3.4.1 Masterplan Mobiliteit 2020
Op 30/03/2010 besliste de Vlaamse Regering om principieel in te stemmen met een aangepast Masterplan (Masterplan 2020). Het Masterplan Antwerpen is opgesteld door het Vlaams Gewest met als doelstellingen:
-
Het garanderen van de bereikbaarheid van stad en haven.
-
Het verhogen van de verkeersveiligheid.
-
Het herstellen van de leefbaarheid.
In het besluit van de Vlaamse Regering over het Masterplan 2020 wordt gesteld dat er tegen 2020 een duurzame modal split voor de Antwerpse agglomeratie moet bereikt worden van 50/50: 50% van de vervoersbewegingen dient te voet, met de fiets of met het openbaar verboer te gebeuren.
De Oosterweelverbinding wordt ook opgenomen in dit masterplan. De Vlaamse Regering wil namelijk een dubbele ondertunnelde oplossing voor de Derde Scheldekruising uitvoeren (zie ook GRUP Oosterweelverbinding en GRUP Oosterweelverbinding – wijziging). Daarnaast zijn als relevante selecties te vermelden de tramlijn Linkeroever-Zwijndrecht en de ontsluiting Linkeroever-Noord als strategische projecten in dit masterplan. Ook de tramlijn naar Beveren is een bijkomend project binnen masterplan 2020.
3.4.2 Mobiliteitsplan Antwerpen
Het richtinggevend gedeelte van het Mobiliteitsplan Antwerpen ‘Actief en bereikbaar’ werd goedgekeurd op 22/01/2015.
Het mobiliteitsplan is cruciaal voor de uitbouw van het mobiliteitsbeleid waarvoor de gemeente bevoegd is. Het mobiliteitsplan legt ook de visie op de verschillende netwerken voor fiets, openbaar vervoer en auto vast. Daarnaast is het gemeentelijk mobiliteitsplan het kader voor de projecten en acties die in samenwerking met andere partners (het Vlaams gewest, De Lijn, de NMBS, de provincies, ...) gerealiseerd kunnen worden.
In dit mobiliteitsplan staan de visie en strategie van de stad voor een actief en bereikbaar Antwerpen beschreven. De nadruk op ‘actief’ komt van het idee dat bewoners, bedrijven, handelaars en bezoekers hun activiteiten organiseren dankzij efficiënte verplaatsingen van en naar de woning, het werk, de school, de winkel, sport- en culturele voorzieningen en van en naar een onderneming, de klant, een vergadering, een bedrijventerrein of de haven. Bereikbaar betekent de impuls voor activiteiten die bewoners en bezoekers, pendelaars en investeerders aantrekt om een stedelijke dynamiek op gang te brengen. Niet het verplaatsingsmiddel (fiets, tram, auto,…), maar de gebruiker staat hierbij centraal.
In het mobiliteitsplan wordt gesproken van een oeververbinding tussen Linker- en Rechteroever. Dit kan door middel van bv. waterbussen, watertaxi’s, een overzetboot,... Wat de verbindingen over land betreft wil het mobiliteitsplan inzetten op het doortrekken van het openbaar vervoeraanbod tot Linkeroever-Noord. In eerste instantie zou dit gebeuren door het inzetten van de streeklijnen. Nadien kan de nood aan een tramantenne worden geëvalueerd. Verder is Linkeroever opgenomen in de lage emissiezone die in de loop van 2016 werd ingevoerd.
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200480.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200480.jpg)
Masterplan 2020 (bron: Stad Antwerpen)
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200481.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200481.png) ![i_RUP_11002_214_10027_00001_200482.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200482.png) ![i_RUP_11002_214_10027_00001_200483.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200483.png)
Figuren uit Mobiliteitsplan Antwerpen
3.4.3 Hoogbouwnota
De HoogBouwNota vormt het ruimtelijke beleidskader voor hoogbouw in Antwerpen. Aanvragen voor hoogbouwprojecten worden afgetoetst aan de kwaliteitseisen, richtlijnen en aandachtspunten, geformuleerd in de hoogbouwnota.
De hoogbouwnota is een sturend en controlerend instrument voor kwaliteitsvolle hoogbouw op verschillende schaalniveaus, ongeacht de locatie. Zo wil de stad kwaliteit garanderen door de opname van criteria in de vorm van een checklist en het voeren van een traject in dialoog. De checklist bestaat uit hoofdthema's waarin kwaliteitseisen, richtlijnen en aandachtspunten worden aangereikt voor de stedenbouwkundige inplanting en de architecturale uitwerking van hoogbouwprojecten. Hierdoor wordt eerst de locatiegeschiktheid (stedelijk functioneren, stadsbeeld, mobiliteit, milieu-effecten, lucht en geluid) nagegaan en vervolgens de architecturale geschiktheid (beeldkwaliteit, verblijfskwaliteit, keuze-architectuur en modal split, duurzaamheid). Alle initiatieven worden onderworpen aan een grondige motivatie en moeten voldoen aan uitgebreide criteria.
Hoogbouw kan op verschillende manieren gemotiveerd worden; in het teken van concentratie en menging van functies, weloverwogen verdichting, vrijwaring van open ruimte, optimalisering van mobiliteitsstromen, innovatieve woontypologieën, gebruik van duurzame technieken …
Hoogbouw is in theorie overal mogelijk, maar zal altijd grondiger en anders gemotiveerd moeten worden dan in de gebieden ‘waar het vanuit de visie op stadsontwikkeling gemakkelijker te motiveren is’. Buiten die gebieden zal hoogbouw daarom slechts uitzonderlijk overwogen worden.
De HoogBouwNota bouwt een bescherming in van zichtassen op het historische stadscentrum. Op basis van de stadsbeeldanalyse worden de zeer markante assen met zicht op de OLV Kathedraal uitgesloten van hoogbouw. Op zeer grote afstand zijn dat de assen Boomsesteenweg en Blancefloerlaan.
De stad kiest voor een traject in dialoog. De aanpak is vergelijkbaar met de voorbespreking voor 'reguliere' stedenbouwkundige vergunningsaanvragen. Het gaat om een advies-procedure voor de eigenlijke indiening van de vergunningsaanvraag. De initiatiefnemer dient zijn hoogbouwrapport in en kan tijdens het traject de nodige aanpassingen voorstellen. Bij de beoordeling van de vergunningsaanvraag wordt met alle adviezen rekening gehouden.
De GECORO (Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening) toetst initiatieven aan de uitgebreide set van locatiecriteria. De welstandscommissie toetst de architectuur en beeldkwaliteit. Hiermee krijgt de GECORO, naast de stadsdiensten en de welstands-commissie, een belangrijke rol in de adviesprocedure. Zo ontstaat een maximaal maatschappelijk draagvlak.
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200484.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200484.png)
Gebieden waar hoogbouw principieel is uitgesloten en waar hoogbouw gemakkelijker te motiveren is (bron: HoogBouwNota stad Antwerpen)
3.4.4 Ruimtelijk Ontwikkelingsconcept Scheldepark Linkeroever
Het ruimtelijk ontwikkelingsconcept Scheldepark Linkeroever werd goedgekeurd door het College van Antwerpen op 1 februari 2008.
Het Scheldepark Linkeroever is een ruimtelijke ontwikkelingsconcept dat door de Stad Antwerpen werd uitgewerkt in het kader van het strategische Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA). Scheldepark-Linkeroever behoort tot de strategische ruimte Zachte ruggengraat van het s-RSA. Verschillende stedelijke projecten (Middenvijver) en initiatieven van de Vlaamse overheid (de Oosterweelverbinding en het Sigmaplan) dienen zich aan in dit gebied. Het college gaf in februari 2008 de opdracht om een ontwerpend onderzoek voor heel het park op te starten met het oog op het zoeken naar ruimtelijke samenhang tussen al deze initiatieven en de formulering van ontwikkelingsperspectieven.
De algemene visie op het Scheldepark Linkeroever is vertaald in 3 krachtlijnen:
-
Landschappen markeren en beleefbaar maken;
-
Het creëren van een landschappelijke onderlegger;
-
Werken met een padenstructuur als ‘materialisering’ van de beleving.
Ten westen van het Regattaproject is een groene verbinding gepland die samenvalt met de toekomstige Groene Singel. Deze zal via een nieuw te bouwen Scheldebrug Linker- en Rechteroever verbinden voor openbaar vervoer, zachte weggebruikers en lokaal verkeer. Deze groene strook van ca. 100m breed wordt groen ingekleed en herbergt tramlijnen, een fietspad en wegenis voor lokaal verkeer. Deze groene boulevard moet een verbinding vormen tussen Middenvijver en Galgenweel. Het is de bedoeling om de oversteekbaarheid van de Blancefloerlaan te verbeteren. Dit is nog niet concreet uitgewerkt, maar mogelijkheden zijn het verplaatsen van de carpoolparking en het inzaaien van de trambedding.
Een onderdeel van het Scheldepark is de zogenaamde Parkstad, zijnde het bestaande woonweefsel op Linkeroever. De specifieke morfologie van dit stadsdeel drukt immers een andere ‘groen-rood’ stempel op haar omgeving dan bijvoorbeeld het geval is op Rechteroever (de bouwblokkenstad, binnenstad). De verhouding ligt hier anders, ‘groen’ (niet-bebouwde ruimte) overheerst op ‘rood’ (bebouwing). Dit heeft veel te maken met de manier waarop er gebouwd is op Linkeroever. De diverse publieke en semi-publieke – groene – ruimten zorgen ervoor dat de hele Parkstad op zich kan functioneren, dat het gebied ervaren en gebruikt kan worden als een welbepaald type park met tal van paden. Deze padenstructuur zal niet onbelangrijk blijken te zijn bij het gebruik van het park, en dit zowel in zijn geheel als in zijn onderdeel. Volgende elementen zijn essentiële onderdelen van de Parkstad:
Deze geven voornamelijk een gevoel van ruimte. De figuur van de laan is in essentie het belangrijkste landschappelijk structurerend element van de Parkstad. In de visie worden verschillende type lanen gedifferentiëerd.
Afhankelijk van in welk morfologisch gedeelte (privé-woningen of appartementen) van Linkeroever we ons bevinden zal de schaal en gebruik van deze gras(zand)vlakte variëren.
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200485.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200485.png)
Ontwikkelingsconcept Scheldepark Linkeroever (bron: Stad Antwerpen)
3.4.5 Regatta
Regatta is een nieuwe wijk van circa 40 ha. ten zuiden van de Blancefloerlaan. In totaal worden aan Galgenweel 450 woningen en 1.100 appartementen ontwikkeld en wordt er ruimte voorzien voor kantoren en winkels.
Eind 2009 ging de eerste fase van het project Regatta in, met de werken aan de onderliggende infrastructuur voor de nieuwe wijk. De bouw van de eerste woningen startte in 2010. Regatta wordt gefaseerd gerealiseerd tot 2025 als alles volgens plan verloopt. Tegelijk werd in 2012 ook gestart met de aanleg van het Galgenweelpark, dat inmiddels voltooid en opgeleverd is.
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200486.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200486.jpg)
Regatta project (bron: Stad Antwerpen)
3.4.6 Actualisatie Inrichtingsplan (en Beeldkwaliteitsplan) Regatta
Het oorspronkelijke inrichtingsplan dateert van 2007. In januari 2015 werd het inrichtings-plan geactualiseerd.
Op basis van de kwalitatieve en kwantitatieve voorschriften van het BPA Galgenweel / Borgerweert levert het inrichtingsplan de ruimtelijk-functionele condities (de ‘contouren’ en ‘enveloppes’) waarbinnen concrete ontwikkelingen gerealiseerd moeten worden. De contouren worden echter pas definitief en éénduidig vastgelegd door middel van meer gedetailleerde verkavelingsplannen of in de architectuuropdrachten. Het inrichtingsplan is een leidraad voor de ontwikkeling van de verschillende bouwdelen. Dit plan is destijds, in 2007, opgemaakt met BUUR en nadien in 2015 met awg architecten en bOb Van Reeth als kwaliteitsbewaker. Op basis van de ervaringen uit de eerste fase en de evolutie op de Antwerpse woningmarkt zijn een aantal aanpassingen onderzocht en doorgevoerd ter actualisatie van het inrichtingsplan. De concrete aanleiding voor de herziening van het plan is dus het ingaan van een nieuwe fase in het plan nu de eerste fase bijna is afgerond (deelzone met gemengde bestemming aan de Blancefloerlaan en de meest oostelijke deelzones in de Wijk voor wonen, de bouw van de eerste park-appartementen in de Parkrand Oost en een woonzorgcentrum langsheen de Blancefloerlaan).
De bestemmingszone Ga, de noordelijk wand, maakt de functionele en morfologische overgang tussen het woonprogramma van de bestemmingszone ‘Wijk’ en een gemengd stedelijk programma langs de Blancefloerlaan. Binnen deze zone zijn Ga1 en Ga2 reeds gerealiseerd. De zone Ga3 is in uitvoering. Op deze zichtlocatie worden commerciële ruimten en wonen gerealiseerd.
De bestemmingszone Gb, de westelijke zone aangeduid als “kantoor/commercieel”, maakt de functionele en morfologische overgang tussen het woonprogramma van de bestemmingszone ‘Wijk’ en de Groene Singel. Het inrichtingsplan voorziet binnen deze zone 190 appartementen en 40.236m2 aan kantoren.
De bestemmingszone Gc, de zuidelijke recreatieve zone, vormt de scharnier tussen drie verschillende ruimtelijke gehelen: de woonwijk, de (kantoor)zone langs de Groene Singel en het oeverlandschap rond het Galgenweel. De bestemmingszone zelf wordt dan ook opgedeeld in drie deelzones die elk qua programma en morfologie aansluiten op hun randen, en die gegroepeerd zijn rond een centraal wijkplein. De bebouwing van de deelzones vormt de wanden rond het wijkplein.
De deelzone Gc2, tussen het insteekdok en de Groene Singel, wordt gereserveerd voor een grootstedelijk recreatief programma dat maximaal inspeelt op de recreatieve potenties van het Galgenweel. De nevenbestemmingen handel en horeca ondersteunen deze hoofdfunctie. Zolang geen recreatief programma gerealiseerd wordt, maakt deze deelzone deel uit van het oeverlandschap rond het Galgenweel.
Het beeldkwaliteitsplan heeft betrekking op de architectuur en de publieke ruimte binnen het project. Het is een soort van blauwdruk voor de gewenste structuur, identiteit en ‘belevingswaarde’. Ook dit document werd opgemaakt door awg architecten.
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200487.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200487.png) ![i_RUP_11002_214_10027_00001_200488.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200488.png)
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200489.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200489.png)
Overzicht realisatie d.d. januari 2015 (bron: Inrichtingsplan 2015)
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200490.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200490.png)
Regattawijk (bron: Inrichtingsplan 2015)
3.4.7 Speelweefselplan Linkeroever
Het speelweefselplan van Linkeroever dateert van december 2015.
Een speelweefselplan in het algemeen is een netwerk van autoluwe of autovrije fiets- en looproutes in een bepaalde buurt of wijk, aangevuld met ‘speelimpulsen’ onderweg. Door in kaart te brengen waar kinderen spelen wordt gekeken welke ingrepen wenselijke zijn en op welke manier de veiligheid langs die routes verbeterd kan worden. Het doel is te komen tot veilige en aantrekkelijke speelruimtes.
Het speelweefselplan voor Linkeroever is een onderzoeksrapport over het speelruimteweefsel in de wijk Antwerpen-Linkeroever. Het omvat een omgevingsanalyse, met o.m. een analyse van inspraak, GIS-analyse, terreinbezoeken, plananalyses,...alsook concrete beleidsvoorstellen en acties.
Het bestaande en gewenste speelweefsel binnen het projectgebied wordt in kaart gebracht en geëvalueerd. Dit gebeurt op verschillende schaalniveaus: macro, meso en micro.. Op het microniveau (buurtniveau) wordt ingegaan op enkele wijken, namelijk Centrum, Noordwest, Noordzuid, Zuid en Regatta.
De Combori site behoort binnen het Speelweefselplan tot de deelruimte ‘Regatta’. Binnen de Regattawijk worden zeven binnenpleinen voorzien. Het zijn geen formele speel-ruimten, maar hoofdzakelijk grasvlaktes met paden en siergroen voor informeel spel en ontmoeting. Er zijn twee buurtpleinen voor formeel spel.
Binnen de deelruimte Regatta ziet het Speelweefselplan volgende potenties in de vorm van publieke ruimtes:
-
Kleine buurtgerichte ruimten: groene binnengebieden in de wijk zelf.
-
Grote wijkgerichte ruimten.
-
Wijkoverschrijdende groene ruimten en publieke ruimte (aan Galgenweel).
Daarnaast zijn er ook een aantal knelpunten met betrekking tot de deelruimte Regatta:
-
Het Galgenweel is gelegen aan de rand van de wijk. Dit is een grotere publieke ruimte met voorzieningen. Deze moeten dus goed bereikbaar zijn vanuit de wijken. Extra aandacht voor veilige oversteekplaatsen van de hoofdstraten en veilige autovrije verbindingen.
-
Vele percelen worden omzoomd met sterke grenzen en erfmuren. Dit zorgt voor een mindere sociale controle. Bijkomende aandacht dient geschonken te worden aan het beleefbaar maken van de openbare ruimte.
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200491.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200491.png)
Regattawijk met 7 binnenpleinen en 2 buurtpleinen (bron: Inrichtingsplan - actualisatie)
3.4.8 Aanleg speel- en sportterrein Regatta
Op het terrein dat begrensd wordt door de Blancefloerlaan, het perceel van de sporthal, het perceel van Fab181, de Aalscholverlaan en de Hugues C. Pernathlaan wordt de aanleg van een speel- en sportterrein beoogd. Plannen hiervoor zijn in opmaak. Het terrein behoort tot de zone “Rand Combori” van het BPA Galgenweel Borgerweert.
Het doel is een multifunctionele sport-, spel- en verblijfsruimte te creëren met elementen voor "street sports". Eén van de voorwaarden is dat er in het plan ruimte voorzien moet worden voor een basisschool met een footprint van 1400m2 en een speelplaats van 2000m2. Dit maakt het mogelijk om in de toekomst de keuze voor een school niet te hypothekeren. Ook dienen de doorgangen en verbindingen van het BPA Galgenweel Borgerweert gerespecteerd te worden. Daarnaast dient het terrein een groen karakter te hebben met veel bomen, aansluitend aan het Galgenweelpark. Om het terrein interessanter te maken voor sport en spel, worden enkele heuvels voorzien. Ook wordt de wadi plaatselijk verbreed om de speelmogelijkheden hiervan te vergroten. Indien mogelijk worden de hekken rond de sporthal verwijderd.
3.4.9 Recreatieve kaart van Linkeroever
Deze kaart werd gemaakt door de Stad Antwerpen en geeft een overzicht van alle groene gebieden zoals Middenvijver, het Esmoreitpark en het Rot. Ook geeft de kaart weer waar er sportactiviteiten en speeltuinen te vinden zijn, zoals de nieuwe Robinsonspeeltuin en het nieuwe skatepark. Verder is ook de Finse looppiste met uitzicht op het zeilmeer Galgenweel, wandel- en fietsroutes in Middenvijver en het Sint-Annabos, sport- en spelgelegenheid aan Sint-Anneke Plage weergegeven.
Ook bars en restaurants aan het ligstrand van Sint-Anneke Plage, het zwembad, de manege, de jachthaven en het cultureel en bouwkundig erfgoed kregen een plekje op de kaart. Verder wordt ook de bereikbaarheid niet uit het oog verloren: alle bus-, tram- en Velostations staan tevens aangeduid.
3.4.10 Ideeënwedstrijd visie Linkeroever
De Antwerpse stadsbouwmeester lanceert samen met de stad en Waterwegen & Zeekanaal NV een ideeënwedstrijd voor de ontwikkeling van een toekomstvisie voor Linkeroever. Architecten en andere experten mogen hun ideeën voorstellen.
Het doel van de ideeënwedstrijd is om tot nieuwe ideeën en inzichten te komen die als basis dienen voor de toekomstige veranderingen op Linkeroever. In de opdracht worden twee onderzoeksthema’s geformuleerd:
-
De visie moet zich uitspreken over ‘wat Linkeroever vandaag is, wat het wil en wat het kan zijn’.
-
Daarnaast ligt ook de vraag voor een bovengrondse verbinding tussen Rechter- en Linkeroever op tafel. Ook die verbinding moet passen binnen de totaalvisie op de toekomst van Linkeroever.
De ideeën zullen tijdens het Festival van de Architectuur in september 2017 gepresenteerd en bediscussieerd worden in een tentoonstelling, een symposium en een publicatie. De jury kiest uit alle binnengekomen inzendingen vijf ideeën. Die vijf geselecteerde visies zullen in een latere fase de basis vormen voor de ontwikkeling van een ‘masterplan Linkeroever’.
Kandidaten konden zich inschrijven tot en met dinsdag 28 februari 2017 en werken nadien hun toekomstvisie voor Linkeroever uit.
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200492.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200492.jpg)
Recreatieve kaart Linkeroever (bron: stad Antwerpen)
3.4.11 Voorzieningenanalyse
Binnen de afdeling Ruimte van de dienst Stadsontwikkeling heeft het team Ruimtelijk Onderzoek een omgevingsanalyse uitgevoerd op Linkeroever. Het rapport dateert van 30 september 2016.
Aan de hand van geodata (GIS) en statistische data is de omgeving op een kwantitatieve en objectieve manier in beeld gebracht om zo tot een onderbouwde visie te komen. Naast thema’s als demografie, wonen, welzijn, morfologie, mobiliteit en milieu komen in de studie ook de lokale voorzieningen aan bod.
Onder het thema voorzieningen worden zowel de onbebouwde voorzieningen, zoals speelterreinen, volkstuinen, gebruiksgroen en pleinen, als de bebouwde voorzieningen, zoals scholen, sportgelegenheden, cultuurcentra, detailhandelszaken enzovoort, in beeld gebracht. Van hieruit worden de bestaande tekorten en tekortzones berekend.
De resultaten kunnen als volgt worden samengevat:
-
In Linkeroever zijn er tekorten en tekortzones voor de volgende voorzieningen op het niveau van de buurt: basisschool (350 leerlingen), kinderopvang (80 plaatsen), bakker, slager en bank.
-
Voor de voorzieningen op het niveau van de wijk zijn er alleen tekorten en geen tekortzones voor hondenloopzones en huisartsen en tekortzones en geen tekorten voor dienstencentra.
-
Voor voorzieningen op het niveau van het stadsdeel zijn er tekorten en tekortzones voor een volkstuin. Alleen tekorten en geen tekortzones voor een fuifruimte. Alleen tekortzones en geen tekorten voor een jeugdhuis-centrum, een zwembad.
-
Voor de volgende voorzieningen zijn er geen tekorten of tekortzones: woonbuurtgroen en pleinen, speelterrein, buurtsportterrein, apotheker, wijkgroen en pleinen, tandartsen, supermarkten, stadsdeelgroen, middenschool, DKO Muziek, DKO Beeld, sporthal, bibliotheek, cultuurcentrum, recyclagecentrum, stadskantoor en politiekantoor.
Synthese tekorten en tekortzones: buurtniveau (bron: Omgevingsanalyse Linkeroever – stad Antwerpen)
3.4.12 Groenplan
Op 17 februari 2017 werd het definitief ontwerp van het Groenplan goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.
Een groenplan ‘Levendig Landschap’ is een instrument waarmee bepaald wordt hoeveel en welk soort groene open ruimte op een specifieke plek wenselijk is om een evenwichtige kwalitatieve leefomgeving te kunnen behouden. Het plan wordt uitgewerkt op het niveau van de gehele stad. Het behandelt de grensoverschrijdende kwesties en resulteert in een globale gewenste groenstructuur. Het is een plan op bovenlokaal niveau en vormt een beleidskader en basis voor de lokale groenplannen.
Het bovenlokale groenplan is vooral geënt op de strategische ruimte ‘Zachte Ruggengraat’ uit het actieve beleid van het strategisch ruimtelijk structuurplan Antwerpen (s-RSA). Het plangebied van Fab181 maakt onderdeel uit van het Scheldepark, een concept dat in beide visiedocumenten is opgenomen. Het Scheldepark is het gebied dat ooit door de Schelde beheerst werd en waarin de rivier vandaag nog steeds een tastbare invloed heeft. Het groenplan zet in op het verbeteren van de betrokkenheid tussen de stad en de stroom via versterking van de scheldeboorden, de corridor over LO en de parkassen.
Het plangebied van Fab181 situeert zich tussen het groene weefsel van Galgenweel en van Middenvijver. Naast het creëren van horizontale linken door lokale buurtpleinen met elkaar te verbinden, is één van de ambities van het RUP ook om een ruimtelijk-visuele link te creëren/te versterken tussen de groenzones Galgenweel en Middenvijver.
Het Groenplan duidt in de onmiddellijke omgeving van Fab181 ook een aantal strategische verbindingen aan:
-
Ter hoogte van de zone ten zuiden van Fab181 en ten noorden van Galgenweel voorziet het Groenplan een ‘groene loper’. Dit is het leidend principe om het levendig landschap te vormen. Deze verbinden bestaande en nieuwe groene en blauwe open ruimten op het grondgebied van Antwerpen en daarbuiten.
-
De op- en afrit van de E17, alsook de verticale strook ten westen van de hal (zone voor recreatie en gemeenschapsvoorzieningen oftewel “rand Combori” van het BPA Galgenweel Borgerweert) en de Blancefloerlaan zijn aangeduid als ‘structurele verbindingen’. Een belangrijke ingreep om de continuïteit van de groene loper te realiseren is het maken van structurele verbindingen. Dit zijn reeds bestaande, soms fragiele, relaties die opgewaardeerd kunnen worden tot volwaardige connecties in het groene netwerk.
Het Scheldepark omvat het Scheldeland (de rivier + o.a. Blokkersdijk, Galgenweel, Burchse Weel, Hobokense Polder en de volledige oevers langs beide zijden van de rivier) en de Zandvlakte_LO (Sint-Annabos, Vlietbos, het Rot, Middenvijver en het Zand). Het plangebied van Fab181 vormt met andere woorden een missing link tussen het Scheldeland (Galgenweel) en de Zandvlakte_LO (Middenvijver). Het Groenplan ijvert ervoor om in toekomstige projecten barrières (zijnde bebouwing en wegenis cf. Blancefloerlaan weg te werken en af te bouwen om het landschap maximaal te kunnen opentrekken over zijn huidige begrenzingen heen. Het Groenplan reikt verschillende strategieën aan om connecties te herstellen of te creëren (“versmelten”):
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200494.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200494.png) ![i_RUP_11002_214_10027_00001_200495.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200495.png) ![i_RUP_11002_214_10027_00001_200496.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200496.png)
Groenstructuur stad Antwerpen: 5 ‘superparken’ (bron: Groenplan)
Het Scheldepark (bron: Groenplan)
![i_RUP_11002_214_10027_00001_200497.png [image]](i_RUP_11002_214_10027_00001_200497.png)
Simulatie downgrading Charles De Costerlaan in kader van Oostweel (bron: Groenplan)
-
barrières elimineren /afzwakken. Voorbeeld: Oosterweel - downgrading van de Charles De Costerlaan. De huidige dubbele rijweg wordt teruggebracht tot een brede fietsbaan.
-
herstructurering van bestaande infrastructuren. Voorbeeld: Oosterweel (wisselaar E17): De herinrichting van de ‘Banaan’ bij de Oosterweelwerken levert een nieuw stuk groene ruimte op. Een overbrugging van de missing link ter hoogte van de E17 vormt in dit Scheldepark een cruciale link tussen het Rot en het Vlietbos.
-
letterlijke overbrugging van onvermijdelijke breuken d.m.v. ecoducten, fietsbruggen,... Voorbeeld: Oosterweel (maatregelen Rot_Vlietbos)
Het plangebied van RUP Fab181 is beperkt tot de hal en de onmiddellijke verharde omgeving waardoor het moeilijk is om structureel aan het Groenplan tegemoet te komen. De verticale doorsteek naar Middenvijver is praktisch of fysiek gezien niet realistisch gezien de Blancefloerlaan een barrièrewerking heeft. Ruimtelijk / visueel kan dergelijke doorsteek wel een meerwaarde betekenen. Daarnaast wordt in het RUP vastgelegd dat de bestaande verharding rondom de hal gereduceerd moet worden tot het strikt noodzakelijke. De 11 meter brede hoofdontsluitingsas ten westen van de hal is vandaag een immense asfaltvlakte die afbreuk doet aan het aanpalende park. In het RUP zullen voorschriften worden opgelegd voor een meer kwalitatieve en groenere inrichting met een zo min mogelijke verhardingsgraad.
3.4.13 Beleidsnota industrie en logistiek 2020
De Beleidsnota industrie en logistiek werd goedgekeurd door de gemeenteraad in 2015. In deze nota wordt, na een korte situering en een analyse van het beleidskader, een analyse gegeven van het huidige aanbod aan ruimte voor industriële of logistieke ondernemingen, zowel kleine en middelgrote als grote ondernemingen, binnen het grondgebied van stad Antwerpen maar exclusief haven. Zowel de industriële en logistieke oppervlakte binnen bedrijventerreinen als deze buiten bedrijventerreinen wordt onder de loep genomen.
Voor de industriële en logistieke oppervlakte buiten bedrijventerreinen wordt een overzicht gemaakt van alle vestigingen met een industriële of logistieke activiteit op basis van de gegevens uit de Verrijkte Kruispuntbank voor Ondernemingen (VKBO). Voor de industriële en logistieke oppervlakte binnen bedrijventerreinen wordt per bedrijventerrein een ruimtebalans opgemaakt. Er wordt een overzicht gegeven van de benutte (of “in gebruik zijnde”) en de onbenutte percelen binnen de zones met hoofdbestemming industrie/logistiek. De benutte percelen worden verder onderscheiden naargelang ze bebouwd of niet-bebouwd (bijvoorbeeld in gebruik als parking) zijn.
Verder wordt een overzicht gegeven van de benutte, bebouwde percelen met een zonevreemde hoofdfunctie, of met andere woorden een hoofdfunctie die niet is toegelaten volgens de bestemmingsvoorschriften. Ook wordt een overzicht gegeven van de benutte, bebouwde percelen die een leegstaand en/of verwaarloosd gebouw omvatten. Tot slot wordt aangegeven aan welke randvoorwaarden het terrein onderhevig is.
Uit deze beleidsnota bleek onder meer dat er een tekort is aan ruimte voor logistieke en industriële bedrijven. Dit heeft enerzijds te maken met onvoldoende kwantitatief aanbod maar ook met de wijze waarop terreinen of panden vermarkt worden. Logistieke en industriële bedrijven hebben nood aan kooppanden, geen huurpanden. De aangeboden panden zijn daarnaast ook vaak te duur (deels door speculatie); ook de mobiliteitsproblematiek speelt een rol.
Industrie is een belangrijke motor van de economie en een hefboom naar werkgelegenheid. Bestaande zones worden dus zoveel mogelijk voorbehouden voor KMO, logistiek en industrie gezien er anders elders nieuwe ruimte zal moeten gecreëerd worden.
3.4.14 Detailhandelsvisie N70
De provincie Antwerpen pakt samen met de provincies Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant de N10 en de N70 (Blancefloerlaan) aan. In samenwerking met de gemeentes langs deze wegen wordt een visie uitgewerkt ter versterking van de kernwinkelgebieden en wordt gezocht naar clustering van baanwinkels. De nadruk ligt vooral op samenwerking tussen de verschillende beleidsdomeinen: economie, ruimte, mobiliteit…
Deze detailhandelsvisie, die in opmaak is en nog niet definitief is goedgekeurd, kan in de toekomst dienen als toetsingskader voor detailhandelsmogelijkheden bij de opmaak van bijvoorbeeld een RUP.
Momenteel wordt voorgesteld om op dit deel van de N70 nieuwe detailhandel te beperken in functie van kernversterking. Een kernwinkelgebied voor Linkeroever of een cluster van baanwinkels is bijgevolg hier niet gewenst.
3.4.15 Labo XX _Werk
Op 18 juli 2014 zijn de resultaten van het ontwerpend onderzoek rond verdichting en stadsvernieuwing 20ste-eeuwse gordel Antwerpen van Labo XX goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.
Met Labo XX_Werk wil de stad bedrijvigheid van meet af aan verweven bij de vernieuwing en verdichten in de twintigste-eeuwse gordel. Uit dat onderzoek bleek dit gebied bovendien over heel wat troeven te beschikken die optimale omstandigheden kunnen bieden voor productiebedrijvigheid. Omdat het over stedelijk gebeid gaat, kunnen nieuwe initiatieven hier makkelijker verknopen met al aanwezige netwerken tussen bedrijven, belangengroepen en andere actoren. Bedrijven in de twintigste-eeuwse gordel genieten hierbij zowel van eigen netwerken, als van de nabijheid van het stadscentrum.
3.4.16 Masterplan Linkeroever
Het masterplan Linkeroever omschrijft verdichtingsscenario’s met als hoofddoelstelling het groene karakter van Linkeroever te versteken. Verschillende zones en trekpleisters worden met elkaar verbonden op vlak van en functionele invulling, infrastructuur (bebouwd en onbebouwd) en mobiliteit.
|