2.4 Overige relevante studies en plannen | |
2.4.1 Ontwerp strategisch plan haven van Antwerpen (rechterscheldeoever) (einddocument juni 2004) In het rapport ‘ontwerp strategisch plan haven van Antwerpen (rechterscheldeoever) wordt een toekomstvisie op de haven uitgewerkt. Dit rapport dient mede als basis voor de uitwerking van een ruimtelijk uitvoeringsplan. Het rapport dient als een tussenstap opgevat te worden in het proces. Het ontwerp strategisch plan levert de leidraad voor de toekomst.
In de hypothese van visie en ruimtelijke concepten wordt het belang van het opwaarderen van landschap en ecologie in en rond de haven onderstreept. Enkele belangrijke ruimtelijke concepten zijn:
Ter hoogte van Berendrecht en Zandvliet vormen het water en de esplanade op de kanaaloever het aantrekkelijke en vlot toegankelijke grensgebied. De Stocatradijk dient kwalitatief verbeterd te worden. Ten noorden van deze dijk wordt een omvangrijk natuurgebied omheen het antitankkanaal uitgebouwd.
Rond de haven krijgen grote gehelen natuur een verdere kans voor ontwikkeling. Het betreft onder andere het bos- en natte natuurlandschap aan de zuidzijde van Berendrecht (met o.m. de bosrijke pool rond Reigersbos en een omvangrijk natuurgebied rond het antitankkanaal: cfr. ‘combinatievoorstel’ uit de bufferstudie). De nieuwe natuurontwikkeling ten zuiden van Berendrecht (ook Opstalvalleigebied genoemd) kan in samenhang met het gebied Kuifeend een belangrijke rol spelen bij het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen.
De gewenste ruimtelijke structuur wordt opgesteld op basis van de visie en concepten. In deze gewenste ruimtelijke structuur worden belangrijke buffers en nieuwe natte ontwikkeling ten zuiden en zuidoosten van Berendrecht (Reigersbos-Opstalvalleigebied) als nieuwe en vernieuwende structuurbepalende elementen aangeduid.
Er wordt bovendien een combinatievoorstel uitgewerkt voor de noordelijke randzone: combinatievoorstel voor Zandvliet – Berendrecht – vormingsstation Noord – logistiek park. Dit reikt een samenhangende en evenwichtige oplossing aan, zodanig dat aan de essentiële eisen en bekommernissen van vele actoren en dorpsbewoners kan tegemoet gekomen worden. Belangrijk voor het plangebied is dat er in hoofdzaak natte natuurontwikkeling gebeurt ten zuiden van Berendrecht. Deze natuurontwikkeling omvat ca 190 ha poldergebied, ten zuiden van Berendrecht richting A12, aansluitend bij de bestaande en te versterken ca. 50 ha natuur van het Reigersbos. Deze compensatieregeling dient ter compensatie van
In de bijlagen van het strategisch plan wordt de aanleg van het natuurgebied Berendrechtpolder (Opstalbeekvallei) uitgewerkt. Het gebied waarvoor een RUP (voor de herbestemming tot GENO) opgemaakt zal worden, wordt afgebakend. Het plangebied valt buiten het aangeduide gebied voor RUP, maar wordt wel aangeduid als aansluitend ‘groen karakter’ bij het RUP.
Specifiek voor het ‘deelgebied Berendrecht-Zandvliet’ worden o.a. volgende elementen in de visie en ontwikkelingsperspectief aangehaald:
Enkele belangrijke conceptelementen voor het plangebied zijn:
In de structuurschets wordt geen specifieke uitspraak gedaan over het plangebied. 2.4.2 Gnop (definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 28/04/1997) 1. Landschappelijke en ecologische analyse In het GNOP wordt Antwerpen opgedeeld in verschillende deelgebieden. Het plangebied behoort tot de ‘noordelijke districten’. Er zijn meerdere waardevolle elementen in en rond het plangebied aanwezig. In het GNOP wordt een uitgebreide landschappelijke en ecologische analyse gegeven van deze waardevolle elementen.
Waterlopen In en rond het plangebied zijn vier beken gelegen:
De Dorpsbeek en de Opstalbeek zijn sterk antropogeen beïnvloed.
Reigersbos en omgeving 1. Bos en kasteelpark Hof ter Delft Het Hof ter Delft is een typisch kasteelpark met variatie in open en begroeide gronden en majestueuze parkbomen. Het is momenteel nog een kunstmatig kasteelparkbos met een eentonige ondergroei waarin op sommige plaatsen natuurlijke verjonging plaatsgrijpt.
Mits het nodige beheer en natuurlijke verjonging kan het gebied ontwikkelen tot een gevarieerd en structuurrijk eiken-beukenbos op voedselrijke bodem.
Het Reigersbos wordt bedreigd door recreatiedruk en wordt gezien als de laatste groene buffer tussen de dorpskern van Berendrecht en de haven. Dit zal de draagkracht van het gebied in belangrijke mate bepalen.
2. Weilanden Eerder soortenarme, vrij vochtige graslanden met een groot aandeel kleine landschapselementen (KLE’s) onder de vorm van bomenrijen (essen en eiken) en meer westelijk rietzomen met een grote landschappelijke waarde. De biologische waarde is momenteel eerder beperkt. Het is een complex cultuurlandschap met een gradiënt van droge naar erg vochtige, lichtbemeste tot arme, soortenrijke graslanden. Mits een gericht beheer kan hier een biologisch erg waardevolle brakwaterflora aanwezig zijn. Het is een belangrijk weidevogelgebied en een biotoop voor de blauwe reiger. Het gebied staat echter onder druk van de havenuitbreidingen.
Buffergebied tussen Berendrecht en Delwaidedok Als gevolg van natuurlijke successie is het gebied grotendeels verworden tot een wilgenstruweel met plaatselijke overgangen naar een wilgenbos. In het zuiden en zuidwesten zijn er zandvlakten bedekt met een pioniersvegetatie en met plantensoorten van verstoorde milieus. De oorspronkelijk biotopendiversiteit in het gebied is grotendeels verdwenen.
Natuurlijk wilgenbos dat kan evolueren naar climaxbos, mogelijk eiken-berkentype, door natuurlijke processen, met geleidelijke overgang naar open, ruime graslanden van het arme, droge type op de huidige zandvlakte. Het gebied staat onder druk van de havenuitbreiding.
Kanaaldijk (De Zouten) Brede, open ruimte met van zuid naar noord een geleidelijke bebossingsgradiënt. De dijk draagt een erg soortenarme vegetatie waarin wilg domineert. De eermalige pioniersvegetatie op de hellingen is verruigd.
Typische vegetatie van droge, arme tot zeer arme zandgrond in diverse stadia van successie.
Berendrechtse dijk en oostelijke eiken-berkenbosje Eiken-berkenbos op arme, zandige grond met een geringe biologische waarde door de kleine oppervlakte. Het is belangrijk als stapsteen in het omringende open landschap. De dijk heeft een grote landschappelijke - en relictwaarde en fungeert als een lineair verbindingselement, wat haar een hoge ecologische waarde geeft. De geringe toegankelijkheid, de aanwezige natuurlijke opslag en de aanwezigheid van waardevolle eiken erop geven haar tevens een belangrijke biologische waarde.
Natuurlijk eiken-berkenbos met geleidelijke overgang naar omliggende weilanden. Belang als stapsteen binnen de ecologische infrastructuur van het gebied, waarvan de Berendrechtse dijk het belangrijkste element is. Ook dit gebied staat onder druk van de havenuitbreiding.
2. Actieplan In het actieplan van het GNOP wordt het volgende voorgesteld voor het Reigersbos en omgeving: - ontwikkeling ecologische infrastructuur door volgende maatregelen:
In het kader van de Samenwerkingsovereenkomst “Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling” heeft de stad de mogelijkheid gekregen haar verouderde gemeentelijk natuurontwikkelingsplan te herwerken. Op 14 mei 2004 is de Beleidsovereenkomst Natuurlijke Entiteiten goedgekeurd door het college en op 22 juni 2004 door de gemeenteraad. Dit document is een agenda voor stedelijke natuurontwikkeling. Het omvat beleidsintenties en een actieplan met als doel de groenvoorziening beter af te stemmen op de behoeften van de stedelingen. De overeenkomst bestaat uit een inventaris van de actuele toestand inzake groenvoorzieningen en natuurlijke infrastructuren in de stad, en duidt op dat vlak positieve trends en pijnpunten aan. Met deze gegevens voorhanden is een nieuwe visie uitgetekend in verband met natuurontwikkeling voor de hele stedelijke ruimte. Er is vooral gekeken naar de kwalitatieve verbetering en vermeerdering van groene accenten in het binnenstedelijk gebied, daar waar het eerste plan meer aandacht had voor de natuurwaarden in de buitengebieden, de zogenaamde ‘groene gordel’.
Met betrekking tot het Reigersbos en omgeving wordt het volgende vermeld:
“Het Reigersbos is stadseigendom en voor dit gebied, samen met de bufferzone (dus ook de bufferdijk), werd recentelijk een beheersplan opgemaakt. Voor het landschap ten oosten van de bomenbank werden beheersovereenkomsten afgesloten voor het behoud van de kleine landschapselementen, maar deze overeenkomsten worden niet nagekomen. Voor het beheer van de Berendrechtse dijk werd voorgesteld deze zo veel als mogelijk af te sluiten om betreding te vermijden, dit zou gebeuren door de afsluiting van de aanpalende weiden op te schuiven of door afsluiten van beheersovereenkomsten voor de particuliere eigendommen. Het gebied tussen de antitankgracht, de A12 en de huidige begrenzing van de zeehaven, en dan verder doorlopend naar het westen tot aan het kanaaldok komt mogelijk in aanmerking als compensatiegebied bij de uitbreiding van het vormingsstation Antwerpen-Noord.”
2.4.3 Overstromingsgebieden (Bijlage 4: Hydrografie en overstromings- en risicogebieden watertoets)
Sinds 24 november 2003 is met het nieuwe decreet integraal waterbeleid de watertoets in Vlaanderen in voege getreden.
De gemodelleerde gebieden (de wetenschappelijk meest betrouwbare kaart) zijn voor 60 procent van het grondgebied voltooid. De opgemaakte kaart blijft relatief, er moet immers altijd rekening gehouden worden met een zekere marge. De beleidsmatige vertaling van deze informatieve kaarten zal gebeuren via de opmaak van bekkenbeheersplannen, waarin afgewogen wordt waar omwille van het waterbeheer overstromingsgebieden nodig zijn om schade aan woongebieden en bedrijven te vermijden. Deze plannen moeten volgens het decreet integraal waterbeleid pas in 2006 klaar zijn.
Ondertussen kunnen de bestaande kaarten enkel als informatief beschouwd worden. In de onderstaande figuur wordt een uittreksel gegeven van deze kaarten, ingezoomd op het plangebied.
In en rond het plangebied zijn enkele zones aangeduid als risicozones voor overstromingen. Rond de Dorpsbeek zijn twee risicozones aangeduid:
Rondom de Opstalbeek en het antitankkanaal is een grotere risicozone aangeduid. 2.4.4 Afbakening VEN-gebieden 1ste fase Op 27 juni 2003 heeft de Vlaamse regering het voorontwerp van besluit van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) goedgekeurd. Er zijn geen VEN-gebieden in de omgeving van het plangebied gelegen. 2.4.5 Biologische waarderingskaart (Bijlage 5: Biologische waarderingskaart)
In de biologische waarderingskaart wordt een inventarisatie van de biologisch waardevolle gebieden gegeven. De biologische waarderingskaart is een uniforme en gebiedsdekkende inventaris van de Vlaamse biotopen en het Vlaams grondgebruik. In en rond het plangebied zijn meerdere biologisch waardevolle tot zeer waardevolle gebieden gelegen. In de bijhorende tabel (zie bijlage) wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste gebieden rondom het plangebied. 2.4.6 Boskartering (Bijlage 6 Boskartering)
Het bos ten zuiden van het plangebied werd opgenomen in de boskarteringslaag. Dit wil zeggen dat het voldoet aan artikel 3 van het Bosdecreet en minstens 0,5 ha groot is, 25 m breed is en een sluiting heeft van minstens 20 %. De bosjes met een oppervlakte kleiner dan 0,5 ha zijn niet opgenomen in de boskartering, maar vallen wel onder de voorschriften van het Bosdecreet. 2.4.7 Vogelatlas (Bijlage 7: Vogelatlas)
De afbakeningen van de vogelatlas werden opgestart als project door het Instituut voor Natuurbehoud in het kader van Omzendbrief EME 2000.01 (Ministerie Vlaamse Gemeenschap, 2000).
In de Vogelatlas worden drie gebieden ter hoogte van het Reigersbos aangeduid (zie bijlage), die belangrijk zijn voor de blauwe reiger. Langs het kanaaldok is een broedgebied van regionaal belang gelegen, dit gebied omvat tevens een broedkolonie. Het Reigersbos is een pleistergebied van regionaal belang.
|