worden de nummerplaten die tijdens de nachttelling van 2 april 2015 genoteerd zijn (we gaan ervan uit dat dit allemaal bewoners zijn) vergeleken met de genoteerde nummerplaten overdag. De verwerking van de resultaten wordt tegen eind januari 2016 verwacht.
MOBER Het Rooi De stad plant de opmaak van een Mober voor de site Het Rooi. De studie heeft tot doel om de toekomstige mobiliteitstoestand in te schatten, zowel doorheen het jaar als op dagen dat er een grote (voetbal)wedstrijd wordt georganiseerd. De onderzoeksvraag die hieruit volgt is tweeledig:
Het Mober wordt begin januari 2016 opgestart en zal geïntegreerd worden in de planMERscreening die voor het RUP wordt opgemaakt. Het MOBER dient bijgevolg opgeleverd te worden tegen eind maart 2016.
9 BIJLAGE 5: PLANPROCES 9.1 Voortraject In 2012 is door de stad Antwerpen een ontwikkelingskader opgemaakt voor het sport- en recreatiegebied het Rooi om antwoord te bieden op een aantal concrete vragen en behoeften. Ondertussen zijn een nieuwe sporthal, een overdekte tennishal en bijkomende korfbalinfrastructuur gerealiseerd. In juni 2015 is een planproces opgestart voor de vernieuwing van het voetbalstadion en de infrastructuur van de jeugdwerking. Gelijktijdig is het ontwikkelingskader verder verfijnt en is op basis van een omgevingsanalyse nagegaan welke ondersteunende functies in het gebied nodig of gewenst zijn. 9.2 Stappenplan opmaak RUP De uitwerking van het ruimtelijk uitvoeringsplan verloopt in vijf fasen.
9.3 Timing opmaak RUP Onderstaand schema en tabel geven het stappenplan en bijhorende indicatieve timing van het RUP weer.
9.4 Betrokken actoren 9.4.1 Interne actoren Met het oog op een vlot procesverloop worden de nodige actoren betrokken bij het planproces. Het interne projectteam zorgt voor de inhoudelijke projectbegeleiding en kwaliteitsbewaking. Dit gebeurt in overleg met diverse stedelijke diensten die elk hun expertise en kennis inbrengen. De besluitvorming is een verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad. De formele stappen worden telkens teruggekoppeld met het district. 9.4.2 Externe actoren In de loop van het proces van het RUP (fase richtnota) worden al de eigenaars en de concessiehouders of eigenaars geconsulteerd die gevestigd zijn binnen het plangebied. 9.5 Communicatie- en participatietraject De communicatie en participatie voor dit RUP heeft als doelgroep de omwonenden en de gevestigde gebruikers van het plangebied. Hierbij vormt het decretaal bepaalde communicatie- en inspraaktraject voor RUP’s de leidraad: Voor het openbaar onderzoek wordt een infomoment georganiseerd om het ontwerp RUP toe te lichten. De gebruikelijke kanalen zoals de website van de stad Antwerpen worden ingezet om informatie te verspreiden.
10 BIJLAGE 6: OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN 10.1 RUP ALM
voorschriften als
voorschriften als
10.2 RUP Roderveldlaan
voorschriften als
voorschriften als
11 BIJLAGE 7: REGISTER PLANSCHADE, PLANBATEN EN COMPENSATIE Zie bijgevoegd 12 BIJLAGE 8: WATERTOETS voetnoot 4 12.1 Referentiesituatie Het plangebied bevindt zich in het bekken van de Benedenschelde, meer bepaald in het deelbekken van de Benedenschijn. Er bevinden zich geen waterlopen in de nabije omgeving van het plangebied. Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (BS 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Er werden watertoetskaarten opgemaakt die dienen ter evaluatie van de effecten van vergunningsplichtige ingrepen of van plannen of programma’s waarbij het bodemgebruik op een bepaalde locatie of voor een bepaald gebied wordt gewijzigd. Sinds het Uitvoeringsbesluit van 1/03/2011 is de kaart van overstromingsgevoeligheid (2014) verplicht te raadplegen. De andere watertoetskaarten zijn niet meer verplicht te raadplegen in het kader van de watertoets maar kunnen eventueel wel nuttige informatie opleveren:
12.2 Geplande situatie en effecten 12.2.1 Grondwater Ten gevolge van uitvoering van het plan zal in de strip en ten gevolge van de vernieuwing van het stadion en de jeugdinfrastructuur bijkomende verharding mogelijk zijn. Ten gevolge van het plan zijn ook ondergrondse constructies mogelijk (de ondergrondse parkings in de strip). Globaal gezien is het plangebied echter beperkt verhard, waardoor infiltratie is de overige delen van het plangebied kan plaatsvinden. Bovendien is het plangebied slechts matig gevoelig voor grondwaterstroming, waardoor verwacht kan worden dat het grondwater zich ook rond en onder de ondergrondse constructies zal kunnen verplaatsen. 12.2.2 Oppervlaktewater In de strip en ten gevolge van de vernieuwing van het stadion en de jeugdinfrastructuur is een toename van de verharde oppervlakte in het plangebied mogelijk. Het RUP dient steeds te beantwoorden aan de vigerende normen van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Deze verordening bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van deze verharding dient in overeenstemming met deze verordening opgevangen worden op het terrein zelf, waardoor er geen effecten te verwachten zijn op de waterhuishouding. Bovendien is het plangebied ook niet gelegen in de omgeving van overstromingsgevoelig gebied. 12.2.3 Afvalwater Het afvalwaterbeleid wordt gestuurd via de gemeentelijke zoneringsplannen, waarin afgebakend wordt welke zones te rioleren zijn en in welke zones IBA’s moeten komen (al dan niet collectief beheerd). Het plangebied is ingekleurd op het zoneringsplan als centraal gebied.
Situering plangebied op de zoneringsplannen
13 BIJLAGE 9: MILIEUBEOORDELING
14 BIJLAGE 10: GOEDKEURING ONTHEFFING PLAN-MER PLICHT
voetnoten 1 Op basis van het parkeeronderzoek en het MOBER wordt bepaald voor welke activiteiten of voorzieningen de ondergrondse parkeergarage dienst moet doen.
2 Deze analyse komt uit gegevens van de buurtmonitor. De andere tekorten zijn onderzocht op basis van een gis-analyse voor voorzieningen
3 De Vlaamse Regering en de deputatie beschikken over een termijn van 30 dagen om de uitvoering van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het RUP te schorsen. 4 Bron: onderzoek tot m.e.r. horende bij dit RUP (in opmaak)
|