RUP HAVANA | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
COLOFON Stad Antwerpen Stadsontwikkleling, Omgeving, Ruimte Grote Markt 1, 2000 Antwerpen Tel +32 3 338 23 80 ruimtelijkeplanning@antwerpen.be
Studiebureau SWECO
1 INLEIDING 1.1 Situering
Het projectgebied ‘de Havanasite’ situeert zich in het noorden van Antwerpen. In het oosten van het plangebied bevindt zich Merksem en in het noorden Ekeren met het natuurgebied Oude Landen. Ten zuiden van het plangebied bevindt zich, tussen de Noorderlaan en de spoorweg, de woonwijk Luchtbal. Deze wijk bestaat overwegend uit sociale woningbouw. De haven van Antwerpen, de uitloper van het Derde Havendok, bevindt zich in het westen van het plangebied. Ook de tramhalte ‘P+R Luchtbal’ situeert zich ten westen, langsheen de Noorderlaan. In het oosten bevindt zich het treinstation Antwerpen-Noorderdokken.
Het plangebied wordt omgeven door verschillende bovenlokale verkeersinfrastructuren: de Havanastraat, de Noorderlaan met tramspoor, de Ekersesteenweg, de A12 en de spoorweg Antwerpen-Rotterdam.
De voorliggende herziening betreft een beperkt deel in het noorden van de Havanasite.
Situering plangebied (Eigen bewerking- Bron: Geopunt)
1.2 Aanleiding
De stad Antwerpen werkt aan een nieuwe toekomst voor de Havanasite. Het gebied wordt heringericht als gloednieuw stadsdeel. In oktober 2013 werd het masterplan Havanastraat goedgekeurd. Hierin werden de ambities vooropgesteld om een stadsdeel te ontwikkelen dat de potentie als poort tot de metropool kan uitdragen. Er wordt ruimte geboden voor bovenlokale stedelijke activiteiten waarbij op een dense manier gebouwd moet worden. Het optimaal benutten van de beschikbare oppervlakte en veel aandacht voor kwalitatieve publieke ruimte zijn harde randvoorwaarden. In 2016 werd dit masterplan juridisch verankerd in een RUP Havanastraat.
Eén van de onderdelen van RUP Havanastraat was de ontwikkeling van een grote retailactiviteit. Op vandaag is er voor deze functie onvoldoende interesse vanuit de markt. Er werd dan ook onderzocht welke nieuwe opties er voor deze site zijn. In 2019 werd er bekeken of deze plek in aanmerking kwam voor de inplanting van een nieuwe stelplaats voor De Lijn. De site werd niet weerhouden. Nu wordt deze site naar voor geschoven voor een nieuwe technische cluster waarbinnen verschillende stadsdiensten gevestigd worden.
De dienstverlening van de technische diensten wordt vandaag georganiseerd door verschillende afdelingen verspreid over 18 verschillende locaties. Een masterplan technische gebouwen werd opgemaakt om de logistieke dienstverlening van de stad op de huidige en toekomstige eisen van de gemeenschap af te stemmen. Dit plan clustert de uitvalsbasissen van de terreinmedewerkers in twee logistieke centra. Eén wordt voorzien in het zuiden en een andere in het noorden van de stad. Hiervoor werden locatie-onderzoeken uitgevoerd. In het noorden werd gekozen voor de Havanasite voor de ontwikkeling van de Technische Cluster Noord (TCN). De stad wil voor deze ontwikkeling blijvend het goede voorbeeld geven op vlak van duurzaamheid en flexibiliteit. Hierbij aansluitend wordt er ook ingezet op mogelijke synergiën in de nabije omgeving. Er wordt gezocht naar een mogelijke synergie met het in aanbouw zijnde P+R parkeergebouw in het westen van het plangebied en met het recyclagepark aan de oostzijde.
Om deze nieuwe ambities te kunnen realiseren moet het RUP Havanastraat deels herzien worden. De wijziging van het RUP Havanastraat voorziet in een herbestemming van de ‘zone voor detailhandel’ (De) en ‘zone voor publiek domein’ (Pu3) naar ‘zone voor gemengde functies: maatschappelijke functies en bedrijven’ zodat de ontwikkeling van een technische cluster mogelijk is. Hiernaast heeft het RUP als doel robuust en flexibel te zijn zodat ook andere functies mogelijk zijn in de toekomst. De zone voor publiek domein (Pu3) wordt als randzone meegenomen binnen dit plangebied om op deze manier een algemeen kader te kunnen scheppen voor de nieuwe bestemming.
Situering plangebied op RUP Havanastraat (2016)
1.3 Relatie met het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA)
Het RUP wordt opgemaakt in uitvoering van het strategische ruimtelijk structuurplan (s-RSA) en moet het generiek beleid van het s-RSA mee operationaliseren. De relatie met de doelstellingen van het generiek beleid en de doorwerking hiervan in het RUP en de randvoorwaarden vanuit het actief beleid van het s-RSA zijn beschreven in de planningscontext (zie hoofdstuk 7.3 Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen).
De site wordt in het s-RSA aangegeven als metropolitaan gebied en het maakt deel uit van de harde ruggengraat. Het plangebied wordt geselecteerd als ‘gebied onder breed management’. Dit zijn gebieden waarbinnen zich verschillende onbebouwde of te herstructureren percelen bevinden. Deze zone moet als stedelijk centrum in het lager netwerk extra aandacht voor een sociaal evenwicht (wonen en voorzieningen) krijgen. Luchtbal wordt aangeduid als toplocatie gezien haar ligging. Toplocaties moeten beschouwd worden als plekken waar één specifieke grootstedelijke voorziening kan gevestigd worden. De locatie kan zowel met sport, cultuur of diensten algemeen ingevuld worden. Hiernaast wordt het voorliggende plangebied ook aangeduid als te herstructureren bestaande recreatieve cluster. In het actief beleid wordt de site gecatalogeerd als een gebied van strategisch belang voor de hoofdstructuur van de stad. Het plan bevindt zich in de noordelijke kop van de harde ruggengraat. Gemengde programma’s op grootstedelijk en internationaal niveau kunnen hier gelokaliseerd worden.
2 ONTWIKKELINGSVISIE 2.1 Visie en doelstellingen
Door de jaren heen zijn er verschillende visies gevormd voor de Havanasite. In 2013 werd een herziening van dit masterplan definitief goedgekeurd. Het Masterplan Havanastraat vormt nog steeds de basis voor de verdere ontwikkeling en uitbouw van het gebied. Het RUP Havanastraat (zie juridisch kader) vormde de juridische vertaling van dit masterplan.
Binnen het masterplan en het RUP werd een zone voor detailhandel afgebakend. Voor deze functie is op vandaag onvoldoende interesse vanuit de markt. Vanuit het masterplan technische gebouwen waarbij locatie onderzoek is gevoerd, werd vervolgens het voorliggend projectgebied aangeduid voor de ontwikkeling van Technische Cluster Noord.
Hiernaast heeft het RUP als doel robuust en flexibel te zijn zodat, naast het mogelijk maken van de Technische Cluster Noord, ook andere functies mogelijk zijn in de toekomst.
2.1.1 Masterplan Havanastraat (2013)
In 2013 werd het Masterplan Havanastraat herzien. Het is binnen deze visie dat de voorliggende herziening van het RUP Havanastraat moet gekaderd worden. De ambitie van het masterplan is de Havanasite te ontwikkelen als poort tot de Metropool. Er moet ruimte zijn voor bovenlokale stedelijke activiteiten. Dit betekent evenzeer dat er op een dense manier moet gebouwd worden. Het maximaal stapelen van vloeroppervlakte en veel aandacht voor kwalitatieve en publieke buitenruimte zijn harde randvoorwaarden.
De Havanasite is algemeen een transitieruimte. Het is de noordelijke toegang tot de stad met P+R aan een multimodaal vervoersknooppunt, maar ook een bestemming als toegang tot de aangrenzende Luchtbal Noord en natuurgebied Oude Landen alsook een ontwikkelingspool met diverse stadsdiensten en stedelijke functies.
Binnen het masterplan werden er vijf ruimtelijke concepten vooropgesteld. Deze vormen het kader waarbinnen de ambitie van het masterplan wordt gerealiseerd:
De ruimtelijke concepten leveren een eindbeeld op dat bestaat uit drie zones voor ontwikkeling: de ‘kop’, de ‘buik’, de ‘staart’. Elk van deze zones kent een ontwikkeling met een eigen dynamiek en een eigen programma.
De ‘kop’ is de onthaalzone. De ‘buik’ is de centrale zone met een clustering van verschillende ontwikkelingsvelden. Het voorliggende RUP maakt deel uit van de zone ‘buik’. De ‘staart’ is het open ruimte gebied.
Ruimtelijke concepten- totaalbeeld (Bron: Herziening Masterplan Havanasite, 2013)
2.1.2 Masterplan technische gebouwen (2019)
Op vandaag wordt de dienstverlening georganiseerd vanuit 18 verschillende locaties. Om de logistieke dienstverlening van de stad op de huidige en mogelijke toekomstige eisen van de gemeenschap af te stemmen, werd het masterplan technische gebouwen opgemaakt.
Het masterplan clustert de uitvalbasissen van de technische terreinmedewerkers in twee logistieke centra, meer bepaald in het noorden en het zuiden van Antwerpen. Vanuit deze centra zal de logistieke dienstverlening voor de stad georganiseerd worden. Voor beide clusters werd een locatieonderzoek gevoerd. Voor het zuidelijke centrum is momenteel geen definitieve beslissing genomen over de concretisering, noch over de uiteindelijke locatie. In het noorden werd gekozen voor de Havanasite.
Het masterplan garandeert enerzijds een kwaliteitsvolle service aan de bewoner en anderzijds creëert het een professionele werkomgeving voor de stadsmedewerkers. De huidige infrastructuur voldoet immers niet meer aan de basisvereisten voor hygiëne, ergonomie en welzijn. Daarbij vormt het streven naar een nog efficiënter beheer van kosten en middelen een wezenlijk onderdeel van het plan.
Verder stelt het masterplan technische gebouwen een aantal ambities voorop. Door clustering van de technische gebouwen kan men ruimte optimaliseren. Dit leidt ook tot een optimalisering van de werkprocessen: efficiënter en kwalitatiever werken, een betere dienstverlening, … . Ook duurzaamheid is een belangrijke ambitie. Hierbij wordt ingezet op energie efficiëntie en duurzame mobiliteit.
2.1.3 Technische Cluster Noord
Design & Build In juni 2020 werd door het college van burgemeester en schepenen de Design en Build in functie van de Technische Cluster Noord goedgekeurd. Design en Build is een geïntegreerde samenwerkingsvorm waarbij een team onder één contract de verantwoordelijkheid op zich neemt voor zowel het ontwerp als de bouw van het project.
Er zijn twee grote fases te onderscheiden:
Op vandaag bevindt de Design and Build zich in de eerste fase. De uiteindelijke gunning van de Design & Build is voorzien begin 2023.
Programma Vanuit de Technische Cluster Noord zullen ongeveer 600 stadswerknemers hun diensten verlenen aan de bewoner. Volgende diensten verhuizen mee naar de nieuwbouw:
Alle medewerkers die actief zijn in het gebouw of op het werkterrein hebben eigen functionele noden om hun werk zo goed mogelijk uit te oefenen. Een aantal specifieke ruimtetypes zijn karakteristiek voor technische functies en kunnen gegroepeerd worden onder de volgende noemers: magazijn (binnen en buitenopslag), atelier, facilitaire ruimtes, kantoorruimte en parkeerterrein.
Onderstaande tabel biedt een overzicht van de ingeschatte benodigde bruto oppervlaktes voor de verschillende zones van de technische cluster. Overzicht benodigde oppervlaktes (Volumetoets, Ag Vespa)
Er werd een volumetoets opgemaakt in opdracht van AG Vespa. Deze toets houdt rekening met de visie en doelstellingen opgenomen in dit RUP en gaat na of het bouwprogramma kan gerealiseerd worden op de bouwplaats. Hierbij wordt ingezet op: levendige zuidelijke gevel in relatie met de oostwest corridor en een gestapeld programma. Onderstaande figuur geeft de volumetoets weer en toont aan dat het benodigde bouwvolume kan gerealiseerd worden op de site. Schematische weergave volumetoets (Volumetoets, AG Vespa)
Hierbij aansluitend ligt de Havanasite in een pilootzone wat betreft de uitrol van de Antwerpse warmtenetten. De compatibiliteit met de bouw van de technische cluster wordt bij de opmaak van het bestek binnen de Design & Build ook mee onderzocht in samenwerking met de distributienetbeheerder.
Hiernaast kent de Technische Cluster Noord hoge mobiliteitsambities. Elke medewerker kiest voor zijn of haar persoonlijke situatie het vervoersmiddel dat de minste uitstoot veroorzaakt in relatie tot hun persoonlijke situatie en afstand die ze moeten afleggen. Door de nabijheid van openbaar vervoer (treinstation, bus en tram), de fietsostrade (Antwerpen-Essen) en fietsdeel-stalling, is het verschuiven van de vervoersmodi naar meer duurzame alternatieven zeker mogelijk en ook een stadsbrede ambitie. Werknemers krijgen ook de mogelijkheid tot het leasen van fietsen voor woon-werkverkeer. Op vlak van het dienstverkeer wordt er ingezet op het vermijden van vervoersbewegingen, het verschuiven van voertuig naar (cargo-) fiets door aanschaf van de juiste fietsvloot en verduurzamen van de vloot (elektrificatie waar mogelijk, CNG als transitiebrandstof (met optie voor biomethaan ) en gebruik van aandrijving d.m.v. brandstofcellen met waterstof (range extender)). De vergroening van de stadsvloot is volop bezig en de doelstelling is dat tegen 2030 20% van de stedelijke vloot zal bestaan uit zero-emissie personenwagens (bron: EC Directive Aandrijving, Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad). Voor de zware vrachtvoertuigen (>3,5 ton) is de toekomst VUCA (volatility,uncertainty, complexity and ambiguity) op vlak van marktaanbod en technologische ontwikkelingen, infrastructuur en financiële haalbaarheid. De stad zet zich bvb. binnen het Revive project (FCH-JU) in als innovator in het kader van zero emissie aandrijvingen van huisvuilwagens. Het Klimaatplan 2030 voorziet in Antwerpen een CO2 reductie van 55% tegen 2030 (t.o.v. 2005) en volledig CO2 neutraal te zijn tegen 2050.
2.2 Concepten
Voorliggend RUP betreft een gedeeltelijke herziening van het RUP Havanastraat. Zoals voorgaand weergegeven is er in functie van de Havanasite reeds een masterplan opgemaakt. De herziening van het RUP gebeurt maximaal binnen de opgestelde visie en kader in dit masterplan. Onderstaand wordt de vertaling naar het plangebied gemaakt.
2.2.1 Toegangen en ontsluiting
De ontsluiting van het autoverkeer zal enerzijds gebeuren via de ‘onthaalzone’ voorzien in het masterplan Havanasite. Anderzijds zal het dienst – en vrachtverkeer via de Seattlestraat gebeuren. Deze toegang sluit aan op het recyclagepark. Hier wordt een gemeenschappelijk laad-en los zone met het recyclagepark voorzien. Er wordt dan ook maximaal ingezet op mogelijke synergiën met de toekomstige functie en het recyclagepark.
In functie van de TCN zal er worden bekeken met de eigenaar en exploitant van de P+R hoe het parkeren voor de TCN kan worden geregeld, op basis van de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen. Deze overeenkomst maakt geen deel uit van voorliggend RUP.
Binnen het masterplan is een trage oostwest doorsteek voorzien voor fietsers- en voetgangers. Deze doorsteek verbindt de onthaalzone, waar het parkeergebouw P+R Luchtbal en tramhalte zich bevinden, met het station Noorderdokken. Deze oostwest doorsteek loopt net ten zuiden van het plangebied. Mogelijke personeelstoegangen (geen autoverkeer) tot de site kunnen hier, in relatie met deze corridor, voorzien worden. De verbinding tussen de P+R en station Noorderdokken (voor reizigers) wordt ook verder bekeken, deze verbinding mag niet gehypothekeerd worden door het toekomstige programma. Concept toegangen en ontsluiting (Eigen bewerking)
2.2.2 Plangebied als tussenschaal
Het plangebied bevindt zich tussen de P+R Luchtbal, die 32,0m hoog is en de kazerne, die ongeveer 10,0m hoog is. Het plangebied vormt de overgang tussen beide gebouwen en wordt ingezet als ‘tussenschaal’. Het volume/ de volumes binnen het plangebied kennen dan ook een maximale hoogte van 25m.
Concept plangebied als tussenschaal (Eigen bewerking)
2.2.3 Constructie die dienst doet als geluidsscherm
Er bevindt zich binnen het plangebied een constructie die dienst moet doen als geluidsscherm ten opzichte van de A12. Daarom moet het minstens 12,0m en maximaal 25m hoog zijn. Het is een volledig gesloten constructie die oostwest georiënteerd is over de volledige lengte van de S.B. Hausmanskazerne.
Concept constructie als geluidscherm (Eigen bewerking)
2.2.4 Geluidsgenererende elementen ten noorden van het geluidsscherm
Al de functies en elementen die binnen het programma geluidsgenererend zijn, bevinden zich maximaal ten noorden van de constructie die dienst doet als geluidsbuffer. Op die manier vormt de constructie ook een geluidsbuffer ten opzichte van de zuidelijk gelegen kazerne.
Concept geluidsgenerende elementen ten noorden van constructie (geluidsbuffer) (Eigen bewerking)
2.2.5 Kwaliteitsvolle relatie met corridor
Zoals eerder aangegeven wordt in het masterplan en het RUP Havanastraat een doorsteek voorzien die het oosten met het westen verbindt. Deze corridor bevindt zich ten zuiden van het plangebied. Het is dan ook belangrijk dat binnen het plangebied rekening wordt gehouden met deze corridor zodat er een aangename en veilige ruimte kan gecreëerd worden tussen de functie in het plangebied en de kazerne. Op deze manier kan de voetgangers- en fietsverbinding tussen P+R Luchtbal en het station Antwerpen- Noorderdokken op een vlotte manier gebeuren.
Concept kwaliteitsvolle relatie met corridor (Eigen bewerking)
3 TOELICHTING BIJ DE VOORSCHRIFTEN 3.1 Opzet van het RUP
Door middel van voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Havana wordt een juridische kader gecreëerd om de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor het deel ten noorden van de S.B. Housmankazerne en ten oosten van de P+R Luchtbal, op de Havanasite vast te leggen.
Het doel van het RUP is om het RUP Havanastraat deels te herzien. Waardoor de ambities om de Havanasite te ontwikkelen als poort voor de Metropool waarbij er ruimte is voor bovenlokale stedelijke activiteiten, kunnen waargemaakt worden.
Voorliggend RUP kadert binnen het Masterplan Havanastraat wat juridisch werd vertaald in RUP Havanastraat (2016). Het RUP Havana heeft dan ook tot doel om de visie en concepten maximaal vanuit het RUP Havanastraat over te nemen zodat de geest van het RUP Havanastraat behouden blijft. Het is binnen deze visie dat de voorliggende herziening van het RUP Havanastraat moet gekaderd worden.
De wijziging van het RUP Havanastraat voorziet in een herbestemming van de ‘zone voor detailhandel’ (De) en ‘zone voor publiek domein’ (Pu3) naar ‘zone voor gemengde functies: maatschappelijke functies en bedrijven’ (Ge1) zodat de ontwikkeling van een technische cluster mogelijk is. Hiernaast heeft het RUP als doel robuust en flexibel te zijn zodat ook andere functies mogelijk zijn in de toekomst. De zone voor publiek domein (Pu3) wordt als randzone meegenomen binnen dit plangebied om op deze manier een algemeen en flexibel kader te kunnen scheppen voor de nieuwe bestemming.
3.2 Afbakening Grafisch Plan
De afbakening van het plangebied stemt overeen met 2 bestemmingszones uit het RUP Havanastraat:
3.3 Opzet van de voorschriften
In het RUP wordt de gewenste bestemming, inrichting en/of beheer gebiedsgericht vastgelegd. De voorschriften hebben een verordend karakter, dit wil zeggen dat ze de juridische basis vormen voor het verlenen van vergunningen.
De stedenbouwkundige krachtlijnen worden doorvertaald in het RUP. Het RUP is een evenwichtsoefening tussen het vastleggen van bepalingen om de kwaliteit te garanderen en het inbouwen van vrijheden om in te spelen op toekomstige noden en behoeften.
3.4 Zonering en opbouw van het RUP
In het RUP zijn algemene voorschriften van toepassing evenals bijzondere gebiedsspecifieke voorschriften voor de bestemmingszone: ‘Zone voor gemengde functies: maatschappelijke functies en bedrijven’ (Ge1). Ook zijn er overdrukken van toepassing: overdruk laad- en loszone en overdruk zone non-aedificandi.
Onderstaand worden bijkomende verduidelijkingen gegeven bij de stedenbouwkundige voorschriften. Bepaalde artikels zijn vanzelfsprekend; hiervoor is geen bijkomende toelichting nodig. In betreffend geval wordt enkel de titel vermeld. Binnen de afbakening van voorliggend RUP is het RUP Havanastraat van kracht. Dit gedeelte van het RUP Havanastraat wordt door voorliggend RUP opgeheven (zie hoofdstuk 4.1).
3.4 Zonering en opbouw van het RUP
In het RUP zijn algemene voorschriften van toepassing evenals bijzondere gebiedsspecifieke voorschriften voor de bestemmingszone: ‘Zone voor gemengde functies: maatschappelijke functies en bedrijven’ (Ge1). Ook zijn er overdrukken van toepassing: overdruk laad- en loszone en overdruk zone non-aedificandi.
Onderstaand worden bijkomende verduidelijkingen gegeven bij de stedenbouwkundige voorschriften. Bepaalde artikels zijn vanzelfsprekend; hiervoor is geen bijkomende toelichting nodig. In betreffend geval wordt enkel de titel vermeld. Binnen de afbakening van voorliggend RUP is het RUP Havanastraat van kracht. Dit gedeelte van het RUP Havanastraat wordt door voorliggend RUP opgeheven (zie hoofdstuk 4.1).
3.5 Algemene voorschriften
De algemene voorschriften zijn van toepassing op het gehele plangebied.
Het Masterplan Havanastraat vormt de basis voor de verdere ontwikkeling en uitbouw van de Havanasite. Het RUP Havanastraat vormde de juridische vertaling van dit masterplan. Voorliggend RUP kadert binnen dit masterplan en is een gedeeltelijke herziening van het RUP Havanastraat. Hierdoor zijn er binnen de voorschriften relaties en verwijzingen naar de andere zones van de Havanasite. Op onderstaande figuur wordt aangegeven naar welke functies wordt verwezen in de voorschriften.
Verwijzingen aangrenzende functies (Eigen bewerking)
3.5.1 Afstemming categorieën van gebiedsaanduiding
In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering op 15 mei 2009, wordt opgelegd dat een stedenbouwkundig voorschrift te allen tijde sorteert onder een categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding.
Artikel 1 is de bestemmingszone. Enkel voor deze bestemmingszone dient een afstemming te gebeuren op de categorieën van gebiedsaanduiding.
3.5.2 Mobiliteit
De mobiliteit binnen het plangebied vraagt bijzondere aandacht. Daarom zullen bij de beoordeling van elke aanvraag tot het verkrijgen van omgevingsvergunning, in functie van nieuwbouw en herbouw, verschillende criteria moeten worden aangetoond in de verantwoordingsnota.
Met vervoersmanagement worden de maatregelen bedoeld die worden genomen ter optimalisering van de vervoerswijzekeuze en het gebruik van vervoermiddel. Dit heeft met andere woorden te maken met het stimuleren van het juiste vervoersmiddel op de juiste plaats en tijd. Een aantal voorbeelden van vervoersmanagement zijn: mobiliteitsopvoeding door de werkgever, stimuleren om gebruik te maken van de fiets of openbaar vervoer, het voorzien van voldoende fietsenstallingen, fietsvergoeding, … .
Verkeersplanologie heeft te maken met het optimaliseren van de verkeersnetwerken voor de verschillende vervoersmodi. Hierbij wordt de hiërarchie, menging en scheiding van de netwerken uitgewerkt. Er wordt een visie over de netwerken weergegeven.
Onder verkeersmanagement worden de maatregelen verstaan die worden genomen ter optimalisering van de verkeersafwikkeling. Dit is vooral gericht op infrastructuur. Hierbij wordt weergegeven op welke manier de scheiding van de netwerken op verkeerstechnisch vlak zal worden vertaald naar de inrichting.
3.5.3 Publiek domein
/// 3.5.4 Waterbeheer
De groene zone waar naar verwezen wordt bevindt zich binnen de zone Gr van het RUP Havanastraat. 3.5.5 Constructies in functie van duurzame energievoorziening
Het verplichten tot aansluiten op het warmtenet en de mogelijkheid tot het ontwikkelen van een warmtecentrale past binnen de visie op duurzame energievoorzieningen van de stad. 3.5.6 Publiciteit
///
3.6 Bijzondere voorschriften 3.6.1 Artikel 1. Zone voor gemengde functies: maatschappelijke functies en bedrijven (Ge1)
Bestemming De zone is bedoeld voor maatschappelijke functies en bedrijven.
Inrichting Terreinbezetting ///
Bouwhoogte De maximale totale bouwhoogte binnen de bestemmingszone bedraagt 25 meter.
Het plangebied bevindt zich langs de A12. Door een voldoende hoog, langgerekte en oostwest georiënteerde constructie, ten noorden van de S.B. Housmankazerne, te voorzien heeft dit een positieve impact op de geluidskwaliteit ter hoogte van de kazerne. De constructie doet dienst als geluidsscherm tussen de A12 en de kazerne. De constructie moet dan ook minstens voorzien worden over de volledige lengte van de S.B. Housmanskazerne. De constructie kan een geluidscherm zijn maar kan ook gevormd worden door de oostwest inplanting van een gesloten bouwvolume/ bouwvolumes of een combinatie van geluidscherm met bouwvolume(s).
De minimale totale hoogte van de constructie, die dienst doet als geluidscherm, is 12m. Het wegniveau van de A12 is gelegen op 10,5 TAW, het maaiveld van de centrale as ligt op 5,5 TAW. Bijgevolg steekt een constructie met een hoogte van bijvoorbeeld 15 meter 10 meter uit boven A12. De resterende ruimte kent geen minimale bouwhoogte.
Bouwdiepte De constructie die dienst doet als geluidsscherm mag terugwijken van de grens van de bestemmingszone maar moet wel voorzien worden over de volledige lengte van de S.B. Housmankazerne. Het maakt dan ook niet uit of deze constructie zich meer in het noorden of meer in het zuiden van het plangebied bevindt aangezien het dienst doet als geluidscherm ten opzichte van de A12 naar de S.B. Housmanskazerne.
Ook ander bouwvolumes mogen terugwijken van de grens van de bestemmingszone. Aanduiding minimale lengte bouwvolume (Eigen bewerking)
Gevels De zone voor gemengde functies maakt deel uit van een stedelijke omgeving en wordt langs 3 zijden (noord, zuid en (deels) west) omsloten door openbare ruimte. Het is belangrijk dat het gebouw maximaal relaties aangaat met de aangrenzende open ruimte. De noordgevel is een gevel die uitgeeft op de berm van de A12 en een fietssnelweg waardoor evacuatie- doorgangen en -constructies het minst zouden storen. Doch is dit een zijde die een hoogwaardige gevelafwerking vraagt die een positieve invloed heeft op de sociale veiligheid van de fietssnelweg en de zichtlocatie aan de autosnelweg waardig is. De oostgevel is een laad- en los gevel en grenst niet aan publiek domein.
De westgevel kan volgens twee scenario’s uitgewerkt worden:
De zuidelijke gevel, met een lengte van ongeveer 220 meter, is een gevel die mee de kwaliteit van de aangrenzende publieke ruimte, de centrale corridor, bepaalt. Daarom is het noodzakelijk dat deze op het gelijkvloers moet inzetten op contact met centrale oostwest corridor. Door inzet van transparante geveldelen, openingen, terrassen, vitrines, toegangen, levendige ruimtes, enzovoort kan de centrale corridor een aangename verblijfsplek en doorgangsboulevard worden. Levendige ruimtes zijn ruimtes die vaak gebruikt worden door mensen. Voorbeelden zijn, kantoorruimtes, werkplaatsen, ateliers, refter, een vaak gebruikte hal, enzovoort. Levendige ruimtes op het gelijkvloers in de zuidelijke gevel zijn ook belangrijk om de sociale veiligheid te waarborgen.
De zuidelijke gevel is tevens gericht naar de kazerne en zal bepalend zijn voor de kwaliteit en het succes van een latere invulling van de kazerne. Door een waarneembare geleding, subtiele accenten en verspringingen, eerlijk gebruik van duurzame materialen, voldoende raamopeningen en aandacht voor welstand en architectuur kan het de reusachtige geveloppervlakte aan kwaliteit winnen en de aangrenzende publieke ruimte aantrekkelijker worden.
Daken ///
Niet bebouwde ruimte- verharding ////
Afsluitingen ///
Ondergrondse ruimten ///
Dorpelpeil ///
Maatregelen omgevingsgeluid De Havanasite zet algemeen in op een mix van functies. Hierbij gaat er bijzondere aandacht naar geluid. De gevels van geluidsgenererende binnenactiviteiten (werkruimten, ateliers, …) dienen dan ook afgestemd te zijn op de geluidsbelasting. De buitenactiviteiten die geluid generen dienen zich ten noorden van de constructie, die dienst doet als geluidsscherm ten opzichte van de kazerne, te bevinden. Zo dient deze constructie niet alleen als geluidscherm voor het autoverkeer van de A12 maar ook voor het geluid dat de functie teweegbrengt.
Ontsluiting
De parkeerbehoefte kan binnen de zone Ge1, ondergronds of bovengronds, opgevangen worden. Ook zijn gekoppelde parkeervoorzieningen met het P+R mogelijk.
De hoofdtoegang voor voetgangers tot het gebouw / de gebouwen gebeurt via de zuidelijke of westelijke zijde van de bestemmingszone. Deze hoofdtoegang tot de zone gemengde functies bevindt zich idealiter in de zuidwestelijke hoek of het zuidwesten van de bestemmingszone. Dit is de hoek die het meest zichtbaar is vanaf de Noorderlaan, gericht is naar het openbaar vervoersknooppunt, de publieke ruimte voor de P+R Luchtbal oplaadt en ook de centrale oostwest corridor dynamiek geeft. Door de wandelafstand van de toegang van de site tot de P+R Luchtbal te beperken verbetert, de toegankelijkheid van de site voor de zwakke weggebruiker. Hiernaast zijn personeelstoegangen en/of noodtoegangen ook mogelijk via alle zijdes van de bestemmingszone. Deze toegangen zijn ondergeschikt aan de hoofdtoegang.
Om de mogelijke verkeersdruk op de omgeving te spreiden, wordt het verkeer over de toegangen van de Noorderlaan en Havanastraat verdeeld. Zo gebeurt de toegang voor het autoverkeer in functie van woon-werkverkeer via de onthaalzone en de westelijke zijde van het plangebied. Dit kan ofwel via gekoppelde voorzieningen in de P+R Luchtbal gebeuren, ofwel via een doorrit door de P+R Luchtbal ofwel via de zuidwestelijke hoek van het plangebied.
Het autoverkeer en lichte vrachtauto's in functie van dienstverkeer kan zowel via de onthaalzone en de westelijke zijde als via de Havanastraat gebeuren. Toegangen en in- en uitritten voor het overige gemotoriseerde dienstverkeer en vrachtverkeer en het laden en lossen van vrachtwagens mogen enkel gebeuren door middel van een ontsluiting via de Havanastraat. De toegang tot het plangebied gebeurt verplicht in het verlengde van de Seattlestraat en/of Singaporestraat.
3.6.2 Artikel 2. Overdruk Laad-en loszone
Bestemming ///
Inrichting Het laden en lossen dient op eigen perceel georganiseerd te worden, maximaal binnen de gearceerde zone, waardoor de gearceerde zone voor laden en lossen grotendeels gevrijwaard zal blijven van bebouwing. Binnen de gearceerde zone zal een overlap bestaan tussen het laden en lossen van het recyclagepark en de zone Ge1. Het laden en lossen zal bijgevolg deels collectief moeten georganiseerd worden. Daarom dient een afstand van 18 meter tot de grens van het plangebied gevrijwaard te worden van bebouwing. 3.6.3 Artikel 3 Overdruk zone non-aedificandi
///
3.7 Terminologie
De definitie van begrippen zijn deze zoals algemeen toegepast door de stad Antwerpen. De begrippen worden aangevuld met begrippen specifiek voor voorliggend RUP.
4 GEVOLGEN EN ACTIES TER REALISATIE 4.1 Op te heffen voorschriften Bij de inwerkingtreding van dit ruimtelijke uitvoeringsplan (RUP), wordt van het RUP Havanastraat de bestemming van volgende bestemmingszones met bijhorende stedenbouwkundige voorschriften opgeheven en vervangen door de voorschriften van RUP Havana:
De stedenbouwkundige voorschriften vullen de stedenbouwkundige verordeningen van de stad Antwerpen aan. De voorschriften van de verordening zijn onverminderd van kracht. Indien er geen strijdigheid is met de voorschriften van dit RUP, primeren de voorschriften van het RUP. 4.2 Register planbaten, planschade, kapitaalschade en compensatie
De bestemmingswijziging heeft geen invloed op planbaten, planschade, kapitaalschade of compensatie.
5 CONCLUSIES EFFECTBEOORDELING 5.1 Mer-screening Scopingnota 5.1.1 Algemeen
In de scopingnota zijn de te onderzoeken ruimtelijke aspecten en de effectbeoordelingen opgenomen. Bij de opmaak is rekening gehouden met de adviezen en resultaat van de participatie. 5.1.2 Conclusies
Op basis van de screening kan gesteld worden dat de impact van het plan beperkt zal zijn en dat er geen aanzienlijk negatieve effecten te verwachten zijn als gevolg van het plan. Het Team MER heeft op 21 januari 2022 geoordeeld dat het RUP Havana geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieueffecten en dat de opmaak van een PLAN-MER niet nodig is.
De beslissing van Team MER is toegevoegd in bijlage 4.
5.2 Ruimtelijke veiligheid
Op 16 september 2021 werd, via de RVR-toets, een aanvraag ingediend voor verder onderzoek naar het al dan niet opstellen van een ruimtelijk veiligheidsrapport (RVR).
Het Team Externe Veiligheid (TEV) heeft op 27 september 2021 beslist dat voor RUP Havana geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.
De beslissing van het TEV is toegevoegd in bijlage 5.
BIJLAGEN 1 BIJLAGE 1: CONTEXT 1.1 Historiek
De site kent een recente ontstaansgeschiedenis. Zo wijzigt het studiegebied nauwelijks tot eind 19e eeuw. In die periode wordt het landschap gedomineerd door poldergronden en fragmentarische bebouwing. In 1854 wordt de spoorlijn tussen Antwerpen en Rotterdam aangelegd. Dit is de eerste grote verkeersinfrastructuur die wordt aangelegd. Kort hierna wordt de Noorderlaan aangelegd. De Ekersesteenweg wordt in 1870 rechtgetrokken.
In het zuiden van de Havanasite is het monumentale gebouwencomplex van de S.B. Housmanskazerne gelegen. Deze werd opgericht in de periode 1937-1937. De opbouw en inrichting van de Housmanskazerne verwijst naar de nieuwe normen voor kazernebouw die tijdens het interbellum in Nederland werden ontwikkeld. Centraal bevindt er zich een paradeplein. Hierrond zijn de rechthoekige gebouwen, met hoofdgebouw en drie omliggende gebouwen, ingepland. De Kazerne S.B. Housmans is opgenomen in de vastgestelde inventaris als bouwkundig erfgoed.
Kaart Vandermaelen 1846-1854 Militaire stafkaart 1948
Na WOII worden de snelwegen A12 en E19 aangelegd. Ook de Burgemeester Jozef Massurebrug wordt in het verlengde van de Havanastraat aangelegd. De havenactiviteiten nemen aan de overzijde van de Noorderlaan toe in deze periode.
Ten zuiden van de Havanasite bevindt zich de sociale woonwijk Luchtbal. Dit is een grootschalige woonwijk die hoofdzakelijk tussen 1924 en 1964 werd uitgebouwd. De wijk is één van de zeldzame voorbeelden in België van de ‘modernistische stad’. Zo volgt het schema het model van de lineaire stad die werd opgebouwd uit volledig uitgeruste wooneenheden die als ketens gestrekt liggen langs de autowegen, met een opeenvolging van spoor, industriezone, woonzone, handelsfuncties en autoweg. In die tijd werd de scheiding van functies gezien als voorwaarde voor een rationeel en gezond leven.
Ministerie openbare werken 1959 Topografische kaart 1982
In 1970 wordt S.B. Housmanskazerne verkocht aan de stad. Door de jaren heen krijgen een politiecentrum, stadsdiensten, een school en stadsmagazijnen hun plaats op de Havanasite.
De laatste jaren werd de Havanasite verder uitgebouwd in functie van het vervoersproject ‘Noorderlijn’. Deze lijn voorziet in de aanleg van een tramverbinding tussen het stadscentrum en de Havanasite. Een fietspaviljoen werd gebouwd en de bouw van een parkeergebouw voor 1700 auto’s is gestart. Deze doet dienst als P+R. Gebruikers hiervan kunnen het stadscentrum vlot bereiken met het openbaar vervoer.
Op vandaag situeren zich hier ook een tankstation, een recyclagepark, een drukreduceerstation en een schietstand van de politie.
1.2 Feitelijke toestand 1.2.1 Bestaande functies
De Havanasite heeft een totale oppervlakte van 18ha en omvat een verscheidenheid aan functies. De zone waarop de wijziging van toepassing is, heeft een oppervlakte van ca 3ha.
Op vandaag kent de gehele Havanasite verschillende (tijdelijke) functies.
Functies Havanasite (Eigen bewerking- Bron: Geopunt)
Op de terreinen van het voorliggende plangebied bevinden zich momenteel verschillende loodsen van de Antwerpse stadsdiensten.
Zoals eerder aangegeven wordt aan de westzijde van de Havanasite de P+R Luchtbal uitgebouwd. In 2019 werd naast het fietspaviljoen met 440 plaatsen, gestart met de bouw van een volwaardig parkeergebouw met 1700 plaatsen. Deze zal in gebruik genomen worden in 2021.
In afwachting van de bouw van het parkeergebouw is een tijdelijk parking aangelegd met 114 plaatsen. Deze bevindt zich ten westen van de kazerne. Ten zuiden van het fietspaviljoen bevindt zich een tankstation.
De kazerne bevindt zich ten zuiden van het plangebied. Hier is onder meer de politie tijdelijk gehuisvest. Ook worden verschillende delen gebruikt door de stadsdiensten. De toekomstige bestemming van deze gebouwen is bij de opmaak van het RUP nog niet duidelijk.
Ten oosten van de site bevindt zich een recyclagepark. Het lichten van de containers gebeurt grenzend aan het plangebied. Verder bevindt zich in het oosten een loods van de stadsdiensten (loods M&N), een tijdelijke parking voor de politie, een drukreduceerstation en het treinstation Antwerpen-Noorderdokken. 1.2.2 Bestaande morfologie
Bovenstaande beschreven functies kennen elk hun eigen morfologie. Algemeen is het centrale deel van het gebied loodrecht en parallel ingepland ten opzichte van de omgeving. Deze zones zijn op vandaag erg verhard. Het oostelijk deel is minder gestructureerd en kent een eerder groen kader.
Het parkeergebouw, dat zich aan de westzijde van het projectgebied situeert, zal 7 bouwlagen hoog zijn. Het zal een open parkeergebouw zijn waarin de ritmische structuur zichtbaar is.
De volumes van de S.B. Housmans kazerne bevinden zich rondom een paradeplein. Deze volumes zijn een sprekend voorbeeld van kazernearchitectuur uit het einde van de jaren ’30. De gebouwen zijn symmetrisch opgebouwd en kennen 2 tot 3 bouwlagen.
In het oosten van de kazerne bevindt zich de M&N loods. Aan de zijde van de Havanastraat is hier een recenter volume van 2 bouwlagen, ingepland.
In het oosten van het gebied bevindt zich verspreide bebouwing omgeven door groen. Schuin in dit gebied bevindt zich een langwerpige balk die dienst doet als schietstand voor de politie. Verder bevinden zich hier ook de installaties van een drukreduceercentrum, een werfzone met opslag van infrastructuurprojecten in de omgeving en een verharde zone voor een rijschool.
Volledig in het oosten bevindt zich het treinstation Antwerpen – Noorderdokken. Dit station bestaat uit een aantal beperkte volumes die dienst doen als overdekt perron en toegang tot de doorsteek onder de sporen. Aansluitend hierbij bevindt zich een verharde parking. Morfologie Havanasite (Eigen bewerking- Bron: Geopunt)
1.2.3 Bestaande groenstructuur
Het gebied is overwegend verhard en kent weinig ecologische waarde. De aanleg van twee verharde parkings heeft ook bijgedragen tot het verdwijnen van groenzones. Deze parkings zijn van tijdelijke aard. In het noorden bevindt zich een groene berm in relatie met de A12. In het zuiden van deze zone ligt er ook een groene strook langs de Havanastraat. Beiden zijn opgenomen op de Biologische Waarderingskaart en zijn gemarkeerd als jong loofbos. Het oostelijke deel van de site kent her en der beplanting. Het plangebied waarop voorliggende wijziging betrekking heeft is volledig bebouwd en verhard.
Biologische Waarderingskaart Havanasite (Eigen bewerking- Bron: Geopunt)
1.2.4 Bestaande ontsluiting en parkeren
Op en nabij de Havanasite bevinden zich verschillende verkeersmodi: bus, tram, trein, fiets, voetgangers, auto en vrachtverkeer.
Het westelijk deel staat in teken van het vervoersproject ‘Noorderlijn’. Reizigers kunnen hier gebruik maken van tram- en busverbindingen naar het stadscentrum en Merksem. Het parkeergebouw dat dienst doet als P+R biedt vlot toegang tot deze openbaarvervoersverbindingen met de halte ‘Antwerpen P+R Luchtbal’. Tram 6 en tram 1 kennen hun eindhalte op de site Havana. Buslijnen 720, 760, 761, 770, 771, 772, 775 en 776 hebben hier een halte. Rondom het parkeergebouw bevindt zich een keerlus in functie van de tram.
Netplan De Lijn (Bron: De Lijn)
Ten oosten van de Havanasite loopt de spoorlijn tussen Antwerpen en Roosendaal.
Er passeren verschillende bovenlokale fietspaden langs de Havanasite. Een eerste loopt langs de Noorderlaan aan de zijde van de woonwijk Luchtbal. Een tweede passeert langs de Havanastraat. De fietsostrades bevinden zich in het oosten, parallel met de spoorlijn, en in het noorden van het plangebied.
Voor voetgangers en fietsers is de Havanasite op vandaag beperkt toegankelijk. Het plangebied, de kazerne, de Seattlestraat, M&N loods en de zone rond de schietstand zijn op vandaag privédomein.
Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk, tram- en treinlijn (Eigen bewerking- Bron: Geopunt)
Gemotoriseerd verkeer kan de site bereiken via drie toegangen. De toegang langs de Noorderlaan en de Havanastraat zijn de hoofdtoegangen. De derde is toegankelijk vanuit de wijk Luchtbal en wordt beperkt gebruikt.
Het plangebied waar deze nota betrekking op heeft is op vandaag via interne wegenis, die aansluit op de Noorderlaan, Seattlestraat en Singaporestraat, bereikbaar.
De site bevindt zich nabij de A12 en de E19. Het op- en afrittencomplex Ekeren bevindt zich ten noordwesten van de Havanasite.
1.2.5 Nutsleidingen
Ten noorden van het plangebied bevinden zich verschillende nutsleidingen. Onderstaande figuur geeft een beeld van deze nutsleidingen. Activiteiten binnen de voorbehouden zone (5 m aan weerszijden van de pijpleidingen) zijn conform KB van 19 maart 2017 verboden, geen enkele interventie/obstakel/gebouw/constructie/maaiveldwijziging wordt hier toegestaan. Deze zone dient deugdelijk afgezet te worden middels bijvoorbeeld hekwerken. Indien activiteiten binnen deze zone onvermijdelijk zijn, dan dient er hiervoor toestemming gevraagd te worden aan PPS-Pipelines. Uitvoering kan alleen plaatsvinden na toestemming van PPS-Pipelines en onder toezicht van een tracé controller. Deze voorbehouden zone valt samen met de grens van het plangebied. Conform KB van 22 april 2019 dienen geplande werken binnen de beschermde zone (15 m. aan weerszijden van de pijpleidingen) verplicht het voorwerp uitmaken van een informatie uitwisseling tussen bouwheer en PPS-Pipelines als zijnde beheerder van de pijpleidingen. Het plangebied ligt deels binnen de beschermde zone. Ligging pijpleidingen (Eigen bewerking- Bron: opmetingen plangebied)
1.2.6 Fotowandeling
Aanduiding fotostandpunten
1. P+R, kazerne en tijdelijke parking 2. Noorderlaan en P+R in aanbouw
3. P+R, kazerne en tijdelijke parking 4. P+R, plangebied en kazerne
5. P+R - tijdelijke parking 6. Kazerne
7. Plangebied - tramsporen 8. Plangebied met voorbij rijdende tram
9. Doorgang tram langs plangebied 10. Plangebied met loodsen stadsdiensten 11. Oostwest relatie plangebied- kazerne 12. Plangebied met loodsen stadsdiensten
13. Plangebied - recyclagepark 14. Recyclagepark
15. Kazerne - loods stadsdiensten 16. Opslag stadsdiensten 17. M&N loods – kazerne – Seattlestraat 18. Kazerne - parkeerruimte stadsdiensten
19. Toegang - Seattlestraat 20. Havanastraat - Kazerne
21. Havanastraat - Kazerne 22. Argentiniëlaan (enkelrichting)
23. M&N Loods- Singaporestraat 24. Singaporestraat – Afsluiting politie
25. Singaporestraat – recyclagepark 26. Kazerne recyclagepark
27. Havanastraat – Luchtbal 28. Zijde Havanastraat kazerne
1.3 Omgevingsanalyse
Binnen de dienst Omgeving van de dienst Stadsontwikkeling heeft het team Ruimtelijk Onderzoek een omgevingsanalyse uitgevoerd op het plangebied. Het volledige document is terug te vinden in bijlage van deze nota.
Dit hoofdstuk is opgebouwd uit fragmenten van een uitgebreide omgevingsanalyse van het projectgebied. Aan de hand van geodata (GIS) en statistische data werd de omgeving op een kwantitatieve en objectieve manier in beeld gebracht.
Het projectgebied ligt in het noorden van de buurt (stat. sector) AN-Luchtbal-Noord (J8AN), waarbij de Manchesterlaan de grens is tussen Luchtbal-Noord en Luchtbal-Zuid (J80-) en in de wijk Luchtbal, omringd door grote infrastructuren en door de wijken Haven Antwerpen, Schoonbroek-Rozemaai en Lambrechtshoeken- Merksem.
1.3.1 Algemeen
De meest opvallende kenmerken van de wijk en buurt zijn de volgende:
Sociaal-demografisch profiel, buurt Luchtbal- Noord en wijk Luchtbal
Wonen:
Openbare ruimte:
Functies:
1.3.2 Mobiliteit
Naar doorwaadbaarheid scoort de buurt goed (336 knopen per km²), we streven naar 400 knopen per km². Vermits het bouwblok van de Havanastraat zeer groot is zijn er toch opportuniteiten om trage wegen en doorsteken en hiermee extra knooppunten te voorzien. Meer dan een vijfde van de wegen in de buurt Luchtbal-Noord zijn trage wegen (enkel voor voetgangers en fietsers), dat komt al in de buurt van de stad, waar een vierde trage wegen zijn (24,8%). Bijna 30% van de wegen zijn 30km/u wegen (t.o.v. stad 25,2%) en met 9,8% woonerven (20km/u weg) t.o.v. stad (1,4%), scoort de buurt opmerkelijk goed. Een aantal mobiliteitsvoorzieningen zijn niet aanwezig, dus geen enkele inwoner woont daarvan op wandelafstand: buurtfietsenstalling (stad: 6,7%), autodeellocatie (stad: 48,4%), buurtparking (stad: 27,9%). 71,2% van de inwoners van de buurt (88% in wijk) woont op 5 min wandelen van een velostation (stad: 87,1%). Een velostation aan het kruispunt met Philadelphiastraat en Argentiniëlaan zou de tekortzone helemaal kunnen oplossen en dit velostation zou dan vlakbij treinstation Noorderdokken zijn. Kaart doorsteekbaarheid/ stratenconnectiviteit (buurten), bron: omgevingsanalyse
Naar lokaal openbaar vervoer aanbod valt de Havana-site binnen de 400m (op 5 min wandelen) van de tramhalte ‘Antwerpen P+R Luchtbal’ (tramlijnen 1-P+R Luchtbal - Zuid en P+R Luchtbal +P+R Olympiade) en bestaand treinstation Noorderdokken (L-trein). Sinds de Noorderlijn tramlijn operationeel is, wonen alle bewoners op wandelafstand (stad: 65%), in 2016 was dit nog maar 30% van de buurt. Naar regionale uitstraling ligt het projectgebied buiten wandel-tramafstand en in toekomst wordt dit ook niet opgelost, want het station Noorderdokken is een lokaal en geen bovenlokaal station.
Kaart lokaal OV (intranet), (bron: omgevingsanalyse)
1.3.3 Milieu
De luchtkwaliteit, met name stikstofdioxide (NO2) op de site is 35-45 µg/m³. In de wijk Luchtbal wordt 10,7% van de inwoners als 16,1%van de oppervlakte blootgesteld t.o.v. stad (16,3%/5,9%) Het geluid op de site is tussen de 55-75 db. Boven de 60dB beschouwt men als een matig geluidsklimaat en milderende maatregelen zijn aangewezen. 86,5% van de oppervlakte van Luchtbal of 79% van de buurt Luchtbal-Noord wordt hieraan blootgesteld t.o.v. stad (61,5%). 60% van de inwoners van de buurt of 80% van de wijk wordt hieraan blootgesteld (stad 40,7%). Hiermee is de wijk Luchtbal een van de meest geluidsvervuilende wijken van Antwerpen, naast de wijk Deurne Luchthaven. Volgens de hittestresskaart zijn 99 % van de inwoners blootgesteld aan matige hittestress (t.o.v. stad 88,7%). Milderende maatregelen om de hitte te temperen zijn dan aangewezen: maximale schaduwval creëren, minimale verharding, natuurlijke ventilatie-corridors, open waterpartijen, groene inrichting en bomen in het openbaar domein, groendaken, groene gevels, lichte materialen voor gebouwen en het openbaar domein.
2 BIJLAGE 2: JURIDISCH KADER 2.1 Algemeen overzicht
2.2 Gewestplan
Het gewestplan is niet meer van toepassing sinds de goedkeuring van RUP Havanastraat.
2.3 A12- Zone non-aedificandi
In het noorden van het plangebied bevindt zich een bouwvrije zone van 30 meter langs de A12. Sedert 1958 gelden er langs autosnelwegen bouwvrije stroken. Op 25 januari 2019 werd deze regelgeving gemoderniseerd door de Vlaamse Regering.
Het besluit (d.d. 25 januari 2019) van de Vlaamse Regering betreffende de vrije stroken langs de autosnelweg stelt o.a.:
Zone non-aedificandi (eigen bewerking)
2.4 Plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen 2.4.1 RUP Havanastraat (2016)
Binnen het plangebied is op vandaag het RUP Havanastraat geldig; Het RUP Havanastraat dat in 2016 werd goedgekeurd verankert juridisch de ambities vooropgesteld in het masterplan voor de Havanasite. Er wordt ruimte geboden voor bovenlokale stedelijke activiteiten waarbij op een dense manier moet gebouwd worden. Een optimale benutting van de beschikbare oppervlakte en veel aandacht voor kwalitatieve publieke ruimte zijn harde randvoorwaarde.
De zone waarop de herziening van het RUP betrekking op heeft behoort tot de ‘zone voor detailhandel (De)’ en de zone voor publiek domein (Pu3). Ook de overdrukken- ‘laad- en loszone’ en ‘zone non-aedificandi’ zijn van toepassing.
Situering plangebied op RUP Havanastraat (2016)
Stedenbouwkundige voorschriften ‘Artikel 3 Zone voor detailhandel’ (De) Volgende functies zijn volgens het RUP Havanastraat toegelaten:-
Op vlak van inrichting geven de stedenbouwkundige voorschriften het volgende aan:
De minimale bouwhoogte bedraagt 12 meter, gemeten vanaf maaiveldniveau; De totale maximale bouwhoogte is 25 meter met uitzondering van 30% van de bebouwde oppervlakte waar hoger gebouwd mag worden met een maximum hoogte van 30 meter.
De maximale bebouwde grondoppervlakte is 25.000m². De minimale bebouwde grondoppervlakte is 17.900m² (dit is 65% van de terreinoppervlakte van zone De). Na aanleg van het retail gebouw kunnen voor het gedeelte van de zone dat niet werd benut, de voorschriften van de aanpalende zone Pu2 toegepast worden.
Terugwijken van de bouwperimeter is toegestaan. In de zuidelijke gevel is geen toegang tot inpandige parkeerplaatsen mogelijk. Vluchtdeuren en brandtrappen worden maximaal georganiseerd ter hoogte van de noordelijke gevel.
Het dak kan ingericht worden als parking waarbij de maximale bouwhoogte niet mag overschreden worden. Technische installaties mogen opgericht worden op elk dakoppervlak, ongeacht de hoogte, de installaties hoeven niet enkel op het hoogst gelegen gedeelte geplaatst. Indien het hemelwater maximaal wordt opgevangen voor hergebruik en de overstort wordt afgevoerd via een waterloop naar een wadi on de zone Gr, is in afwijking van de bouwcode de aanleg van een groendak niet verplicht.
In de stedenbouwkundige voorschriften wordt het volgende gezegd over de ontsluiting:
In de zone Ce1 zijn gekoppelde parkeervoorzieningen voor de P+R en de grootschalige detailhandel toegelaten, ondergronds of bovengronds in een parkeergebouw. Binnen de zones Ce1 en De geldt een totale maximale parkeernorm van 2700 autostaanplaatsen, voor beide zones opgeteld.
Er geldt een maximum parkeernorm van 1500 parkeerplaatsen voor de functie grootschalige detailhandel. Deze parkeernorm is te voorzien in zone Ce1 en/of zone De.
Parkeerplaatsen alsook de toegangen tot die parkeerplaatsen dienen geïntegreerd te worden in het gebouw: in een ondergrondse, half-ondergrondse parkeergarage, parkeerlagen ter hoogte van het maaiveldniveau (inpandig) of op het dak
De behoefte aan fietsenstallingen dient volledig ingericht en geïntegreerd te worden binnen de zones De en/of Ce1 en de fietsinfrastructuur die in zone Ce1 wordt voorzien ten behoeve van het multimodaal vervoersknooppunt aan de Noorderlaan- Ekersesteenweg kan in geen geval dienst doen als vereiste stallingsbehoefte voor fietsen die geldt voor de grootschalige detailhandel
De bezoekerstoegang voor voetgangers tot de grootschalige detailhandel bevindt zich aan de zuidwestelijke zijde van het complex.
Toegangen en inritten voor leveringen, laden en lossen van vrachtwagens mogen enkel voorzien worden via de oostelijke gevel met een ontsluiting naar de Havanastraat. Voor kleinschalige en sporadische leveringen is een afwijking mogelijk via Pu2 en de Havanastraat
Toegangen naar parkeervoorzieningen of laad-en loszones kunnen niet voorzien worden in de zuidelijke gevel, met uitzondering van noodtoegangen.
Hellende op- en afritten voor het toegankelijk maken van de parkeerlagen zijn te voorzien binnen het bouwvolume, onverminderd de mogelijkheid om de parkeerlagen aan te sluiten op het parkeergebouw in zone Ce1. De ontsluiting voor autobezoekers gebeurt via zone Ce1 en/of Pu3.
Artikel 4 ‘Overdruk- Laad- en loszone’ Volgende bestemming wordt aangegeven in de voorschriften:
Op vlak van inrichting wordt het volgende aangegeven:
Stedenbouwkundige voorschriften ‘Artikel 8 Zone voor publiek domein’ (Pu3) Deze voorschriften zijn van toepassing op de zone Pu1, Pu2, Pu3, Pu4, Pu5.
Volgende bestemming wordt aangegeven in de voorschriften:
Op vlak van inrichting geven de stedenbouwkundige voorschriften het volgende aan voor zone Pu3 :
Stedenbouwkundige voorschriften ‘Artikel 11 Overdruk- zone non-aedificandi Volgende bestemming wordt aangegeven in de voorschriften:
1° werken noodzakelijk voor het functioneren van de A12 als hoofdweg; 2° de aanleg, heraanleg en onderhoud van onder- en bovengrondse nutsleidingen; 3° de aanleg, heraanleg en onderhoud van waterlopen; 4° het afbreken van bestaande constructies; 5° de aanleg, heraanleg of onderhoud van openbare wegenis, parkeer- en circulatievoorzieningen of een fietspad zonder de functie leidingenstrook in het gedrang te brengen; 6° andere constructies die overeenstemmen met de grondkleur, mits zij opgericht worden voorbij de tiende meter, gemeten van de grens van het domein van de autosnelwegen en zonder de functie leidingenstrook in het gedrang te brengen.
De inrichting volgens grondkleur is van toepassing. In de zones Pu3 en Pu4 (voorbij de 10de meter gemeten vanaf het talud van de gracht) zijn de inrichting van openbare wegenis, parkeer- en circulatievoorzieningen toegelaten na voorafgaande toestemming van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Wegen en Verkeer, Antwerpen. Na aanleg van een of meerdere ondergrondse leidingen is een maximale heraanleg van de begroeiing met streekeigen beplanting verplicht.
2.4.2 GRUP Afbakening Grootstedelijke Gebied Antwerpen
Het plangebied is gelegen binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen. De Vlaamse regering heeft op 19 juni 2009 het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen definitief vastgesteld. Met dit plan stelt de Vlaamse Regering twee zaken voor:
Het plangebied ligt binnen de afbakeningslijn van het GRUP Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen maar er is geen grondbestemming van kracht.
Dit brengt met zich mee dat hier een stedelijk gebiedsbeleid zal gevoerd worden. Dit betekent dat vanuit het principe van gedeconcentreerde bundeling het stedelijk gebied wordt versterkt. Hierbij vormen ontwikkeling, verdichting en concentratie de uitgangspunten. Om uitzwerming, lintbebouwing en wildgroei van activiteiten van in het buitengebied te vermijden, is dit beleid gericht op het creëren van een aanbod aan bijkomende woningen, het voorzien van ruimte voor economische activiteiten, het versterken van stedelijke activiteiten en het stimuleren van andere vormen van mobiliteit. Zo wordt een versnippering van de ruimte voorkomen. Er moet echter ook rekening gehouden worden met de draagkracht van het stedelijk gebied, niet alleen kwantiteit maar ook kwaliteit van de ruimte en woonomgeving staat voorop. Het is noodzakelijk om de stedelijke gebieden te vernieuwen door het doorvoeren van onder andere een meer dynamische stadsvernieuwing en door strategische projecten. Het ontwikkelen van nieuwe woontypes en kwalitatieve leefomgevingen is een doelstelling.
Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen (Bron: GRUP Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen) 2.4.3 GRUP Afbakening Zeehavengebied Antwerpen
De Havanasite grenst in het westen aan het Gewestelijk RUP Afbakening Zeehavengebied Antwerpen. In april 2013 werd GRUP definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering.
Het GRUP geeft uitvoering aan de gewenste ruimtelijke structuur zoals die is vastgelegd in het RSV. De af te bakenen zeehavengebieden, waaronder de zeehaven van Antwerpen, zijn exclusief voorbehouden voor zeehavengebonden industriële; distributie-, opslag-, overslag en logistieke zeehavenactiviteiten.
Uitsnede grafisch plan GRUP Zeehavengebied Antwerpen (Bron: GRUP Afbakening GRUP Zeehavengebied Antwerpen)
2.4.4 GRUP Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren
Het plan heeft als doelstelling om de principes van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen met betrekking tot hoofdspoorwegen uit te werken, met name in dit geval voor de hoofdspoorweg voor goederenvervoer tussen Antwerpen en Montzen, waarvan spoorlijn 27A deel uitmaakt, ter hoogte van de zone "Oude Landen" (Ekeren).
Uitsnede grafisch plan GRUP spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren (Bron: GRUP spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren)
2.4.5 GRUP Oosterweelverbinding- wijziging
Het plangebied van RUP Oosterweelverbinding- wijziging bevindt zich in het zuidoosten van het plangebied van voorliggende nota. Het GRUP Oosterweelverbinding werd goedgekeurd dd. 16-06-2006. Het gewestelijk RUP ‘Oosterweelverbinding’ is een belangrijke stap in de uitvoering van het Masterplan Antwerpen. Het omvat het sluiten van de kleine ring R1 aan de noordzijde van de stad Antwerpen ter hoogte van Oosterweel.
Uitsnede grafisch plan GRUP Oosterweel- wijziging (Bron: GRUP Afbakening GRUP GRUP Oosterweel- wijziging)
2.4.6 RUP Contactzone Noorderlaan
Het plangebied van RUP Contactzone Noorderlaan bevindt zich in het zuidwesten van het plangebied van voorliggend RUP. Het RUP werd in november 2020 definitief vastgesteld.
De Contactzone Noorderlaan ligt tussen de wijk Luchtbal en de haven. In het begin van de jaren ’90 kende dit gebied eerder een industriële omgeving. Later is dit industriële karakter sterk afgebouwd.
In het RUP contactzone Noorderlaan worden volgende zaken opgenomen:
Afbakening RUP Contactzone Noorderlaan
2.4.7 GRUP Leidingsstraat Antwerpen- Rurh (Geleen)
Eén van de tracéalternatieven ‘tracé combinatie’ zoals opgenomen in het GRUP Leidingsstraat bevindt zich ten Noorden van voorliggend RUP. De Vlaamse Regering keurde op 18 december 2020 de startnota goed voor de opmaak van het GRUP Leidingstraat Antwerpen-Ruhr (Geleen). Het plan ligt op het grondgebied van 45 gemeenten in Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant.
Dit GRUP heeft als doel een reservatiestrook vast te leggen voor een ondergrondse leidingstraat tussen de haven van Antwerpen tot aan de grens met Nederland (Geleen) en verder door tot in het Ruhrgebied. Een leidingstraat is een zone waarin pijpleidingen gebundeld kunnen worden aangelegd. Situering plangebied RUP Havana en de locatie-alternatieven binnen GRUP Leidingsstraat
Situering ‘tracé combinatie’ GRUP Leidingsstraat
2.5 Verordeningen Bouwcode
De gemeentelijke stedenbouwkundig verordening ‘Bouwcode’ is van kracht sinds 4 april 2011. De bouwcode is een verzameling van regels die bepalen hoe de stad Antwerpen gebouwd of verbouwd mag worden. Bouwplannen moeten aan deze voorschriften voldoen om een omgevingsvergunning te krijgen. De voorschriften van dit RUP primeren boven deze van de Bouwcode. Gewestelijke verordening hemelwaterputten, infiltratie en buffervoorzieningen
Deze gewestelijke stedenbouwkundige verordening (dd. 05/07/2013) bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet verontreinigend hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakten. Het algemene uitgangsprincipe hierbij is dat zoveel mogelijk herbruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd naar de riolering.
3 BIJLAGE 3: PLANNINGSCONTEXT 3.1 Relatie met bovenlokale ruimtelijke structuurplannen 3.1.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
Dd. 23/09/1997 werd het Ruimtelijke structuurplan Vlaanderen (RSV) goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Later werd het gewijzigd.
Volgende selecties zijn van toepassing:
De bestaande ruimtelijke structuur van Vlaanderen, in het bijzonder van de stedelijke structuur, en de ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijke structuur vormen de basis voor het toekomstig stedelijk beleid. Vanuit deze beleidsmatige benadering kan het principe van de gedeconcentreerde bundeling worden waargemaakt en de druk op het buitengebied worden verminderd. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt Antwerpen aangeduid als grootstedelijk gebied gelegen in de Vlaamse Ruit (stedelijk netwerk van internationaal niveau).
Ieder stedelijk gebied wordt beschouwd als een economisch knooppunt. De stedelijke gebieden zijn van doorslaggevend belang voor de economische structuur van Vlaanderen.
De hoofdwegen hebben als hoofdfunctie het verbinden op internationaal niveau en als aanvullende functie verbinden op Vlaams niveau. Volgende hoofdwegen worden geselecteerd: R1 van A1 (Ekeren) tot A14 (Linkeroever), A1 van R1 (Ekeren) naar Breda, A12 van A1 (Ekeren) naar Bergen op Zoom, Noordelijke sluiting R1 aan te leggen van A11/N49 tot R1.
De R10 (Singel) van een te verbeteren verbinding met de N180 (Noorderlaan) en de N101 (Scheldelaan) tot een te verbeteren aansluiting op de N113 (Amerikalei) is geselecteerd als primaire weg categorie II.
De Lijn Antwerpen-Gent-Kortrijk-Rijsel behoort tot het net van de (inter)nationale verbindingen en de verbindingen van Vlaams niveau.
Naast zijn (inter)nationale verbindende functie ontsluit het hoofdwaterwegennet de belangrijkste economische knooppunten zoals de zeehaven van Antwerpen. Het bestaat ondermeer de volgende waterwegen: het Albertkanaal, de Schelde-Rijnverbinding, de Dokken te Antwerpen, de Zeeschelde en de Bovenschelde.
3.1.2 Strategische visie Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV)
De Vlaamse Regering keurde op 20 juli 2018 de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) goed. De strategische visie omvat een toekomstbeeld en een overzicht van beleidsopties op lange termijn, met name de strategische doelstellingen. De Vlaamse Regering heeft hiermee een beleidslijn uitgezet die een vernieuwende filosofie en aanpak in het ruimtelijke beleid wil inzetten.
Momenteel heeft de strategische visie van het BRV niet het statuut van een ontwerp van ruimtelijk beleidsplan, omdat er nog geen ontwerp-beleidskaders zijn goedgekeurd. Het biedt een basis voor regeringsbeslissingen ter realisatie van de visie.
Er wordt gestreefd naar het beter benutten van het bestaande ruimteverslag en het maximaal vrijwaren van de open ruimte. Hierbij biedt de ruimte een palet van leefomgevingen in sterke steden en dorpen zodat iedereen goed kan leven.
In het beleidsplan worden verschillende ruimtelijke (ontwikkelings-)principes opgesteld. Centraal staat in de eerste plaats het verhogen van het ruimtelijk rendement waarbij ruimtelijke uitbreiden een uitzondering is. Hierbij worden nieuwe ontwikkelingen binnen het bestaande ruimtebeslag opgevangen. Ook het versterken van een samenhangende en veerkrachtige (open) ruimte met ruimte voor landbouw, natuur en water is belangrijk. Binnen de ruimtelijke ontwikkeling staat de ruimtelijke kwaliteit centraal. Kernkwaliteiten van de omgeving worden in beeld gebracht en bespreekbaar gemaakt. De beleving van het landschap, gebouwen en groene publieke ruimte is hierbij aan de orde.
3.1.3 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen
Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen werd in januari 2001 definitief vastgesteld.
In het RSPA wordt de provincie opgedeeld in 4 hoofdruimten die uiting geven van diversiteit. De stad Antwerpen maakt deel uit van de Antwerpse fragmenten als hoeksteen van het stedelijk netwerk ‘Vlaamse ruit’. Karakteristiek voor de hoofdruimte is de sterke verwevenheid van functies en activiteiten en de ambitie om te streven naar een stedelijke vernieuwing. De hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’ worden nog verder uitgewerkt in zeven deelruimten.
Het plangebied van voorliggend RUP is gelegen in de deelruimte ‘Antwerpen grootstedelijk gebied aan de stroom’. De deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’ behoudt een centrale rol en biedt ruimte aan de meest hoogwaardige functies. Dat geldt voor wonen, bedrijvigheid, dienstverlening, grootschalige voorzieningen, (bv cultuur, gezondheidszorg, recreatie, …), distributie of verkeer. Een dergelijke concentratie van functies mag niet worden verzwakt door nieuwe polen van dit niveau te creëren.
Volgende ruimtelijke principes zijn van toepassing op het grootstedelijk gebied Antwerpen:
3.1.4 Conceptnota Beleidsplan Provincie Antwerpen
In 2019 keurde de provincieraad een eerste versie van het Beleidsplan Ruimte, de conceptnota, goed. In het najaar van 2019 werd een publieke raadpleging en adviesronde gevoerd. Op vandaag worden de reacties en adviezen verwerkt. Net zoals het beleidsplan Ruimte Vlaanderen heeft het beleidsplan nog geen juridisch statuut omdat er nog geen definitief beleidsplan ter vervanging van het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen, is goedgekeurd.
De conceptnota benoemt vier ruimtelijk principes die aan de basis liggen:
Vervolgens zijn er zeven strategieën opgenomen die de ruimtelijke principes vertalen:
3.2 Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA)
Het strategisch ruimtelijk structuurplan (s-RSA) opteert voor een subtiel ingrijpen op wat Antwerpen eigen is. Het tracht met een beperkt aantal strategische acties een maximaal stimulerend effect te hebben op de plek en de omgeving. Daartoe formuleert het een generiek en een gebiedsgerichte actief beleid. Deze zijn complementair en kunnen niet los van elkaar bekeken worden.
Het s-RSA werd goedgekeurd door de deputatie van de provincie Antwerpen op 21 december 2006. Voor het s-RSA is in 2013 het initiatief genomen om een evaluatie en actualisatie door te voeren. Het evaluatierapport werd op 19 december 2014 goedgekeurd en hierna werd de actualisatiefase opgestart. 3.2.1 Richtinggevend gedeelte: generiek beleid
Het generiek beleid beoogt de opmaak van een algemeen referentiekader dat van toepassing is op heel de stad. Het tracht zeven beelden uit het collectief geheugen te versterken: Antwerpen als waterstad/ ecostad/ havenstad/ spoorstad/ porueze stad/ dorpen en metropool/ megastad. Voor elk van deze beelden is een visie ontwikkeld die op haar beurt wordt vertaald in maatregelen en acties.
Het plangebied komt in geen enkel beeld rechtstreeks aanbod maar de nabije omgeving komt in nagenoeg elke beeld naar voren.
De waterstad Binnen dit ‘beeld’ staat het algemeen herstel centraal. Antwerpen is vergeten dat het een stad aan een stroom met een netwerk van beken, kanalen en dokken is. De stad is vergeten hoe het water de kwaliteit van het milieu, de leefomgeving en de werking van het ecologische systeem kan verbeteren.
Doelstelling zijn:
De vallei van de Grote Schijn met de Laarse beek, de Oudlandse beek, de Donkse beek, de Schone Schijn en de Kleine Schijn (waterlopen van 2e cat.) wordt in het s-RSA geselecteerd als belangrijke beekvallei. Deze vallei bevindt zich ten noorden van het voorliggende plangebied.
Het gebied ten noorden van het plangebied wordt geselecteerd als nieuw overstromingsgebied. Selecties voor de waterstad (bron: s-RSA)
Het s-RSA geeft aan dat in eerste instantie hoogbouw wordt ingezet langs de Schelde. Dit accentueert het idee ‘stad aan de stroom’. In tweede instantie kan hoogbouw ondersteunend werken lang stadspoorten (invalswegen van de stad).
De ecostad
De begrippen ecologie en open ruimte moeten als een belangrijk deel van onze hedendaagse welvaart worden beschouwd binnen het verstedelijkte gebied van Antwerpen en haar ruime omgeving. Het moet gezien worden als een voorziening om ons dagelijkse leven te verbeteren. Om de leefkwaliteit te verhogen moet het stedelijk gebied zijn inwoners groene ruimten kunnen aanbieden om elkaar te ontmoeten, te recreëren en te ontspannen.
Volgende doelstelling worden aangegeven in het s-RSA:
Ten noorden van het plangebied wordt ‘Oude Landen’ als nieuw overstromingsgebied of natte natuur geselecteerd.
Op vlak van open ruimte wordt in het oosten van het plangebied een open ruimte verbinding naar de Schelde geselecteerd: tussen Spoort Noord en Donkse Beek (5). In het oosten wordt een bestaande snipper voor de bebouwde ruimte geselecteerd. Selecties voor de ecostad (bron: s-RSA) De havenstad De haven is en blijft in de eerste plaats een belangrijke wereldhaven. Aan de selectieve en multimodale bereikbaarheid en de logistieke organisatie moet groot belang gehecht worden.
Het s-RSA maakt een aantal selecties grenzend aan de haven. Grenzend aan voorliggende plangebied zijn volgende selecties van toepassing:
Selecties voor de havenstad (bron: s-RSA)
De spoorstad Dit ‘beeld’ omvat niet alleen het openbaar vervoer maar ook ruimtelijke en functionele mobiliteitsaspecten.
Het openbaar vervoer, treinen en tramlijnen kunnen een positieve rol spelen in het verwezenlijken van een nieuw stedelijke concentratie. Hierbij moet de verdere spreiding, fragmentatie en gebrek aan stedelijkheid in het grootstedelijk gebied worden tegengegaan. De knooppunten van de verschillende vormen van openbaar vervoer moeten de ontwikkelingspolen van de stad bepalen. Hiernaast geeft het s-RSA ook aan dat de stad en de haven ook bereikbaar moeten blijven via de autowegen.
Er worden een aantal doelstelling aangegeven:
Nabij het gebied van voorliggend RUP worden op de selectiekaart voor de spoorstad een bestaand station/stop en een park&ride aangeduid. De Noorderlaan wordt als territoriale boulevard geselecteerd.
Selecties voor de spoorstad (bron: s-RSA)
De poreuze stad Porositeit is een materieel gegeven en heeft betrekking op de morfologie van de stad. Het is gerelateerd aan de verschillen in het stedelijk ruimtegebruik en de verschillende stromen van gebruikers in deze ruimte. De stedelijke ruimte en haar verschijningsvormen moeten zich kunnen aanpassen aan de steeds wijzigende omstandigheden en leefgewoonten in de maatschappij.
Het s-RSA benoemt volgende doelstellingen in functie van de morfologie:
Binnen of grenzend aan het voorliggende plangebied zijn geen selecties opgenomen. In het zuiden, in de wijk Luchtbal, zijn een aantal zones aangeduid voor projecten in moderne stadswijken. Ook worden een aantal zones ‘restgroen’ geselecteerd in deze wijk. Hierbij moet worden ingezet op het verhogen van groen in de moderne stadwijken.
Dorpen en metropool: policentrische stad De onderlinge relatie tussen de dorpen en de metropool is aan het evolueren. Antwerpen maakt deel uit van een nieuwe stedelijke vorm, het grootstedelijk netwerk of de Megastad. Binnen deze Megastad moeten nieuwe relaties ontwikkeld worden tussen de dorpen en de metropool.
Voor de metropool worden volgende doelstellingen aangegeven:
Noorderlaan wordt beschreven als te verdichten zone.
Verder is metropolitaan gebied de belangrijkste ruimte voor ontwikkeling van representatieve en grootstedelijke economische functies. De algemene regel die hier toegepast moet worden wil zowel gebruik maken van economische functies om processen rond stadsvernieuwing en transformaties te promoten en te implementeren; als van een stedelijke vernieuwing om processen rond economische groei te promoten en te implementeren. Hierbij worden volgende criteria gehanteerd:
Het metropolitaan gebied wordt geselecteerd als harde ruggengraat (zie verder). Het plangebied maakt deel uit van de selectie van het metropolitaan gebied. Het bevindt zich in het uiterste noorden. In het zuiden van het plangebied wordt een stedelijk en buurtcentra geselecteerd als lokaal centra. Selecties voor de dorpen en metropool (bron: s-RSA)
Dorpen en metropool – erfgoed De historische stedelijke kwaliteit is de footprint van Antwerpen en het geeft hem zijn identiteit. Het bouwkundig en het onderliggend archeologisch erfgoed zijn voor de stad dan ook structuur- en beeldbepalend.
Volgende doelstelling worden vooropgesteld:
De in het zuiden, van het plangebied, gelegen wijk Luchtbal wordt geselecteerd als cultuurhistorisch en architecturaal samenhangend gebied.
Selecties voor de dorpen en metropool - erfgoed (bron: s-RSA)
Dorpen en metropolen – wonen Er moet een nieuw evenwicht gevonden worden in de stad. Hierbij geldt in functie van wonen een bijzonder aandacht woningen en hun woonomgeving.
Volgende doelstellingen worden opgenomen in het s-RSA:
Het plangebied van voorliggend RUP wordt, samen met de sociale woonwijk Luchtbal geselecteerd als ‘gebied onder breed management’. Dit zijn gebieden waarbinnen zich verschillende onbebouwde of te herstructureren percelen bevinden uit de woningprogrammatie. Het s-RSA zegt dat in Luchtbal Noord moet gezocht worden naar een sociaal evenwicht (wonen en voorzieningen). Deze zone moet, als stedelijk centrum in het lager netwerk, extra aandacht krijgen voor deze woonproblematiek. Nieuwe woontypologieën en verder ontwerpmatig onderzoek zijn vereist om een nieuwe mix van woningen te bewerkstelligen, gecombineerd met centrumfuncties.
De zone ten westen van het voorliggende plangebied is aangeduid als een gebied dat is uitgesloten voor bebouwing op basis van watertoets (ROG-MOG 2006), historische waarde of natuurwaarde.
Selecties voor de dorpen en metropool – wonen (bron: s-RSA)
Dorpen en metropolen – werken Een ruimtelijk plan heeft niet als doel het economisch beleid voor de stad uit te stippelen. Het kan beschouwd worden als een aanvulling op een beleid voor ontwikkeling en kan helpen en sturen bij duurzame groei. Hiervoor worden volgende doelstellingen aangegeven:
In functie van voorliggende plangebied zijn er geen selecties opgenomen in het s-RSA. Het aangrenzende gebied aan de Noorderlaan wordt aangeduid als ‘contactzone: stedelijk + havengerelateerd’.
Dorpen en metropool- recreatie Antwerpen wil meer welzijn creëren. Het wil een stad zijn waarin zowel inwoners als bezoekers zich goed voelen.
Volgende doelstellingen worden opgenomen in het s-RSA:
Het voorliggende plangebied wordt aangeduid als te herstructureren bestaande recreatieve cluster. Het s-RSA geeft ook aan dat Luchtbal niet zozeer een cluster is maar wel een opeenvolging van sportvelden, voorzieningen en scholen langs de Noorderlaan. Er wordt aangegeven dat de noordelijke zijde van de Havanastraat eventueel kan worden afgewerkt met een bebouwingswijze die coherent is met de watergevoeligheid en met een cultuur-recreatieve functie die aansluit bij de lokale cluster.
Hiernaast wordt Luchtbal/ Noorderlaan ook aangeduid als toplocatie. Toplocaties moeten beschouwd worden waar één specifieke grootstedelijke voorziening kan gevestigd worden. De locatie kan zowel met sport, cultuur of diensten algemeen ingevuld worden. De site Luchtbal/ Noorderlaan is strategisch gezien haar ligging. Het ligt tussen het zuidelijk deel van de haven en het noordelijke deel van de stad en het park.
Selecties voor de dorpen en metropool – recreatie (bron: s-RSA)
De megastad Het s-RSA geeft aan dat de stad opnieuw voordeel moeten halen uit haar ligging. De stad moet inwoners en economie in de stad houden en een nieuwe groep aantrekken. Haar locatie maakt haar de aangewezen kandidaat voor een concentratie van arbeidsintensieve activiteiten en diensten. Ook het aanbieden van een kwaliteitsvolle stadsleven behoort tot de rol van de stad.
3.2.2 Richtinggevend gedeelte: actief beleid
Het actief beleid concentreert zich op vijf strategische ruimten: Harde Ruggengraat/ Zachte Ruggengraat/ Groene Singel/ Levend Kanaal/ Lager Netwerk met Stedelijke Centra. Binnen deze ruimten worden strategische programma’s geformuleerd, die op hun beurt specifieke projecten omvatten.
In het actief beleid van het s-RSA wordt het plangebied gecatalogeerd als een gebied van strategisch belang voor de hoofdstructuur van de stad. Het maakt deel uit van de harde ruggengraat: een lineaire stedelijk condensator. Het is het voornaamste structurerende element van de metropolis, de kern van Antwerpen als grootstad. Gemengde programma’s op grootstedelijk en internationaal niveau kunnen hier gelokaliseerd worden. Vanuit ruimtelijk, functioneel en symbolisch oogpunt is de voornaamste doelstelling in deze strategische ruimte het herdefiniëren en het bewerkstelligen ‘ex novo’ van de relatie tussen de stad en de Schelde.
Het voorliggende plangebied bevindt zich in het uiterste noorden van de harde ruggengraat en bevat een strategisch programma. Het s-RSA zegt het volgende:
Het noordelijke deel van het district is tegen de autosnelweg en aan de hoofdingang van de zuidelijke haven gesitueerd en vormt een residentieel gebied dat geïsoleerd gelegen is. Hier zijn nog enkele bebouwbare terreinen aanwezig. Omwille van het overstromingsgevaar zijn de meeste stukken echter niet bruikbaar. De beschikbaarheid van deze braakliggende gronden bieden, mede door de nabijheid van het spoorwegstation Noorderdokken en andere bestaande voorzieningen, een mogelijkheid tot het ontwikkelen van een nieuwe, kwalitatief ingerichte centraliteit o.a. met nieuwe sportfaciliteiten in open lucht. Een belangrijk doel is het afzwakken van de huidige scheiding veroorzaakt door de infrastructuur en het versterken van de verbindingen tussen de verschillende delen, zowel ten noorden als ten zuiden van de Masurebrug (de brug zelf maakt deel uit van het programma van het lager netwerk), via een nieuw stedelijk centrum. Open ruimten en toegeruste groene ruimten zijn fundamenteel voor deze continuïteit.
Programma Noorderlaan: strategische ruimtes (bron: s-RSA)
Zoals aangegeven maakt het plangebied deel uit van de harde ruggengraat. Hiernaast grenst het in het noorden en oosten aan de zachte ruggengraat. Dit is een opeenvolging van onderling verbonden ruimten, gerelateerd aan het watersysteem. Deze strategische ruimte heeft als voornaamste doelstelling het creëren van een krachtig en samenhangend ecologisch systeem zoals omschreven door het beeld van de ecostad en waterstad. Het is een element dat in interactie met de harde ruggengraat de hoofstructuur van de stad zal bepalen. Strategische kaart: strategische ruimten, programma’s en projecten (Bron: s-RSA)
3.3 Andere beleidsplannen 3.3.1 Routeplan 2030: Regionaal mobiliteitsplan Vervoerregio Antwerpen (april 2020)
Het Routeplan 2030 is het multimodaal mobiliteitsplan voor de Vervoerregio Antwerpen. Deze regio bestaat uit 32 gemeenten. Het geïntegreerd mobiliteitsplan ondersteunt maximaal de shift naar duurzame modaliteiten met als ultieme doel om de bereikbaarheid en leefbaarheid in de regio op een duurzame manier te waarborgen. Het mobiliteitsplan geeft invulling aan het mobiliteitsbeleid dat op regionaal niveau zal worden (uit)gevoerd en geeft kader aan het lokale mobiliteitsbeleid.
De visienota ‘Samen vooruit’ werd in juni 2018 goedgekeurd. Hierin werden de doelen en 10 ambities voor Vervoerregio Antwerpen gedefinieerd. De belangrijkste doelstelling is het behalen van een modal split van 50/50 (maximum 50% van de verplaatsingen met de auto) tegen 2030. De strategieën zijn verder uitgewerkt in de plannota Routeplan 2030 waarvan de ontwerpversie in april 2020 werd goedgekeurd door de Vervoerregioraad.
In het Routeplan 2030 is de visie op een samenhangend en gelaagd systeem bestaande uit mobiliteitsknopen en netwerken (fiets, openbaar vervoer, auto, vracht) bepaald, en dit volgens het decreet ‘Basisbereikbaarheid’. Daarnaast is er vorm gegeven aan de invulling van ‘ruimte en nabijheid’, ‘sturen van gebruik’ en nodige samenwerkingsvormen. Dit geheel resulteert in een evaluatiekader en een programma van maatregelen.
Concreet in functie van voorliggend RUP zal de aangrenzende P+R Luchtbal functioneren als een ‘instappunt’ van het sneltramnetwerk gezien deze direct is aangesloten op het hoofdwegennet. De P+R bevindt zich in de ‘Urbane Zone’ waarin een ring van regionale mobiliteitsknooppunten vanuit elke windrichting wordt voorzien.
Verder faciliteert de Vervoerregio het collectief busvervoer in het havengebied van Antwerpen. Dit is uitgewerkt in het vervoer op maat-plan als onderdeel van het nieuwe OV-plan 2021. Hierbij zal het collectief busvervoer via de mobiliteitsknopen verknopen aan het regionale openbaar-vervoernet, zoals de sneltram, zodat werknemers ook zelf op een duurzame manier de haven kunnen bereiken. Als laatste wordt binnen het Minder Hinder-plan van Oosterweel gewerkt aan de verknoping aan de mobiliteitsknoop Luchtbal dat het station Noorderdokken (treinnet) en Havana met de P+R Luchtbal tot één knoop opwaardeert.
3.3.2 Ontwerp bestuursakkoord Antwerpen 2019-2024
In het bestuursakkoord Antwerpen wordt in functie van de Havanasite het volgende gezegd:
In het kader van de ontbussing van onze stad werken we op termijn aan busterminals, bijvoorbeeld op het mobiliteitsknooppunt Schijnpoort en Havanasite, waar we specifiek de private internationale buslijnen naar afleiden. In de tussentijd zoeken we in overleg met de actoren naar bruikbare oplossingen.
3.3.3 Beleidsplan Mobiliteit: Antwerpen actief en bereikbaar 2020 I 2025 I 2030
Het beleidsplanplan is een verbreding en verdieping van het Mobiliteitsplan Antwerpen dat in februari 2005 werd vastgesteld. Er werd met name gekozen voor verbreding en verdieping van zeven thema’s:
Antwerpen streeft met het stedelijke mobiliteitsbeleid naar een bereikbare en actieve stad. De belangrijkste uitdagingen zijn een snel groeiende bevolking en een economie die moet kunnen meegroeien. Om dit te kunnen bereiken zet de stad in op het efficiënt mogelijk benutten van de beschikbare ruimte. Financiële en technologische middelen worden zo gericht mogelijk ingezet.
In samenwerking met hogere overheden streeft de stad naar sterke netwerken voor de verschillende modi die stad en haven optimaal bereikbaar maken. Vanuit een heldere wegenhiërarchie streeft de stad naar een sterk stadsnetwerk.
Nabij het plangebied zijn de A12 en de E19 aangeduid als hoofdweg. De Noorderlaan, Havanastraat en Ekersesteenweg zijn aangeduid als onderliggend wegennet.
Hoofdwegennet (Bron: mobiliteitsplan Antwerpen)
In de figuur van het mobiliteitsplan wordt de tramlijn in het westen van het plangebied aangegeven als ‘te realiseren’. Deze is op vandaag reeds in gebruik. Bovenlokaal tramnet (Bron: mobiliteitsplan Antwerpen)
In het oosten loopt een hoofdroute in functie van het hoofdfietsnet. Dit is de fietsostrade Antwerpen- Essen. In het westen en het zuiden van het plangebied bevindt zich een kernroute. Bovenlokaal fietsnet (Bron: mobiliteitsplan Antwerpen)
Wijkwegen maken wijken en kernen bereikbaar en ontsluiten daar hoofdzakelijk lokale bestemmingen op wijkniveau (bv cultuurcentrum, specifiek winkel- of horecagebied) en in omgekeerde richting ontsluiten zij de ‘hogere’ hiërarchieën van wegen. Op kruispunten vinden typisch veelvuldige uitwisselingen van verkeer plaats van en naar hogere wegen of lagere straten. In een grootstedelijke context geven deze wegen zeer vaak toegang tot individuele woningen. Leefkwaliteit en oversteekbaarheid zijn hier dus van groot belang. Het snelheidsregime is in de regel 50 km/u. Ter hoogte van schoolomgevingen kan een lagere maximumsnelheid gelden van 30 km/u door middel van variabele signalisatie. Ook hier is scheiding van voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer het uitgangspunt en worden oversteekplaatsen beveiligd. Ook kan worden gekozen voor de uitbouw van parallelle routes waar bijvoorbeeld fietsstraten een rol in kunnen spelen. In het mobiliteitsplan wordt de Noorderlaan aangeduid als steenweg. De Havanastraat en Ekersesteenweg zijn aangeduid als stadsweg.
Stadswegen (Bron: mobiliteitsplan Antwerpen)
Er wordt gestreefd naar een stadsbrede en doordachte inplanting van parkeerfaciliteiten. Om de bestemming te bereiken biedt de stad verschillende opties aan: parkeren aan de rand van de stad op Park&Ride’s. De Havanasite wordt aangegeven als een plek die aan de rand van de stadsrand ligt en hier hierdoor makkelijk en direct ontsloten wordt door hoofdwegennet. Op deze zones liggen P+R’s met een grote capaciteit die aansluiten op snelle en hoogfrequente tramlijnen. Deze plekken richten zicht op een optimale moduswissel. Naast de ontlasting van het stadsnetwerk van een deel van het dagelijks autoverkeer, verlichten P+R’s zo ook de parkeerdruk in de stad. De P+R’s worden uitgebouwd als goed draaiende transferia, met overstapmogelijkheden naar verschillende bestemmingen en een aanbod van verschillende vervoersmodi. Het mobiliteitsplan geeft aan dat P+R’s ook goed bereikbaar moeten zijn met de fiets. Ze moeten ook over kwaliteitsvolle fietsenstallingen beschikken. Zoals eerder beschreven wordt de het P+R op vandaag gebouwd. De fietsenstallingen is reeds aanwezig. 3.3.4 Groenplan stad Antwerpen (2017)
In februari 2017 werd het Groenplan ‘Levendig landschap’ voor de ganse stad goedgekeurd.
In het overkoepelende Groenplan staan de gewenste groenstructuur en algemene principes die stadsbreed toepasbaar zijn. Het Groenplan deelt de stad op in 14 groene landschappen. Elk van de landschappen heeft zijn eigen typische kenmerken en troeven. De 14 groengebieden blijven evolueren. Het Groenplan omvat een tal van acties en richtlijnen om de gebieden kwalitatief te verbeteren en te versterken.
Overzicht van de 5 groenstructuren en de 14 groene landschappen (Bron: Groenplan Antwerpen)
Op basis van de ruimtelijke samenhang en de onderlinge wisselwerking definiëren de robuuste ruimten op het niveau van de stad een gewenste groenstructuur die is opgebouwd uit 5 superparken:
Het plangebied van voorliggend RUP grenst in het noorden aan het Noorderpark. Dit superpark bestaat uit het Laagland, de Wetlands, de Polders van Stabroek, de Opstal-vallei, de Scheldepolders en het Noordelijk Heideland. Het gebied markeert de overgang tussen de hogere Brabantse Wal en de lagere poldergronden. Het omvat landschappen die verschillende geografische niveaus of lagen vertegenwoordigen. Het groenplan zet in op de raakvlakken tussen deze landschappen en de onderlinge samenhang doorheen het hele superpark.
Inzoom Noorderpark in functie van plangebied
3.4 Lopende of geplande projecten in of in de omgeving van het plangebied Masterplan 2020: stadsproject BRABO 2
Het stadsproject Brabo 2 maakt deel uit van het Vlaamse Masterplan 2020 – Bouwstenen voor de uitbreiding van het Masterplan Mobiliteit Antwerpen. Dit plan masterplan werd in 2010 goedgekeurd door de Vlaamse regering.
Brabo 2 is één van de onderdelen van het masterplan 2020 en omvat de heraanleg van de Noorderleien en het Operaplein, alsook een nieuwe tramverbinding op de Noorderlaan tot aan de Havanastraat en op het Eilandje. Het project moet via het openbaar vervoer zorgen voor een vlotte, hoogwaardige verbinding met het noorden van de stad en het Eilandje. Onder andere de Noorderlaan wordt ingericht als stedelijke boulevard met aandacht voor ruimtelijke kwaliteit en verkeersveiligheid.
Op vandaag lopen de werken op zijn einde. Op de Havanasite is een fietspaviljoen gebouwd en is het parkeergebouw P+R Luchtbal op dit moment in aanbouw.
Beelden Brabo 2 (Bron: noorderlijn.be)
Parkeergebouw P+R
In 2019 zijn de werken aan het parkeergebouw gestart. De opening is voorzien voor 2021.
De Havanasite is het eindpunt van de nieuwe tramlijn Noorderlaan. Het parkeergebouw doet dienst als P+R. Het telt 1700 parkeerplaatsen verdeeld over zeven bouwlagen en is ca. 32 m hoog. Hiervan waren 750 plaatsen voorzien in functie van de grootschalige detailhandel. Deze plaatsen kunnen nu mogelijk ingezet worden voor het woon-werkvervoer van het personeel dat in de TCN zal tewerkgesteld zijn. Er wordt verder ook bekeken wat de mogelijkheden zijn in functie van de vracht- en dienstvoertuigen.
Op de eerste verdieping is de mogelijkheid voorzien voor een autobrug in relatie met het plangebied van voorliggend RUP. Op de derde verdieping is er de mogelijkheid voor een voetgangersbrug.
Rond het parkeergebouw bevindt zich de keerlus van de tram.
Inplantingsplan parkeergebouw (Bron: Vergunning)
BusHUB
De site Havana is een multimodaal vervoersknooppunt en strategisch gelegen. De mogelijkheid voor de uitbouw van een busHUB voor collectief vervoer in de haven wordt op vandaag onderzocht door verschillende instanties. Hier in zijn nog geen concrete keuzes gemaakt.
In functie van locatie van de busHUB werd een locatie onderzoek gevoerd door Port of Antwerp. Op onderstaande figuur zijn deze locatiealternatieven op de site Havana weergegeven. Begin september 2020 werden de plannen vanuit Port of Antwerp stopgezet. Afwegingskaders locatie alternatieven door Port of Antwerp Afwegingskaders locatiealternatieven door Port of Antwerp
De mogelijkheden binnen de groenzone werden reeds verder onderzocht. Op vandaag gebeurt de ontsluiting van dit gebied via de Chicagostraat en de Philadelphiastraat.
Mogelijke inrictingsvoorstellen busHUB binnen de groenzone
Ook wordt de mogelijkheid onderzocht om op het gelijkvloers van het P+R gebouw om te vormen naar een busparking. Vanuit het ‘Minder hinder programma ’21 naar aanleiding van Oosterweel werken wordt de Havanasite ook naar voor geschoven. De site wordt aangegeven als knooppunt. Er wordt ingezet op een voetgangers- en fietsverbinding, ruimte voor havenshuttles en perrons en fietsenstalling. Minder hinder, voorbeelden A12
Ringpark Groenendaal Tussen september 2017 en mei 2018 zijn zes ontwerpteams aan de slag gegaan om projecten uit te werken die wonen en leven rond de Antwerpse Ring aangenamer maken. Het park Groenendaal is één van deze projecten. Dit gebied bevindt zich ten zuidoosten van het projectgebied en loopt van aan het Albertkanaal tot de Mazurebrug.
Het projectgebied Ringpark Groenendaal (Bron: degroteverbinding.be)
4 BIJLAGE 4: BESLISSING DIENST MER
zie link 5 BIJLAGE 5: BESLISSING TEAM EXTERNE VEILIGHEID
zie link 6 BIJLAGE 6: OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN
zie link
|