7.0.1. Inplantingsschets

 

Binnen een projectzone kunnen stedenbouwkundige vergunningen slechts verleend worden mits de bebouwing, die onderwerp uitmaakt van de vergunningsaanvraag, binnen de ganse projectzone gekaderd wordt door middel van een inplantingsschets. De inplantingsschets maakt verplicht deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning en wordt meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van deze aanvragen. De inplantingsschets is louter een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het onderzoeken van de vergunningsaanvraag in het licht van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften van dit BPA. De inplantingsschets vormt geen bijkomend toetskader om de vergunningsaanvraag te beoordelen.

 

Een uitzondering hierop kan toegestaan worden voor bestaande gebouwen die bij de openbaarmaking van dit BPA reeds binnen de projectzones aanwezig waren en niet afwijken van de voor de bestemmingszone geldende voorschriften. Voor deze gebouwen kunnen instandshoudings- of verbouwingswerken vergund worden zonder dat een inplantingsschets voor de hele projectzone opgesteld dient te worden.

 

Bij elke nieuwe vergunningsaanvraag kan het dossier hetzij een bestaande inplantingsschets bevatten, hetzij een aangepaste of nieuwe inplantingsschets. In geval van een aangepaste of nieuwe inplantingsschets dient alleszins rekening gehouden te worden met de reeds gerealiseerde elementen binnen het gebied.

 

De inplantingsschets moet aan volgende voorwaarden voldoen:

 

  • De basis van de schets is een plan op schaal van minstens 1/500 waarop de bestaande toestand nauwkeurig is weergegeven: aanwezige bebouwing, wegenis, beplanting, reliëf en de relevante afmetingen en hoogten. Er dienen minimaal 10 foto’s toegevoegd te worden om een zo volledig mogelijk inzicht te verschaffen in de bestaande toestand van het gebied.

 

  • De inplantingsschets moet minstens een voorstel bevatten met betrekking tot de aanduiding van bouwzones, publiek toegankelijke en private open ruimten en tenslotte toegangen tot en circulatie doorheen de projectzone (met focus op de ontsluiting van de betreffende bebouwing en de aansluiting ervan op de bestaande en toekomstige wegenis). De inplantingsschets kadert de bebouwing binnen de ganse projectzone.

 

  • Er dient tevens aangegeven te worden op welke wijze de inplantingsschets rekening houdt met de aansluiting met aangrenzende projectzones of bestemmingszones.

 

Het College van Burgemeester en Schepenen kan op basis van het ingediende dossier nog bijkomende gegevens opvragen die ze nodig acht.