3.3.3 Beleidsplan Mobiliteit: Antwerpen actief en bereikbaar 2020 I 2025 I 2030

 

Het beleidsplanplan is een verbreding en verdieping van het Mobiliteitsplan Antwerpen dat in februari 2005 werd vastgesteld. Er werd met name gekozen voor verbreding en verdieping van zeven thema’s:

  • Grote infrastructuurprojecten;

  • Openbaar vervoersnetwerk;

  • Categorisering van wegen en straten;

  • Parkeren en stallen voor fiets en auto;

  • Kernstad;

  • Verfietsing van de stad;

  • Milieu, energie en gezondheid.

 

Antwerpen streeft met het stedelijke mobiliteitsbeleid naar een bereikbare en actieve stad. De belangrijkste uitdagingen zijn een snel groeiende bevolking en een economie die moet kunnen meegroeien. Om dit te kunnen bereiken zet de stad in op het efficiënt mogelijk benutten van de beschikbare ruimte. Financiële en technologische middelen worden zo gericht mogelijk ingezet.

 

In samenwerking met hogere overheden streeft de stad naar sterke netwerken voor de verschillende modi die stad en haven optimaal bereikbaar maken. Vanuit een heldere wegenhiërarchie streeft de stad naar een sterk stadsnetwerk.

 

Nabij het plangebied zijn de A12 en de E19 aangeduid als hoofdweg. De Noorderlaan, Havanastraat en Ekersesteenweg zijn aangeduid als onderliggend wegennet.

 

 

 [image]

Hoofdwegennet (Bron: mobiliteitsplan Antwerpen)

 

In de figuur van het mobiliteitsplan wordt de tramlijn in het westen van het plangebied aangegeven als ‘te realiseren’. Deze is op vandaag reeds in gebruik.

 [image]

Bovenlokaal tramnet (Bron: mobiliteitsplan Antwerpen)

 

In het oosten loopt een hoofdroute in functie van het hoofdfietsnet. Dit is de fietsostrade Antwerpen- Essen. In het westen en het zuiden van het plangebied bevindt zich een kernroute.

 [image]

Bovenlokaal fietsnet (Bron: mobiliteitsplan Antwerpen)

 

Wijkwegen maken wijken en kernen bereikbaar en ontsluiten daar hoofdzakelijk lokale bestemmingen op wijkniveau (bv cultuurcentrum, specifiek winkel- of horecagebied) en in omgekeerde richting ontsluiten zij de ‘hogere’ hiërarchieën van wegen. Op kruispunten vinden typisch veelvuldige uitwisselingen van verkeer plaats van en naar hogere wegen of lagere straten. In een grootstedelijke context geven deze wegen zeer vaak toegang tot individuele woningen. Leefkwaliteit en oversteekbaarheid zijn hier dus van groot belang. Het snelheidsregime is in de regel 50 km/u. Ter hoogte van schoolomgevingen kan een lagere maximumsnelheid gelden van 30 km/u door middel van variabele signalisatie. Ook hier is scheiding van voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer het uitgangspunt en worden oversteekplaatsen beveiligd. Ook kan worden gekozen voor de uitbouw van parallelle routes waar bijvoorbeeld fietsstraten een rol in kunnen spelen.

In het mobiliteitsplan wordt de Noorderlaan aangeduid als steenweg. De Havanastraat en Ekersesteenweg zijn aangeduid als stadsweg.

 

 [image]

Stadswegen (Bron: mobiliteitsplan Antwerpen)

 

Er wordt gestreefd naar een stadsbrede en doordachte inplanting van parkeerfaciliteiten. Om de bestemming te bereiken biedt de stad verschillende opties aan: parkeren aan de rand van de stad op Park&Ride’s. De Havanasite wordt aangegeven als een plek die aan de rand van de stadsrand ligt en hier hierdoor makkelijk en direct ontsloten wordt door hoofdwegennet. Op deze zones liggen P+R’s met een grote capaciteit die aansluiten op snelle en hoogfrequente tramlijnen. Deze plekken richten zicht op een optimale moduswissel. Naast de ontlasting van het stadsnetwerk van een deel van het dagelijks autoverkeer, verlichten P+R’s zo ook de parkeerdruk in de stad. De P+R’s worden uitgebouwd als goed draaiende transferia, met overstapmogelijkheden naar verschillende bestemmingen en een aanbod van verschillende vervoersmodi. Het mobiliteitsplan geeft aan dat P+R’s ook goed bereikbaar moeten zijn met de fiets. Ze moeten ook over kwaliteitsvolle fietsenstallingen beschikken. Zoals eerder beschreven wordt de het P+R op vandaag gebouwd. De fietsenstallingen is reeds aanwezig.