BIJLAGEN | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 BIJLAGE 1: BESTAANDE TOESTAND 1.1 Historiek Het bedrijf Combori werd opgericht als comptoir des boulons et des rivets door Polydoor Mintiens in 1938. In datzelfde jaar werd de Blancefloerlaan aangelegd.
In 1959 werd een vergunning afgeleverd voor de bouw van de loods of hal aan de Blancefloerlaan 101 (nu 181). Met de toekomstplannen voor de Kennedytunnel en de ringweg zag Polydoor mogelijkheden op Linkeroever. Hij wenste een uitbreiding van de activiteiten van het bedrijf Combori tot staalmagazijn en voorzag rolbruggen en treinsporen in het nieuwe gebouw. Twee jaar later werd een kantoor gebouwd op de noordoostelijke hoek van het magazijn Combori ter vervanging van twee ‘modules’. Tegen de oostelijke gevel binnenin het complex werd een ‘conciergerie en sociaal ekipement’ vergund. In 1962 werd Polydoor Mintiens opgevolgd door Dhr. Denkens. Hij beperkt de activiteiten van het bedrijf tot het stockeren van bevestigings-materialen. De treinsporen zijn nooit gebruikt.
Met de “golden sixties” kregen woonprojecten op Linkeroever steeds meer belangstelling en succes. Ook werd de Kennedytunnel toen ingehuldigd. Via de Kennedytunnel werd spoorlijn 59 aangesloten op het Antwerps spoorwegnet. De sporen achter de hal van Combori vielen hierdoor buiten dienst.
In de jaren 1970 werd het kantoorgebouw op de noordoostelijke hoek van de hal twee maal uitgebreid en werd de sporthal Linkeroever naast bedrijfshal van Combori opgericht. In de jaren 1990 werd een refter en conciërgewoning tegen de westelijke buitenzijde van de hal gebouwd (1991), werden de burelen en parking binnenin het gebouw gerenoveerd (1995) en werd het kantoorgebouw in de noordoostelijke hoek gesloopt en de vrijgekomen gevels hersteld (1997).
1950-1970. Topografische kaarten Ministerie van Openbare
2015. Orthofoto (bron: Geopunt)
1.2 Beschrijving van het plangebied 1.2.1 Bestaande functies en morfologie Het perceel heeft een oppervlakte van 36.734m2. De hal heeft een bruto-vloeroppervlakte (BVO) van 27.500m². De hal wordt gekenmerkt door een ritmische opbouw bestaande uit verschillende ‘modules’ en een karakteristieke dakstructuur bestaande uit cilindrische betonnen schalen. Vandaag de dag is de hal echter sterk verouderd en aan renovatie toe. Een groot deel van de hal staat bovendien leeg. Enkele delen zijn nog wel in gebruik en worden verhuurd. Vandaag (d.d. mei 2017) vinden onder meer Nemo Trading (recyclage van textiel), de kantoren van Fabory (gespecialiseerd in bevestigingsartikelen en gereedschappen) en Antwerp Bowling hier onderdak.
Ten westen van het gebouw situeert zich de nieuwe woonwijk Regatta waarvan de bouw startte in 2010. Het project wordt gefaseerd gerealiseerd tot 2025, indien alles volgens plan verloopt. Naast woningen en appartementen worden ook kantoren en winkels gerealiseerd. Tussen de nieuwe wijk en Galgenweel ligt bovendien een park van 12 ha. groot. Ten westen van de hal bevindt zich tevens Sporthal Linkeroever dat faciliteiten biedt voor badminton, basketbal, handbal, korfbal, volleybal en zaalvoetbal.
Langs de oostzijde van de Combori-hal situeert zich achtereenvolgens een containerpark (geopend in 2008) en een KMO-zone van ca. 3 ha bestaande uit 5 bedrijfsgebouwen waarin een 9-tal bedrijven gevestigd zijn. Deze gebouwen dateren van 2000-2005. De oostelijke zijde van het KMO-terrein is voorzien van een buffer van 15m breed. Ten oosten van de KMO-zone situeert zich een driehoekig onbebouwd perceel met centraal een verouderde zendmast van Belgacom. Door de bewoners van de oostelijk gelegen woonwijk sector Galgenweel wordt deze zone gebruikt als buurtgroen. Zo is er een informeel netwerk van paadjes ontstaan die aansluiting geven op de wandelpaden van Galgenweel. De woonwijk ter hoogte van de Edmond De Coussemakerstraat is ontwikkeld eind jaren 1970. Deze wijk bestaat uit keerlussen en doodlopende straten en tracht op die manier doorgaand verkeer te weren uit de wijk. De wijk is ontwikkeld rond een groenas van opeenvolgende groene pleintjes.
Het weefsel van de onmiddellijke omgeving van Combori bestaat morfologisch gezien uit vrijstaande gebouwen, wat contrasteert met het omliggende woonweefsel bestaande uit een typische bouwblokkenstructuur. Ook qua functies is er een duidelijk onderscheid vandaag. Daar waar binnen de hal van Combori vandaag zowel culturele en recreatieve functies als ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen mogelijk zijn, zijn de omliggende woonwijken hoofdzakelijk gericht op wonen.
Functies in de nabije omgeving (bron: Open Street Map met eigen verwerking)
Functies in het Comborigebouw d.d. juli 2013 (bron: Mobiliteitsstucie Comborisite d.d. 30/09/2013
1.2.2 Bestaande groenstructuur Binnen het plangebied is nauwelijks groen en beplanting aanwezig. Nagenoeg het gehele perceel wordt dan ook ingenomen door de bestaande hal. De ruimte rondom de hal is grotendeels verhard.
In de nabije omgeving is wel meer groen met een beduidende omvang aanwezig, meer bepaald ter hoogte van Middenvijver, het natuurreservaat Blokkersdijk en de waterplas Galgenweel.
Bestaande groenstructuur – biologische waarderingskaart (bron: Geopunt)
1.2.3 Bestaande ontsluiting en parkeren Het plangebied heeft vandaag een goede ontsluiting met het openbaar vervoer. De hoogfrequente tramlijnen 3, 5, 9 en 15 en verschillende buslijnen bedienen op de Blancefloerlaan de tramhaltes ter hoogte van de sporthal en ter hoogte van de P&R Linkeroever. De tramlijnen bieden een verbinding met de kernstad in ca. 7 minuten en met het Centraal Station in ca. 11 minuten. De dichtstbijzijnde halte ‘Sporthal’ bevindt zich op minder dan 100m van het plangebied.
Ten westen van Galgenweel loopt de spoorwegbundel R1/E17 richting Gent. Op Linkeroever is er een treinstation in Zwijndrecht. Dit is echter een stopplaats zonder loketten. Voor meer verbindingsmogelijkheden zijn Antwerpen Centraal Station en Berchem Station op Rechteroever aangewezen.
De Beatrijslaan / Thonetlaan en de Blancefloerlaan en de afrit van de E17 beschikken over vrijliggende fietspaden in beide rijrichtingen. Zowel de Voetgangerstunnel als de Kennedytunnel zijn toegankelijk voor fietsers en voetgangers. Parallel aan de afrit van de E17 loopt een fietsweg die deze laatste tunnel met de Blancefloerlaan verbindt. In zowel het functioneel als het recreatief fietsnetwerk worden beide voetgangers-/fietstunnels aangewend als onderdeel van routes die ten noorden en ten zuiden van Linkeroever passeren, richting Burcht of Zwijndrecht. Lokaal zijn ook de Halewijnlaan en Galgenweellaan belangrijke fietsverbindingen. Beide straten hebben een dubbelrichtingsfietspad. Zowel ter hoogte van Middenvijver als ter hoogte van Galgenweel is een netwerk aanwezig van zachte verbindingen voor fietsers en voetgangers. Ook op Regatta is zacht verkeer mogelijk op alle openbare wegenis in het plangebied en zijn er publieke doorsteken voorzien exclusief voor zacht verkeer.
Zowel Regatta alsook het plangebied worden voor gemotoriseerd verkeer ontsloten via de Blancefloerlaan. De Blancefloerlaan en de afrit van de E17 hebben een verbindings-functie op stedelijk niveau. Via de Blancefloerlaan kan het hoger wegennet bereikt worden via de Halewijnlaan – Waaslandtunnel in het oosten en via de oprit R1 in het westen. Binnen Regatta zijn 4 noord-zuidgeoriënteerde hoofdassen voorzien die rechtstreeks aansluiten op de Blancefloerlaan en 2 oost-westgeoriënteerde verbindings-straten. Het BPA Galgenweel Borgerweert voorziet mogelijkheden om toekomstige ontwikkelingen in het plangebied te laten aansluiten op de openbare wegenis van Regatta.
Voor gemotoriseerd verkeer zijn er drie toegangen tot de Comborisite. De westelijke toegang is de hoofdtoegang. Vanaf deze toegang zijn verschillende functies op de site bereikbaar. De middelste toegang wordt door personeel en klanten van Fabory gebruikt. De oostelijke toegang wordt zowel door Fabory als door Nemo Trading gebruikt.
Binnen het perceel van Combori is vandaag een parking voorzien langs de westzijde van de hal. Deze parking is bedoeld voor bestemmingsverkeer voor de activiteiten binnen de hal. Voor de sporthal is eveneens een parking voorzien. Binnen Regatta wordt parkeren zoveel mogelijk ondergronds of inpandig georganiseerd. Aan parkeren in open lucht op het privaat domein worden beperkingen opgelegd.
Ter hoogte van de afrit met de E17 is een P&R aanwezig (Blancefloer 1 en 2) en ter hoogte van de Blancefloerlaan 165 is een kleine buurtparking voorzien voor auto’s, moto’s en fietsen.
Netplan De Lijn (bron: De Lijn)
1.2.4 Wandeling doorheen het gebied Fotostandpunten (bron: Geopunt met eigen verwerking)
2 BIJLAGE 2: JURIDISCHE CONTEXT
Volgens het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen, is het plangebied zowel gelegen in gebied voor stedelijke ontwikkeling als in zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s.
Sinds 9 augustus 2012 is echter het RUP Galgenweel Oost van kracht. Gezien dit RUP de gewestplanbestemming wijzigt is het plangebied momenteel gelegen in de zone voor Gemengde Functies (Ge) van dit RUP. Binnen de zone voor gemende functies zijn zowel bedrijvigheid (productie, opslag, verwerking, presentatie en verhandelen van goederen, onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten) als recreatieve en culturele activiteiten mogelijk.
3 BIJLAGE 3: BELEIDSKADER 3.1 Relatie met de bovenlokale ruimtelijke structuurplannen 3.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Goedgekeurd bij besluit door de Vlaamse Regering d.d. 23/09/1997 en later gewijzigd Volgende selecties zijn van toepassing:
De bestaande ruimtelijke structuur van Vlaanderen, in het bijzonder van de stedelijke structuur, en de ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijke structuur vormen de basis voor het toekomstig stedelijk beleid. Vanuit deze beleidsmatige benadering kan het principe van de gedeconcentreerde bundeling worden waargemaakt en de druk op het buitengebied worden verminderd. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt Antwerpen aangeduid als grootstedelijk gebied gelegen in de Vlaamse Ruit (stedelijk netwerk van internationaal niveau).
Ieder stedelijk gebied wordt beschouwd als een economisch knooppunt. De stedelijke gebieden zijn van doorslaggevend belang voor de economische structuur van Vlaanderen.
R1 van A1 (Ekeren) tot A14 (linkeroever) wordt als hoofdweg geselecteerd. Tot de hoofdwegen behoren onder meer hoofdtransportassen en achterlandverbindingen, waarvan sommigen onderdeel zijn van “Trans-European Networks (TEN)”, het Europese netwerk van transportassen. Ondermeer de Ring rond Antwerpen is onderdeel van het TEN.
De hoofdfunctie van de primaire wegen II is het verzamelen naar het hoofdwegennet en primaire wegen I. De R10 (Singel) wordt als een primaire weg II geselecteerd.
De Lijn Antwerpen-Gent-Kortrijk-Rijsel behoort tot het net van de (inter)nationale verbindingen en de verbindingen van Vlaams niveau.
Naast zijn (inter)nationale verbindende functie ontsluit het hoofdwaterwegennet de belangrijkste economische knooppunten zoals de zeehaven van Antwerpen. Het bestaat uit ondermeer de volgende waterwegen: het Albertkanaal, de Schelde-Rijnverbinding en de dokken te Antwerpen en de Zeeschelde en de Bovenschelde.
3.1.2 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen Het RSPA werd goedgekeurd bij ministerieel besluit d.d. 10/07/2001 en later gewijzigd.
In het kader van RSPA behoort het plangebied tot de hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’. Dit is het deel van de Vlaamse ruit dat op grondgebied van de provincie Antwerpen gelegen is. Karakteristiek voor de hoofdruimte is de sterke verwevenheid van functies en activiteiten en de ambitie om te streven naar een stedelijke vernieuwing. De hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’ wordt nog verder uitgewerkt in zeven deelruimten. In de hoofdruimte Antwerpse fragmenten cirkelen de verschillende deelruimten rond het grootstedelijke gebied Antwerpen.
Het plangebied is gelegen in de deelruimte ‘GrootstedelijkGebied Antwerpen’. De deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’ behoudt een centrale rol en biedt ruimte aan de meest hoogwaardige functies. Dat geldt voor wonen, bedrijvigheid, dienstverlening, grootschalige voorzieningen, (bv cultuur, gezondheidszorg, recreatie,..), distributie of verkeer.
De doelstellingen met betrekking tot het Grootstedelijk Gebied Antwerpen worden als volgt samengevat:
3.2 Relatie met het s-RSA
3.2.1 Algemeen Het strategisch ruimtelijk structuurplan s-RSA opteert voor een subtiel ingrijpen op wat Antwerpen eigen is. Het tracht met een beperkt aantal strategische acties een maximaal stimulerend effect te hebben op de plek en zijn omgeving. Daartoe formuleert het een generiek en een gebiedsgericht actief beleid. Deze zijn complementair en kunnen niet los van elkaar worden bekeken.
Het s-RSA werd goedgekeurd door de deputatie van de provincie Antwerpen op 21 december 2006. Voor het s-RSA is in 2013 het initiatief genomen om een evaluatie en actualisatie door te voeren. Het evaluatierapport werd op 19 december 2014 goedgekeurd en hierna werd de actualisatiefase opgestart. 3.2.2 Richtinggevend gedeelte Generiek beleid
Het generiek beleid beoogt de opmaak van een algemeen referentiekader dat van toepassing is op heel de stad. Het tracht zeven beelden uit het collectief geheugen te versterken: Antwerpen als Waterstad / Ecostad / Havenstad / Spoorstad / Poreuze stad / Dorpen en Metropool / Megastad. Voor elk van deze beelden is een visie ontwikkeld die op haar beurt wordt vertaald in maatregelen en acties. Het plangebied of de onmiddellijke omgeving komt aan bod in nagenoeg elk van deze beelden.
Waterstad Het herstellen van het waternetwerk kan gebeuren door de oorspronkelijke structuur opnieuw zichtbaar te maken daar waar mogelijk is. Dit betekent dat de kwaliteit van het publiek domein rondom rivieren, beken, dokken en kanaal moet vergroot worden en dat de toegankelijkheid ervan moet verbeteren.
Binnen het generiek beleid worden, vanuit het beeld van de ‘waterstad’, enkele uitspraken gedaan met betrekking tot Galgenweel. Galgenweel wordt geselecteerd als recreatieve plas, bestemd voor de watersport (als grootste binnenwater in Vlaanderen) met mogelijkheid tot deels gebruik als natuurlijke zwemvijver. Deze laatste optie kan eventueel gekoppeld worden aan het geplande themawatercomplex van de Prestibelsite (Regatta). Het bestaande schiereiland tussen Beatrijslaan en Galgenweel (met loodsen voor zeilboten) kan geherstructureerd worden, met het oog op een efficiënte clustering en medegebruik.
Selecties voor de waterstad: het algemeen herstel (bron: s-RSA)
Het doel van de projecten gelegen in de stedelijke parkstructuur, is ook innovatieve oplossingen te ontwikkelen, die coherent zijn met het landschap en de integratie tussen open ruimten en stedelijke woonbuurten bevorderen. Ook bebouwbare zones (woongebieden, bedrijvenzones, recreatiegebieden, …) kunnen deel uitmaken van de stedelijke parkstructuur.
Nieuwbouw binnen, of aan de rand van, de stedelijke parkstructuur moet gezien worden als een gelegenheid om de grenzen van het park aan te passen, de toegankelijkheid te bevorderen en zelfs nieuwe woonstijlen te introduceren.
Speciale aandacht moet besteed worden aan de structuur van het publieke domein, het ontwerp van een specifieke stedelijke morfologie en verdichting. De belangrijkste pijnpunten voor deze gebieden zijn: toegankelijkheid, ‘fronten’, het ontwerp van de benedenverdieping en verdichting.
Ook voor andere dan woonfuncties, bvb. culturele, recreatieve of economische, gelden deze regels wanneer bebouwing wordt toegevoegd in de stedelijke parkstructuur. Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de landschappelijke inpassing en de groene dooradering.
Selecties voor de ecostad: een levendige open ruimte (bron: s-RSA)
Havenstad Het scheidingsmodel haven/stad is de algemene regel. Anderzijds moet ook een verbetering van de ruimtelijke interactie tussen stad en haven (in de randen in transformatie) doorgezet worden. Het vormgeven van een meer stedelijke omgeving in de contactzones met de haven of een buffer vormen tussen de noordelijke dorpen en de haven (poldergebieden) is een belangrijke doelstelling. Het plangebied is niet specifiek opgenomen binnen het beeld van de havenstad.
Selecties voor de havenstad: contact zoeken (bron: s-RSA)
Spoorstad Het openbaar vervoer, treinen en tramlijnen, kunnen een positieve rol spelen in het verwezenlijken van een nieuwe stedelijke concentratie, waarbij de verdere spreiding, fragmentatie en gebrek aan stedelijkheid in het grootstedelijk gebied wordt tegengegaan. De rol van het openbaar vervoer moet verder versterkt worden. Deze oplossingen, samen met de uitwerking van een fijnmazige en optimale verdeling van het verkeer over het lager netwerk van de stad, moet van de stad een ruimtelijk ‘open’ systeem maken, net zoals haar economie en haar samenleving. Dit is coherent met de mogelijkheden van haar noord-zuid geografische oriëntatie en met de kansen van haar fysische expansie.
Aanvullend bij de selectie van de tramlijnen uit het Masterplan Antwerpen en Pegassusplan worden een aantal bijkomende spoorlijnen voorgesteld. De zuidelijke Scheldebrug, n.a.v. nieuwe ontwikkelingen Linkeroever is één van deze voorstellen. Deze stedelijke boulevard verbindt enerzijds de Linker- en de Rechteroever met elkaar, en anderzijds ook Antwerpen met Zwijndrecht, via de Blancefloerlaan. De Blancefloerlaan op haar beurt, die reikt naar Oost-Vlaanderen via Zwijndrecht en Beveren, wordt voorgesteld als een territoriale boulevard (met tramverbinding). Daarnaast wordt de Park and Ride aan de Blancefloerlaan, aan het uiteinde van de Groene Singel) opgenomen in het s-RSA. Met betrekking tot de Blancefloerlaan wordt vanuit het s-RSA het voorstel gedaan naar de Provincie toe de Blancefloerlaan ten westen van de huidige op- en afrit Linkeroever niet meer te selecteren op secundair niveau. Dit deel van de Blancefloerlaan is in het RSPA als secundaire weg categorie III geselecteerd. In het mobiliteitsplan is dit deel van de Blancefloerlaan als stedelijke weg binnen bebouwde kom/stedelijke hoofdverkeersweg geselecteerd. In het s-RSA is de Blancefloerlaan een stedelijke boulevard met tramverbinding.
Poreuze stad Vanuit de doelstelling om het sociaal-maatschappelijk, cultureel, economisch evenwicht in verschillende wijken te herstellen via ingrepen in de morfologie, de leegstand terug te dringen en de porositeit te verhogen, kunnen een aantal richtlijnen aangehaald worden die ondersteunend werken bij de opmaak van RUP’s. Op basis van de bestaande ruimtelijke structuur worden een aantal gebiedstypes aangeduid, met daaraan gekoppeld een specifiek ruimtelijk beleid.
Voor het plangebied zelf zijn er geen specifieke selecties. In het bebouwde deel van Linkeroever wordt het restgroen ingezet om het groen te verhogen in de moderne stadswijken.
Selecties voor de poreuze stad (groene ruimte)(bron: s-RSA)
Dorpen en metropool Antwerpen heeft een lange traditie van verschillende naast elkaar bestaande dorpen in een metropool en van grootstedelijke functies, gelokaliseerd in die dorpen. Vandaag is de onderlinge relatie tussen de dorpen en de metropool aan het evolueren. Antwerpen maakt op zijn beurt deel uit van een nieuwe stedelijke vorm, het grootstedelijk netwerk of de ‘Megastad’. Nieuwe relaties moeten ontwikkeld worden tussen de dorpen en de metropool binnen de Megastad.
Linkeroever is geselecteerd als lokaal stedelijk centrum. Het programma voor de stedelijke en buurtcentra moet verder gepreciseerd worden, met aandacht voor de verschillende situaties in de dorpen, de eventuele gebreken van voorzieningen en de mogelijkheid ze op te laden met nieuwe grootstedelijke functies en activiteiten. De relaties met de grote groengebieden en de Schelde blijven belangrijk bij de afwerking van het woonweefsel van Linkeroever. Een grootschalige natuurinrichtingsproject zal van Burchtseweel, het Rot, Middenvijver-west, Blokkersdijk en St.-Annabos een kwalitatief aaneengesloten geheel maken en betere ecologische en functionele verbindingen tot stand brengen.
Selecties voor de dorpen en metropool: Antwerpen polycentrische stad (bron: s-RSA)
De bebouwde woonomgeving grenzend aan het plangebied is aangeduid als gebied onder breed management. Binnen deze gebieden bevinden zich verschillende onbebouwde of te herstructureren percelen uit de woningprogrammatie.
Het woongebied van Linkeroever kan verder afgewerkt worden. De Presibelsite (Regatta) wordt in het s-RSA aangeduid als een gebied dat gebouwd kan worden onder specifieke voorwaarden:
“Het gebied tussen Galgenweel en Middenvijver kan ontwikkeld worden met een programma dat voornamelijk bestaat uit (ook betaalbare) eengezinswoningen, die de huidige typologie en sociale samenstelling van Linkeroever in evenwicht brengen. De bebouwingswijze moet veel belang hechten aan het publiek domein, gemeenschappelijke functies (zoals parkings en tuinen) en nieuwe woonvormen. Het gebruik van Galgenweel voor sport en vrije tijd, de mogelijke ligging van sportvoorzieningen en scholen in de omgeving en de toekomstige verbinding door een nieuwe brug met Nieuw Zuid en de Kernstad maken het gebied waardevol om het ambitieniveau van de stad met betrekking tot wonen te ondersteunen.”
Selecties voor de dorpen en metropool: wonen, een nieuw evenwicht (bron: s-RSA)
Op het gebied van werken wordt onder meer verwezen naar de Katwilgweg. Deze site bevat nog een aantal braakliggende of onderbenutte percelen en gebouwen. De ruimtelijk economische invulling beoogt kleine en middelgrote ondernemingen waarbij een zuinig ruimtegebruik zal worden nagestreefd (gekoppelde bebouwing, gemeenschappelijke voorzieningen, …). Meerlagige bebouwing kan aangewezen zijn om voldoende vloeroppervlakte te genereren in afstemming op het groenaandeel van het bedrijventerrein. De randen, palend aan verkeersinfrastructuur (Blancefloerlaan, verkeersknoop Linkeroever, Groene Singel), kunnen als zichtlocatie worden uitgewerkt met hoogwaardige architectuur die imagoversterkend werkt. Het bedrijventerrein moet aan de zijde Katwilgweg (en de toekomstige Groene Singel) en Blancefloerlaan de huidige functie van de Gazet van Antwerpen op de site bestendigen en ruimte geven aan aanverwante toekomstige bedrijven. Dit is in overeenstemming met de visie op kantoren waarbij de site Katwilgweg-Prestibel (Katwilgweg-Regatta) een gedeelde kantooroppervlakte wordt toebedeeld.
De cultuurrecreatieve cluster is een nieuwe interpretatie van de stedelijke ruimte, waarbij de relatie tussen de verschillende soorten recreatieve voorzieningen op buurt- en wijkniveau benadrukt wordt. De lokale cluster is gebaseerd op de mogelijkheden van medegebruik tussen bestaande of nieuwe scholen, speeltuinen, sportinfrastructuur en groen.
Het gebied Esmoreit - De Molen is aangeduid als een te herstructureren bestaande recreatieve cluster. De zone Esmoreit - De Molen en de grote groengebieden te Linkeroever (Blokkersdijk, St.-Anna) zullen grondig geherstructureerd worden naar aanleiding van de Oosterweelverbinding, en de Charles de Costerlaan zal gesupprimeerd worden en als onderdeel van het nieuwe Sint-Annabos worden heringericht. In het algemeen moeten de recreatieve verbindingen langs de Scheldeboord hier vervolledigd en beter benut worden. De zone Esmoreit (tussen de Schelde en de Esmoreitlaan) moet als buffer worden behouden t.o.v. de haven en kan herbestemd worden als groene ruimte waar zacht recreatief medegebruik, mogelijk is. Bebossing is mogelijk maar het gebied moet wel doorwaadbaar blijven voor voetgangers en fietsers in de richting van en langs de Schelde. In deze zone bevindt zich een belangrijke toegang tot het vernieuwde St. Annabos. Deze zone zal alleszins een deel van het momentele recreatief medegebruik van dit bos (dat tijdens en een paar jaar na de werken zal verdwijnen) kunnen opvangen. Ook het gebied in de omgeving van de Molen moet geherstructureerd worden in functie van een natuurlijke Scheldeboord: de relaties tussen de recreatieve en publieke voorzieningen moeten er verbeterd worden en de toegankelijkheid van de Scheldeboord vergroot door het vervolledigen van de wandelpromenade.
Ook Middenvijver – Linkeroever Centraal is een recreatieve cluster. Het centrale deel van het woonuitbreidingsgebied Middenvijver wordt geschrapt voor bijkomende woningen, maar heeft wel een functie m.b.t. cultuur, recreatie en stedelijke voorzieningen ingebed en geïntegreerd in een groene omgeving. Het is een cultuurrecreatief cluster op bovenlokaal niveau, ingebed in een toegankelijke bovenlokale groenvoorziening. Middenvijver wordt gezien als een kruispunt tussen de noord-zuid georiënteerde recreatieve ruimtes en de oost-westverbinding met de stad en heeft daarbij ook een doelstelling m.b.t. de bovenlokale groenvoorziening. Dit cluster beklemtoont de noodzaak aan een kwalitatieve omgeving, benut de mogelijkheid van de stamlijn voor openbaar vervoer en wil betere verbindingen aangaan met open ruimte en andere recreatiefaciliteiten. Er wordt gekozen voor de ontwikkeling van het gebied als een uitgerust recreatief park op het niveau van de stad, waarbij het park de recreatieve elementen structureert d.m.v. paden en groene relaties. Groene of publiek toegankelijke relaties moeten bijvoorbeeld behouden blijven tussen het stedelijk centrum van Linkeroever, Galgenweel en het St. Annabos. Dit gebied is strategisch om een verbinding te maken tussen de verschillende ruimten en bestaande voorzieningen. Deze grote cluster compenseert het verlies van de bestaande onbenutte recreatiezone op de grens met Zwijndrecht, het Zand bij omzetting naar bedrijvenzone.
Linkeroever Banaan wordt aangeduid als een cultuurrecreatieve toplocatie. Een toplocatie moet beschouwd worden als een locatie waar één specifieke grootstedelijke voorziening kan gevestigd worden. De locatie kan dus zowel met sport als met cultuur ingevuld worden, of met diensten in het algemeen. De omgeving van de af te schaffen afrit aan de Blancefloerlaan zal een grondige transformatie ondergaan, met de her-structurering van de Oosterweelknoop en Ring. Een banaanvormige ruimte komt hierbij vrij (20 ha), goed ontsloten door het openbaar vervoer. Tegelijkertijd wordt de promenade rond Galgenweel (met waterthemacomplex Prestibel/Regatta) versterkt en aangesloten op de Scheldebrug, met stedelijke pleinvorming. Voorgesteld wordt om in plaats van het bestaande (niet meer gebruikte) perron een nieuw station te voorzien langsheen de verbinding Scheldebrug en groene Singel. Er is ruimte voor een topvoorziening; een grootschalige niet-permanente festivalweide behoort tot de mogelijkheden. De contouren ervan moeten worden onderzocht in relatie met de herstructurering van de bedrijvenzone Zand-Katwilgweg en de fysische kenmerken van het terrein (vb. spoorlijn). Bij de inrichting van de festivalweide moet het scenario van zo min mogelijke geluidsoverlast voor de woongebieden worden gekozen. In deze omgeving kan ook het bestaande schiereiland (met zeilloodsen) tussen Beatrijslaan en Galgenweel geherstructureerd worden, met het oog op een efficiënte clustering en medegebruik.
Selecties voor de dorpen en metropool: recreëren, meer welzijn (bron: s-RSA)
Actief beleid
Het actief beleid concentreert zich op vijf strategische ruimten: Harde Ruggengraat / Zachte Ruggengraat / Groene Singel / Levend Kanaal / Lager Netwerk met Stedelijke Centra. Binnen deze ruimten worden strategische programma’s geformuleerd, die op hun beurt specifieke projecten omvatten. In het actief beleid van het s-RSA wordt het plangebied van Combori gecatalogeerd als onderdeel van de Zachte Ruggengraat. De zachte ruggengraat is een aaneenschakeling van vijf grote stedelijke parken: Scheldepark, Zuiderpark, Schijnvalleipark, Noorderpark en Havenpark. Ze verbinden de Schelde met het hinterland van Antwerpen en zijn onderling verbonden door de groene corridor van de Singel en door kleinere corridors, gevormd door het doorsijpelen van de natuur in het weefsel van de compacte stad.
De site van Combori is gelegen nabij een strategisch project binnen de Zachte Ruggengraat: het Scheldepark. Het Scheldepark omvat de Hobokense Polder – Hoboken Zuid – Blokkersdijk – Sint-Annabos– Galgenweel en Burchtseweel. Deze strategische ruimte heeft als voornaamste doelstelling het creëren van een krachtig samenhangend ecologisch systeem zoals omschreven door het beeld van de Ecostad en Waterstad. Deze strategische ruimte is bedoeld als een ruggengraat. Het is een element dat in interactie met de harde ruggengraat de hoofdstructuur van de stad zal bepalen. Een tweede nabijgelegen strategisch project in de Zachte Ruggengraat is Middenvijver, een nieuwe cluster voor onderwijs en recreatie. Het RSA blijft de ontwikkeling van het gebied als een uitgerust recreatief park behouden op het niveau van de stad, waarbij het park de recreatieve elementen structureert d.m.v. paden en groene relaties. Groene of publiek toegankelijke relaties moeten bijvoorbeeld behouden blijven tussen het stedelijk centrum van Linkeroever, Galgenweel en het St.-Annabos.
Strategische kaart: strategische ruimten, programma’s en projecten (bron: s-RSA)
De zachte ruggengraat (bron: s-RSA) 3.3 Plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen Het plangebied is gelegen in een deelzone van het RUP Galgenweel Oost. Het RUP Fab181 heft deze bestemmingszones dus op. Het volledige plangebied valt overigens binnen de contouren van het GRUP Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen. In de nabijheid van de hal van Combori zijn bovendien volgende RUP’s gelegen: BPA Galgenweel Borgerweert, RUP Katwilgenweg, GRUP Oosterweelverbinding. Volgende RUP’s zijn in de opmaak en ook in de nabije omgeving van het plangebied RUP Fab181 gelegen: RUP Middenvijver en RUP Sint-Anneke Plage.
3.3.1 RUP Galgenweel Oost Dit RUP werd goedgekeurd op 9 augustus 2012.
Het RUP Galgenweel Oost bestaat uit 2 delen. Het eerste deel komt overeen met de contour van het plangebied van het RUP Fab181. Het tweede deel ligt ten oosten van het plangebied.
Het eerste deel, dat overeenstemt met het plangebied van RUP Fab181, wordt nagenoeg volledig ingenomen door de loods van het bedrijf Combori (ca. 27.500 m², gebouwd in 1962). De invulling die binnen het RUP Galgenweel Oost voor deze zone wordt voorzien is een zone voor gemengde functies waar bedrijvigheid (productie, opslag, verwerking, presentatie en verhandelen van goederen, onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten), recreatieve en culturele activiteiten mogelijk zijn, en aansluit op de bestemmingszone “Rand Combori” van het BPA Galgenweel-Borgerweert. Volgende activiteiten zijn niet toegelaten in de zone voor gemengde functies:
Volgens de voorschriften van dit RUP dient elke vergunningaanvraag binnen de zone voor Gemengde functies aan te tonen dat het mobiliteitseffect geen nadelige gevolgen heeft voor de woonomgeving, de Blancefloerlaan en haar kruispunten.
Volgende relevante elementen met betrekking tot bestemming, densiteit, bebouwing, onbebouwde ruimte en parkeren hebben betrekking op de zone voor Gemengde Functies, waarmee het voorliggende RUP Fab181 overlapt:
Het tweede deel van het RUP betreft een onbebouwd driehoekig perceel tussen het ingevulde deel van de KMO-zone en het woonweefsel rond de Edmond De Coussemakerstraat. De herbestemming is gericht op het vervolledigen van het bestaand woonweefsel. Aansluitend wordt het grasplein, momenteel woonzone, herbestemd naar zone voor publiek domein. Ten westen van de nieuwe woonzone wordt de bestaande buffer van 15 meter t.o.v. de bedrijfsgebouwen bestendigd als zone voor groen.
Situering RUP Galgenweel Oost t.o.v. plangebied (bron: Geoloket bouwvoorschriften Antwerpen met eigen verwerking)
Grafisch plan RUP Galgenweel Oost (bron: stad Antwerpen)
3.3.2 BPA Galgenweel / Borgerweert Dit BPA werd goedgekeurd door de gemeenteraad in oktober 2006.
Het plangebied grenst in het zuiden en westen aan dit BPA.
Het plangebied van het BPA Galgenweel / Borgerweert is een zone van circa 35 ha., begrensd door de Blancefloerlaan, de KMO-zone, de Galgenweelvijver en de afrit van de E17. Het gebied was op het gewestplan bestemd als “zone voor stedelijke ontwikkeling”. Het BPA voorziet een gemengd stedelijk programma met klemtoon op wonen, aangevuld met andere functies waaronder kantoren (aan de westzijde), voorzieningen, recreatie en groen. De bebouwing wordt geconcentreerd in de noordelijke helft van het plangebied, langs de Blancefloerlaan, terwijl aan de zuidzijde een grootschalig open ruimtegebied/park ontstaat dat aansluit op Galgenweel.
Situering BPA Galgenweel / Borgerweert t.o.v. plangebied (bron: Geoloket bouwvoorschriften Antwerpen met eigen verwerking)
Grafisch plan BPA Galgenweel _ Borgerweert (bron: stad Antwerpen)
3.3.3 RUP Katwilgweg Het RUP werd definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 20 december 2010.
Het bestaande bedrijventerrein Katwilgweg bevat nog een groot aandeel braakliggende en/of onderbenutte bedrijfspercelen en/of -gronden. Vanuit het principe van optimaal ruimtegebruik wil de stad deze gronden beter benutten. Een herstructurering van de site dringt zich op.
Het RUP moet enerzijds de gronden die vrijkomen na de realisatie van de Oosterweelverbinding benutten. Bij de heraanleg van de knoop Linkeroever wordt de bestaande infrastructuur immers sterk gecomprimeerd waardoor ruimte vrijkomt voor nieuwe ontwikkelingen: ca. 3ha ten noorden van de spoorlijn Gent-Antwerpen. Anderzijds moet het RUP ruimte creëren voor (te herlokaliseren) lokale bedrijven.
Situering RUP Katwilgweg t.o.v. plangebied (bron: Geoloket bouwvoorschriften Antwerpen met eigen verwerking)
Grafisch plan RUP Katwilgweg Oost (bron: stad Antwerpen)
3.3.4 RUP Middenvijver De inrichtingsvisie van het masterplan zal juridisch verankerd worden in het RUP Middenvijver dat momenteel in uitvoering is. In februari 2015 is reeds een proces- en richtnota opgemaakt voor dit RUP.
Het plangebied van het RUP Middenvijver situeert zich enkele meters ten noorden van de site van Combori en omvat het woonuitbreidingsgebied ‘Middenvijver’ zoals afgebakend op het gewestplan en in uitbreiding ervan het oostwaarts aansluitende recreatiegebied en parkgebied. Het stadsbestuur schreef in 2013 een wedstrijd uit voor de opmaak van een masterplan. De ambitie van de stad is om deze open ruimte als bovenlokaal toegankelijk landschap te bewaren en het huidige meervoudig gebruik te combineren met de aanleg van een festivalweide en camping. De bestaande camping De Molen, gelegen op Sint-Anneke Plage, zal dus verhuizen naar Middenvijver.
Met de opmaak van het RUP Middenvijver wenst de stad Antwerpen het woonuitbreidingsgebied te herbestemmen tot park- en recreatiegebied. Op die manier wordt het behoud van dit open en toegankelijk gebied gegarandeerd. 3.3.5 RUP Sint-Anneke Plage Ook dit RUP is in uitvoering. De proces- en richtnota werd goedgekeurd door het college in oktober 2016.
Dit RUP kadert binnen de uitvoering van het Masterplan Sint-Anneke Plage, dat een heropleving van het gebied beoogt. Door deze planinitiatieven wordt getracht van Sint-Anneke een vernieuwde recreatieve trekpleister te maken. De aanleiding hiertoe zijn verschillende recente ontwikkelingen zoals de verhoging van de dijken in het kader van het Sigmaplan, de bestaande horeca die als zonevreemd beschouwd kan worden, de camping De Molen die zal verhuizen en de verschillende jachthavenclubs die de intentie hebben om samen te werken.
De huidige functies en inrichting stroken niet helemaal met de gewenste ontwikkelingen. De huidige gewestplanbestemming, grotendeels gebied voor dagrecreatie, laat niet veel mogelijkheden toe. Door de opmaak van een RUP voor Sint-Anneke Plage kunnen de krachtlijnen van het masterplan vertaald worden in een nieuw geïntegreerd kader voor de herontwikkeling en het opnieuw attractief maken van de site. De opmaak van een RUP schept onder meer de mogelijkheid om tegemoet te komen aan de functionele uitbreidingsmogelijkheden voor aanwezige horeca.
Afbakening plangebied RUP Middenvijver (bron: Stad Antwerpen)
Visiebeeld RUP Sint-Anneke Plage (bron: Masterplan - team ontwerpend onderzoek stad Antwerpen)
3.3.6 GRUP Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen Het plangebied is gelegen binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen. De Vlaamse regering heeft op 19 juni 2009 het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen definitief vastgesteld. Met dit plan stelt de Vlaamse Regering twee zaken voor:
1. een afbakeningslijn die aangeeft waar de stedelijke ontwikkeling van het Antwerpse in de toekomst kan gebeuren. 2. aanpassingen aan de stedenbouwkundige voorschriften op verschillende locaties om nieuwe ruimte te creëren voor wonen, werken, verkeersinfrastructuur stadsbossen en stedelijk groen.
Dit brengt met zich mee dat hier een stedelijk gebiedsbeleid zal gevoerd worden. Dit betekent dat vanuit het principe van gedeconcentreerde bundeling het stedelijk gebied wordt versterkt. Hierbij vormen ontwikkeling, verdichting en concentratie de uitgangspunten. Om uitzwerming, lintbebouwing en wildgroei van activiteiten in het buitengebied te vermijden, is dit beleid gericht op het creëren van een aanbod aan bijkomende woningen, het voorzien van ruimte voor economische activiteiten, het versterken van stedelijke activiteiten en het stimuleren van andere vormen van mobiliteit. Zo wordt een versnippering van de ruimte voorkomen. Er moet echter ook rekening gehouden worden met de draagkracht van het stedelijk gebied, niet alleen kwantiteit maar ook kwaliteit van ruimte en woonomgeving staat voorop. Het is noodzakelijk om de stedelijke gebieden te vernieuwen door het doorvoeren van onder andere een meer dynamische stadsvernieuwing en door strategische projecten. Het ontwikkelen van nieuwe woontypes en kwalitatieve leefomgevingen is een doelstelling.
3.3.7 GRUP oosterweelverbinding – wijziging In het westen, op circa 100m, ligt deelzone 2 van het GRUP Oosterweelverbinding – wijziging.
Het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding werd definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 juni 2006. Ondertussen is er een gewijzigde versie van het GRUP in procedure. Op 20 maart 2015 werd het GRUP Oosterweel-verbinding-wijziging voorlopig vastgesteld. Het plan is van kracht sinds 30 april 2015.
De Oosterweelverbinding tracht de Antwerpse Ring rond te maken en vormt een onderdeel van het Masterplan 2020. Het plan streeft naar vlotter verkeer, meer veiligheid en leefbaarheid in de Antwerpse regio.
In het kader van de Oosterweelverbinding staan o.a. volgende veranderingen op til op Linkeroever:
situering GRUP Oosterweelverbinding + wijziging t.o.v. plangebied (bron: geoloket bouwvoorschriften Antwerpen) Grafisch plan GRUP Oosterweelverbinding + wijziging (bron: GRUP)
3.4 Andere lopende of geplande projecten en plannen 3.4.1 Masterplan Mobiliteit 2020 Op 30/03/2010 besliste de Vlaamse Regering om principieel in te stemmen met een aangepast Masterplan (Masterplan 2020). Het Masterplan Antwerpen is opgesteld door het Vlaams Gewest met als doelstellingen:
In het besluit van de Vlaamse Regering over het Masterplan 2020 wordt gesteld dat er tegen 2020 een duurzame modal split voor de Antwerpse agglomeratie moet bereikt worden van 50/50: 50% van de vervoersbewegingen dient te voet, met de fiets of met het openbaar verboer te gebeuren.
De Oosterweelverbinding wordt ook opgenomen in dit masterplan. De Vlaamse Regering wil namelijk een dubbele ondertunnelde oplossing voor de Derde Scheldekruising uitvoeren (zie ook GRUP Oosterweelverbinding en GRUP Oosterweelverbinding – wijziging). Daarnaast zijn als relevante selecties te vermelden de tramlijn Linkeroever-Zwijndrecht en de ontsluiting Linkeroever-Noord als strategische projecten in dit masterplan. Ook de tramlijn naar Beveren is een bijkomend project binnen masterplan 2020. 3.4.2 Mobiliteitsplan Antwerpen Het richtinggevend gedeelte van het Mobiliteitsplan Antwerpen ‘Actief en bereikbaar’ werd goedgekeurd op 22/01/2015.
Het mobiliteitsplan is cruciaal voor de uitbouw van het mobiliteitsbeleid waarvoor de gemeente bevoegd is. Het mobiliteitsplan legt ook de visie op de verschillende netwerken voor fiets, openbaar vervoer en auto vast. Daarnaast is het gemeentelijk mobiliteitsplan het kader voor de projecten en acties die in samenwerking met andere partners (het Vlaams gewest, De Lijn, de NMBS, de provincies, ...) gerealiseerd kunnen worden.
In dit mobiliteitsplan staan de visie en strategie van de stad voor een actief en bereikbaar Antwerpen beschreven. De nadruk op ‘actief’ komt van het idee dat bewoners, bedrijven, handelaars en bezoekers hun activiteiten organiseren dankzij efficiënte verplaatsingen van en naar de woning, het werk, de school, de winkel, sport- en culturele voorzieningen en van en naar een onderneming, de klant, een vergadering, een bedrijventerrein of de haven. Bereikbaar betekent de impuls voor activiteiten die bewoners en bezoekers, pendelaars en investeerders aantrekt om een stedelijke dynamiek op gang te brengen. Niet het verplaatsingsmiddel (fiets, tram, auto,…), maar de gebruiker staat hierbij centraal. In het mobiliteitsplan wordt gesproken van een oeververbinding tussen Linker- en Rechteroever. Dit kan door middel van bv. waterbussen, watertaxi’s, een overzetboot,... Wat de verbindingen over land betreft wil het mobiliteitsplan inzetten op het doortrekken van het openbaar vervoeraanbod tot Linkeroever-Noord. In eerste instantie zou dit gebeuren door het inzetten van de streeklijnen. Nadien kan de nood aan een tramantenne worden geëvalueerd. Verder is Linkeroever opgenomen in de lage emissiezone die in de loop van 2016 werd ingevoerd. Masterplan 2020 (bron: Stad Antwerpen) Figuren uit Mobiliteitsplan Antwerpen
3.4.3 Hoogbouwnota De HoogBouwNota vormt het ruimtelijke beleidskader voor hoogbouw in Antwerpen. Aanvragen voor hoogbouwprojecten worden afgetoetst aan de kwaliteitseisen, richtlijnen en aandachtspunten, geformuleerd in de hoogbouwnota.
De hoogbouwnota is een sturend en controlerend instrument voor kwaliteitsvolle hoogbouw op verschillende schaalniveaus, ongeacht de locatie. Zo wil de stad kwaliteit garanderen door de opname van criteria in de vorm van een checklist en het voeren van een traject in dialoog. De checklist bestaat uit hoofdthema's waarin kwaliteitseisen, richtlijnen en aandachtspunten worden aangereikt voor de stedenbouwkundige inplanting en de architecturale uitwerking van hoogbouwprojecten. Hierdoor wordt eerst de locatiegeschiktheid (stedelijk functioneren, stadsbeeld, mobiliteit, milieu-effecten, lucht en geluid) nagegaan en vervolgens de architecturale geschiktheid (beeldkwaliteit, verblijfskwaliteit, keuze-architectuur en modal split, duurzaamheid). Alle initiatieven worden onderworpen aan een grondige motivatie en moeten voldoen aan uitgebreide criteria.
Hoogbouw kan op verschillende manieren gemotiveerd worden; in het teken van concentratie en menging van functies, weloverwogen verdichting, vrijwaring van open ruimte, optimalisering van mobiliteitsstromen, innovatieve woontypologieën, gebruik van duurzame technieken …
Hoogbouw is in theorie overal mogelijk, maar zal altijd grondiger en anders gemotiveerd moeten worden dan in de gebieden ‘waar het vanuit de visie op stadsontwikkeling gemakkelijker te motiveren is’. Buiten die gebieden zal hoogbouw daarom slechts uitzonderlijk overwogen worden.
De HoogBouwNota bouwt een bescherming in van zichtassen op het historische stadscentrum. Op basis van de stadsbeeldanalyse worden de zeer markante assen met zicht op de OLV Kathedraal uitgesloten van hoogbouw. Op zeer grote afstand zijn dat de assen Boomsesteenweg en Blancefloerlaan.
De stad kiest voor een traject in dialoog. De aanpak is vergelijkbaar met de voorbespreking voor 'reguliere' stedenbouwkundige vergunningsaanvragen. Het gaat om een advies-procedure voor de eigenlijke indiening van de vergunningsaanvraag. De initiatiefnemer dient zijn hoogbouwrapport in en kan tijdens het traject de nodige aanpassingen voorstellen. Bij de beoordeling van de vergunningsaanvraag wordt met alle adviezen rekening gehouden.
De GECORO (Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening) toetst initiatieven aan de uitgebreide set van locatiecriteria. De welstandscommissie toetst de architectuur en beeldkwaliteit. Hiermee krijgt de GECORO, naast de stadsdiensten en de welstands-commissie, een belangrijke rol in de adviesprocedure. Zo ontstaat een maximaal maatschappelijk draagvlak.
Gebieden waar hoogbouw principieel is uitgesloten en waar hoogbouw gemakkelijker te motiveren is (bron: HoogBouwNota stad Antwerpen)
3.4.4 Ruimtelijk Ontwikkelingsconcept Scheldepark Linkeroever Het ruimtelijk ontwikkelingsconcept Scheldepark Linkeroever werd goedgekeurd door het College van Antwerpen op 1 februari 2008.
Het Scheldepark Linkeroever is een ruimtelijke ontwikkelingsconcept dat door de Stad Antwerpen werd uitgewerkt in het kader van het strategische Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA). Scheldepark-Linkeroever behoort tot de strategische ruimte Zachte ruggengraat van het s-RSA. Verschillende stedelijke projecten (Middenvijver) en initiatieven van de Vlaamse overheid (de Oosterweelverbinding en het Sigmaplan) dienen zich aan in dit gebied. Het college gaf in februari 2008 de opdracht om een ontwerpend onderzoek voor heel het park op te starten met het oog op het zoeken naar ruimtelijke samenhang tussen al deze initiatieven en de formulering van ontwikkelingsperspectieven.
De algemene visie op het Scheldepark Linkeroever is vertaald in 3 krachtlijnen:
Ten westen van het Regattaproject is een groene verbinding gepland die samenvalt met de toekomstige Groene Singel. Deze zal via een nieuw te bouwen Scheldebrug Linker- en Rechteroever verbinden voor openbaar vervoer, zachte weggebruikers en lokaal verkeer. Deze groene strook van ca. 100m breed wordt groen ingekleed en herbergt tramlijnen, een fietspad en wegenis voor lokaal verkeer. Deze groene boulevard moet een verbinding vormen tussen Middenvijver en Galgenweel. Het is de bedoeling om de oversteekbaarheid van de Blancefloerlaan te verbeteren. Dit is nog niet concreet uitgewerkt, maar mogelijkheden zijn het verplaatsen van de carpoolparking en het inzaaien van de trambedding. Een onderdeel van het Scheldepark is de zogenaamde Parkstad, zijnde het bestaande woonweefsel op Linkeroever. De specifieke morfologie van dit stadsdeel drukt immers een andere ‘groen-rood’ stempel op haar omgeving dan bijvoorbeeld het geval is op Rechteroever (de bouwblokkenstad, binnenstad). De verhouding ligt hier anders, ‘groen’ (niet-bebouwde ruimte) overheerst op ‘rood’ (bebouwing). Dit heeft veel te maken met de manier waarop er gebouwd is op Linkeroever. De diverse publieke en semi-publieke – groene – ruimten zorgen ervoor dat de hele Parkstad op zich kan functioneren, dat het gebied ervaren en gebruikt kan worden als een welbepaald type park met tal van paden. Deze padenstructuur zal niet onbelangrijk blijken te zijn bij het gebruik van het park, en dit zowel in zijn geheel als in zijn onderdeel. Volgende elementen zijn essentiële onderdelen van de Parkstad:
Deze geven voornamelijk een gevoel van ruimte. De figuur van de laan is in essentie het belangrijkste landschappelijk structurerend element van de Parkstad. In de visie worden verschillende type lanen gedifferentiëerd.
Afhankelijk van in welk morfologisch gedeelte (privé-woningen of appartementen) van Linkeroever we ons bevinden zal de schaal en gebruik van deze gras(zand)vlakte variëren.
Ontwikkelingsconcept Scheldepark Linkeroever (bron: Stad Antwerpen)
3.4.5 Regatta Regatta is een nieuwe wijk van circa 40 ha. ten zuiden van de Blancefloerlaan. In totaal worden aan Galgenweel 450 woningen en 1.100 appartementen ontwikkeld en wordt er ruimte voorzien voor kantoren en winkels.
Eind 2009 ging de eerste fase van het project Regatta in, met de werken aan de onderliggende infrastructuur voor de nieuwe wijk. De bouw van de eerste woningen startte in 2010. Regatta wordt gefaseerd gerealiseerd tot 2025 als alles volgens plan verloopt. Tegelijk werd in 2012 ook gestart met de aanleg van het Galgenweelpark, dat inmiddels voltooid en opgeleverd is.
3.4.6 Actualisatie Inrichtingsplan (en Beeldkwaliteitsplan) Regatta Het oorspronkelijke inrichtingsplan dateert van 2007. In januari 2015 werd het inrichtings-plan geactualiseerd.
Op basis van de kwalitatieve en kwantitatieve voorschriften van het BPA Galgenweel / Borgerweert levert het inrichtingsplan de ruimtelijk-functionele condities (de ‘contouren’ en ‘enveloppes’) waarbinnen concrete ontwikkelingen gerealiseerd moeten worden. De contouren worden echter pas definitief en éénduidig vastgelegd door middel van meer gedetailleerde verkavelingsplannen of in de architectuuropdrachten. Het inrichtingsplan is een leidraad voor de ontwikkeling van de verschillende bouwdelen. Dit plan is destijds, in 2007, opgemaakt met BUUR en nadien in 2015 met awg architecten en bOb Van Reeth als kwaliteitsbewaker. Op basis van de ervaringen uit de eerste fase en de evolutie op de Antwerpse woningmarkt zijn een aantal aanpassingen onderzocht en doorgevoerd ter actualisatie van het inrichtingsplan. De concrete aanleiding voor de herziening van het plan is dus het ingaan van een nieuwe fase in het plan nu de eerste fase bijna is afgerond (deelzone met gemengde bestemming aan de Blancefloerlaan en de meest oostelijke deelzones in de Wijk voor wonen, de bouw van de eerste park-appartementen in de Parkrand Oost en een woonzorgcentrum langsheen de Blancefloerlaan).
De bestemmingszone Ga, de noordelijk wand, maakt de functionele en morfologische overgang tussen het woonprogramma van de bestemmingszone ‘Wijk’ en een gemengd stedelijk programma langs de Blancefloerlaan. Binnen deze zone zijn Ga1 en Ga2 reeds gerealiseerd. De zone Ga3 is in uitvoering. Op deze zichtlocatie worden commerciële ruimten en wonen gerealiseerd.
De bestemmingszone Gb, de westelijke zone aangeduid als “kantoor/commercieel”, maakt de functionele en morfologische overgang tussen het woonprogramma van de bestemmingszone ‘Wijk’ en de Groene Singel. Het inrichtingsplan voorziet binnen deze zone 190 appartementen en 40.236m2 aan kantoren.
De bestemmingszone Gc, de zuidelijke recreatieve zone, vormt de scharnier tussen drie verschillende ruimtelijke gehelen: de woonwijk, de (kantoor)zone langs de Groene Singel en het oeverlandschap rond het Galgenweel. De bestemmingszone zelf wordt dan ook opgedeeld in drie deelzones die elk qua programma en morfologie aansluiten op hun randen, en die gegroepeerd zijn rond een centraal wijkplein. De bebouwing van de deelzones vormt de wanden rond het wijkplein. De deelzone Gc2, tussen het insteekdok en de Groene Singel, wordt gereserveerd voor een grootstedelijk recreatief programma dat maximaal inspeelt op de recreatieve potenties van het Galgenweel. De nevenbestemmingen handel en horeca ondersteunen deze hoofdfunctie. Zolang geen recreatief programma gerealiseerd wordt, maakt deze deelzone deel uit van het oeverlandschap rond het Galgenweel.
Het beeldkwaliteitsplan heeft betrekking op de architectuur en de publieke ruimte binnen het project. Het is een soort van blauwdruk voor de gewenste structuur, identiteit en ‘belevingswaarde’. Ook dit document werd opgemaakt door awg architecten.
Overzicht realisatie d.d. januari 2015 (bron: Inrichtingsplan 2015)
Regattawijk (bron: Inrichtingsplan 2015)
3.4.7 Speelweefselplan Linkeroever Het speelweefselplan van Linkeroever dateert van december 2015.
Een speelweefselplan in het algemeen is een netwerk van autoluwe of autovrije fiets- en looproutes in een bepaalde buurt of wijk, aangevuld met ‘speelimpulsen’ onderweg. Door in kaart te brengen waar kinderen spelen wordt gekeken welke ingrepen wenselijke zijn en op welke manier de veiligheid langs die routes verbeterd kan worden. Het doel is te komen tot veilige en aantrekkelijke speelruimtes.
Het speelweefselplan voor Linkeroever is een onderzoeksrapport over het speelruimteweefsel in de wijk Antwerpen-Linkeroever. Het omvat een omgevingsanalyse, met o.m. een analyse van inspraak, GIS-analyse, terreinbezoeken, plananalyses,...alsook concrete beleidsvoorstellen en acties.
Het bestaande en gewenste speelweefsel binnen het projectgebied wordt in kaart gebracht en geëvalueerd. Dit gebeurt op verschillende schaalniveaus: macro, meso en micro.. Op het microniveau (buurtniveau) wordt ingegaan op enkele wijken, namelijk Centrum, Noordwest, Noordzuid, Zuid en Regatta.
De Combori site behoort binnen het Speelweefselplan tot de deelruimte ‘Regatta’. Binnen de Regattawijk worden zeven binnenpleinen voorzien. Het zijn geen formele speel-ruimten, maar hoofdzakelijk grasvlaktes met paden en siergroen voor informeel spel en ontmoeting. Er zijn twee buurtpleinen voor formeel spel.
Binnen de deelruimte Regatta ziet het Speelweefselplan volgende potenties in de vorm van publieke ruimtes:
Daarnaast zijn er ook een aantal knelpunten met betrekking tot de deelruimte Regatta:
Regattawijk met 7 binnenpleinen en 2 buurtpleinen (bron: Inrichtingsplan - actualisatie)
3.4.8 Aanleg speel- en sportterrein Regatta Op het terrein dat begrensd wordt door de Blancefloerlaan, het perceel van de sporthal, het perceel van Fab181, de Aalscholverlaan en de Hugues C. Pernathlaan wordt de aanleg van een speel- en sportterrein beoogd. Plannen hiervoor zijn in opmaak. Het terrein behoort tot de zone “Rand Combori” van het BPA Galgenweel Borgerweert.
Het doel is een multifunctionele sport-, spel- en verblijfsruimte te creëren met elementen voor "street sports". Eén van de voorwaarden is dat er in het plan ruimte voorzien moet worden voor een basisschool met een footprint van 1400m2 en een speelplaats van 2000m2. Dit maakt het mogelijk om in de toekomst de keuze voor een school niet te hypothekeren. Ook dienen de doorgangen en verbindingen van het BPA Galgenweel Borgerweert gerespecteerd te worden. Daarnaast dient het terrein een groen karakter te hebben met veel bomen, aansluitend aan het Galgenweelpark. Om het terrein interessanter te maken voor sport en spel, worden enkele heuvels voorzien. Ook wordt de wadi plaatselijk verbreed om de speelmogelijkheden hiervan te vergroten. Indien mogelijk worden de hekken rond de sporthal verwijderd.
3.4.9 Recreatieve kaart van Linkeroever Deze kaart werd gemaakt door de Stad Antwerpen en geeft een overzicht van alle groene gebieden zoals Middenvijver, het Esmoreitpark en het Rot. Ook geeft de kaart weer waar er sportactiviteiten en speeltuinen te vinden zijn, zoals de nieuwe Robinsonspeeltuin en het nieuwe skatepark. Verder is ook de Finse looppiste met uitzicht op het zeilmeer Galgenweel, wandel- en fietsroutes in Middenvijver en het Sint-Annabos, sport- en spelgelegenheid aan Sint-Anneke Plage weergegeven.
Ook bars en restaurants aan het ligstrand van Sint-Anneke Plage, het zwembad, de manege, de jachthaven en het cultureel en bouwkundig erfgoed kregen een plekje op de kaart. Verder wordt ook de bereikbaarheid niet uit het oog verloren: alle bus-, tram- en Velostations staan tevens aangeduid. 3.4.10 Ideeënwedstrijd visie Linkeroever De Antwerpse stadsbouwmeester lanceert samen met de stad en Waterwegen & Zeekanaal NV een ideeënwedstrijd voor de ontwikkeling van een toekomstvisie voor Linkeroever. Architecten en andere experten mogen hun ideeën voorstellen.
Het doel van de ideeënwedstrijd is om tot nieuwe ideeën en inzichten te komen die als basis dienen voor de toekomstige veranderingen op Linkeroever. In de opdracht worden twee onderzoeksthema’s geformuleerd:
De ideeën zullen tijdens het Festival van de Architectuur in september 2017 gepresenteerd en bediscussieerd worden in een tentoonstelling, een symposium en een publicatie. De jury kiest uit alle binnengekomen inzendingen vijf ideeën. Die vijf geselecteerde visies zullen in een latere fase de basis vormen voor de ontwikkeling van een ‘masterplan Linkeroever’.
Kandidaten konden zich inschrijven tot en met dinsdag 28 februari 2017 en werken nadien hun toekomstvisie voor Linkeroever uit.
Recreatieve kaart Linkeroever (bron: stad Antwerpen)
3.4.11 Voorzieningenanalyse Binnen de afdeling Ruimte van de dienst Stadsontwikkeling heeft het team Ruimtelijk Onderzoek een omgevingsanalyse uitgevoerd op Linkeroever. Het rapport dateert van 30 september 2016.
Aan de hand van geodata (GIS) en statistische data is de omgeving op een kwantitatieve en objectieve manier in beeld gebracht om zo tot een onderbouwde visie te komen. Naast thema’s als demografie, wonen, welzijn, morfologie, mobiliteit en milieu komen in de studie ook de lokale voorzieningen aan bod.
Onder het thema voorzieningen worden zowel de onbebouwde voorzieningen, zoals speelterreinen, volkstuinen, gebruiksgroen en pleinen, als de bebouwde voorzieningen, zoals scholen, sportgelegenheden, cultuurcentra, detailhandelszaken enzovoort, in beeld gebracht. Van hieruit worden de bestaande tekorten en tekortzones berekend.
De resultaten kunnen als volgt worden samengevat:
Synthese tekorten en tekortzones: buurtniveau (bron: Omgevingsanalyse Linkeroever – stad Antwerpen)
3.4.12 Groenplan Op 17 februari 2017 werd het definitief ontwerp van het Groenplan goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.
Een groenplan ‘Levendig Landschap’ is een instrument waarmee bepaald wordt hoeveel en welk soort groene open ruimte op een specifieke plek wenselijk is om een evenwichtige kwalitatieve leefomgeving te kunnen behouden. Het plan wordt uitgewerkt op het niveau van de gehele stad. Het behandelt de grensoverschrijdende kwesties en resulteert in een globale gewenste groenstructuur. Het is een plan op bovenlokaal niveau en vormt een beleidskader en basis voor de lokale groenplannen. Het bovenlokale groenplan is vooral geënt op de strategische ruimte ‘Zachte Ruggengraat’ uit het actieve beleid van het strategisch ruimtelijk structuurplan Antwerpen (s-RSA). Het plangebied van Fab181 maakt onderdeel uit van het Scheldepark, een concept dat in beide visiedocumenten is opgenomen. Het Scheldepark is het gebied dat ooit door de Schelde beheerst werd en waarin de rivier vandaag nog steeds een tastbare invloed heeft. Het groenplan zet in op het verbeteren van de betrokkenheid tussen de stad en de stroom via versterking van de scheldeboorden, de corridor over LO en de parkassen.
Het plangebied van Fab181 situeert zich tussen het groene weefsel van Galgenweel en van Middenvijver. Naast het creëren van horizontale linken door lokale buurtpleinen met elkaar te verbinden, is één van de ambities van het RUP ook om een ruimtelijk-visuele link te creëren/te versterken tussen de groenzones Galgenweel en Middenvijver. Het Groenplan duidt in de onmiddellijke omgeving van Fab181 ook een aantal strategische verbindingen aan:
Het Scheldepark omvat het Scheldeland (de rivier + o.a. Blokkersdijk, Galgenweel, Burchse Weel, Hobokense Polder en de volledige oevers langs beide zijden van de rivier) en de Zandvlakte_LO (Sint-Annabos, Vlietbos, het Rot, Middenvijver en het Zand). Het plangebied van Fab181 vormt met andere woorden een missing link tussen het Scheldeland (Galgenweel) en de Zandvlakte_LO (Middenvijver). Het Groenplan ijvert ervoor om in toekomstige projecten barrières (zijnde bebouwing en wegenis cf. Blancefloerlaan weg te werken en af te bouwen om het landschap maximaal te kunnen opentrekken over zijn huidige begrenzingen heen. Het Groenplan reikt verschillende strategieën aan om connecties te herstellen of te creëren (“versmelten”):
Groenstructuur stad Antwerpen: 5 ‘superparken’ (bron: Groenplan)
Het Scheldepark (bron: Groenplan)
Simulatie downgrading Charles De Costerlaan in kader van Oostweel (bron: Groenplan)
Het plangebied van RUP Fab181 is beperkt tot de hal en de onmiddellijke verharde omgeving waardoor het moeilijk is om structureel aan het Groenplan tegemoet te komen. De verticale doorsteek naar Middenvijver is praktisch of fysiek gezien niet realistisch gezien de Blancefloerlaan een barrièrewerking heeft. Ruimtelijk / visueel kan dergelijke doorsteek wel een meerwaarde betekenen. Daarnaast wordt in het RUP vastgelegd dat de bestaande verharding rondom de hal gereduceerd moet worden tot het strikt noodzakelijke. De 11 meter brede hoofdontsluitingsas ten westen van de hal is vandaag een immense asfaltvlakte die afbreuk doet aan het aanpalende park. In het RUP zullen voorschriften worden opgelegd voor een meer kwalitatieve en groenere inrichting met een zo min mogelijke verhardingsgraad. 3.4.13 Beleidsnota industrie en logistiek 2020 De Beleidsnota industrie en logistiek werd goedgekeurd door de gemeenteraad in 2015. In deze nota wordt, na een korte situering en een analyse van het beleidskader, een analyse gegeven van het huidige aanbod aan ruimte voor industriële of logistieke ondernemingen, zowel kleine en middelgrote als grote ondernemingen, binnen het grondgebied van stad Antwerpen maar exclusief haven. Zowel de industriële en logistieke oppervlakte binnen bedrijventerreinen als deze buiten bedrijventerreinen wordt onder de loep genomen. Voor de industriële en logistieke oppervlakte buiten bedrijventerreinen wordt een overzicht gemaakt van alle vestigingen met een industriële of logistieke activiteit op basis van de gegevens uit de Verrijkte Kruispuntbank voor Ondernemingen (VKBO). Voor de industriële en logistieke oppervlakte binnen bedrijventerreinen wordt per bedrijventerrein een ruimtebalans opgemaakt. Er wordt een overzicht gegeven van de benutte (of “in gebruik zijnde”) en de onbenutte percelen binnen de zones met hoofdbestemming industrie/logistiek. De benutte percelen worden verder onderscheiden naargelang ze bebouwd of niet-bebouwd (bijvoorbeeld in gebruik als parking) zijn. Verder wordt een overzicht gegeven van de benutte, bebouwde percelen met een zonevreemde hoofdfunctie, of met andere woorden een hoofdfunctie die niet is toegelaten volgens de bestemmingsvoorschriften. Ook wordt een overzicht gegeven van de benutte, bebouwde percelen die een leegstaand en/of verwaarloosd gebouw omvatten. Tot slot wordt aangegeven aan welke randvoorwaarden het terrein onderhevig is.
Uit deze beleidsnota bleek onder meer dat er een tekort is aan ruimte voor logistieke en industriële bedrijven. Dit heeft enerzijds te maken met onvoldoende kwantitatief aanbod maar ook met de wijze waarop terreinen of panden vermarkt worden. Logistieke en industriële bedrijven hebben nood aan kooppanden, geen huurpanden. De aangeboden panden zijn daarnaast ook vaak te duur (deels door speculatie); ook de mobiliteitsproblematiek speelt een rol.
Industrie is een belangrijke motor van de economie en een hefboom naar werkgelegenheid. Bestaande zones worden dus zoveel mogelijk voorbehouden voor KMO, logistiek en industrie gezien er anders elders nieuwe ruimte zal moeten gecreëerd worden. 3.4.14 Detailhandelsvisie N70
De provincie Antwerpen pakt samen met de provincies Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant de N10 en de N70 (Blancefloerlaan) aan. In samenwerking met de gemeentes langs deze wegen wordt een visie uitgewerkt ter versterking van de kernwinkelgebieden en wordt gezocht naar clustering van baanwinkels. De nadruk ligt vooral op samenwerking tussen de verschillende beleidsdomeinen: economie, ruimte, mobiliteit…
Deze detailhandelsvisie, die in opmaak is en nog niet definitief is goedgekeurd, kan in de toekomst dienen als toetsingskader voor detailhandelsmogelijkheden bij de opmaak van bijvoorbeeld een RUP.
Momenteel wordt voorgesteld om op dit deel van de N70 nieuwe detailhandel te beperken in functie van kernversterking. Een kernwinkelgebied voor Linkeroever of een cluster van baanwinkels is bijgevolg hier niet gewenst.
3.4.15 Labo XX _Werk
Op 18 juli 2014 zijn de resultaten van het ontwerpend onderzoek rond verdichting en stadsvernieuwing 20ste-eeuwse gordel Antwerpen van Labo XX goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.
Met Labo XX_Werk wil de stad bedrijvigheid van meet af aan verweven bij de vernieuwing en verdichten in de twintigste-eeuwse gordel. Uit dat onderzoek bleek dit gebied bovendien over heel wat troeven te beschikken die optimale omstandigheden kunnen bieden voor productiebedrijvigheid. Omdat het over stedelijk gebeid gaat, kunnen nieuwe initiatieven hier makkelijker verknopen met al aanwezige netwerken tussen bedrijven, belangengroepen en andere actoren. Bedrijven in de twintigste-eeuwse gordel genieten hierbij zowel van eigen netwerken, als van de nabijheid van het stadscentrum. 3.4.16 Masterplan Linkeroever
Het masterplan Linkeroever omschrijft verdichtingsscenario’s met als hoofddoelstelling het groene karakter van Linkeroever te versteken. Verschillende zones en trekpleisters worden met elkaar verbonden op vlak van en functionele invulling, infrastructuur (bebouwd en onbebouwd) en mobiliteit.
3.5 Verordeningen 3.5.1 Bouwcode De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Bouwcode’ is van kracht vanaf 4 april 2011. De bouwcode is een verzameling van regels die bepalen hoe in de stad Antwerpen gebouwd of verbouwd mag worden. Bouwplannen moeten aan deze voorschriften voldoen om een stedenbouwkundige vergunning te krijgen. De voorschriften van het RUP Fab181 primeren boven deze van de Bouwcode. Enkel daar waar het RUP strengere of andere reglementen wil, die specifiek zijn voor de site Combori, worden de voorschriften van de bouwcode overschreven in het ruimtelijk uitvoeringsplan. 3.5.2 Gewestelijke verordening hemelwaterputten Deze gewestelijke stedenbouwkundige verordening bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakten. Het algemene uitgangsprincipe hierbij is dat zoveel mogelijk herbruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd naar de riolering. 4 BIJLAGE 4: ADVIES DIENST MER 5 BIJLAGE 5: OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN 5.1 RUP Galgenweel Oost 6 BIJLAGE 6: REGISTER PLANSCHADE, PLANBATEN EN COMPENSATIE Zie bijgevoegd plan. 7 BIJLAGE 7: OVEREENKOMST
|