A.1. Situering en afbakening van het studiegebied
Het bouwblok waarin zowel het provinciehuis als het harmoniepark zich bevinden situeert zich in de 19de eeuwse gordel rond de Antwerpse binnenstad, binnen de ring. Het ligt in het zuidelijke gedeelte van deze gordel, ter hoogte van het Albertpark nabij het district Berchem.
![i_RUP_11002_214_10011_00001_200181.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10011_00001_200181.jpg)
Figuur 1. Topografische Kaart
![i_RUP_11002_214_10011_00001_200182.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10011_00001_200182.jpg)
Figuur 2. Luchtfoto
Er wordt gekozen om het volledige BPA nr. 61 dat begrenst word door de Koningin Elisabethlei, De Jan van Rijswijcklaan, de Lange Lozanastraat, de Harmoniestraat, de Mozartstraat en de Mechelsesteenweg op te nemen in het RUP. Op deze manier wordt het volledige BPA opgeheven en wordt een onduidelijk kluwen van RUP’s en BPA’s vermeden. Hierdoor kunnen ook enkele gekende problemen met het BPA nr. 61 worden opgelost.
A.2. Beschrijving van de bestaande toestand
Het bouwblok en de directe omgeving bestaat voornamelijk uit 19de eeuwse of vroeg 20ste eeuwse meer residentiele woningen. Gelegen vlak aan het Albertpark en het Harmoniepark was het gebied het logische toneel voor de bourgeoisie. Dit uit zich dan ook in de architectuur in het bouwblok. Residentiële appartementsgebouwen worden afgewisseld met statige herenhuizen.
Een aantal elementen in en buiten het bouwblok zijn bepalend:
-
Provinciehuis: Kantoorgebouw uit de jaren zestig dat door zijn hoogte een sterk beeldbepalend element is voor de omgeving. De site gaat dwars door het bouwblok. De restruimte rond de kantoren wordt opgevuld door park en parkeerplaatsen.
-
Harmoniepark en harmonie: het harmoniepark is een charmant eerder gesloten buurtpark dat door de aanwezigheid van een speeltuin frequent gebruikt wordt door jonge kinderen. Het Harmoniegebouw is een karaktervol 19de -eeuws gebouw dat momenteel dienst doet als feestzaal. De functionele binding met het park is gebroken. De toegang gebeurt nu enkel langs de Mechelse Steenweg.
-
Eeuwfeestkliniek: dit ziekenhuis ligt niet in het bouwblok zelf maar grenst direct aan het harmoniepark. Het ziekenhuis genereert veel verkeer in het omliggende woonweefsel
-
Albertpark: 19de eeuws romantisch stadspark concentrisch opgebouwd.
-
Het zeer groene karakter, met waardevolle elementen, van de tuinen tussen Harmoniestraat en Elisabethlei
![i_RUP_11002_214_10011_00001_200183.png [image]](i_RUP_11002_214_10011_00001_200183.png)
Figuur 7: bepalende elementen uit omgeving
A.3. Ruimtelijke plannen met bindend karakter
A.3.1. Gewestplan
In het gewestplan wordt het ganse plangebied aangeduid als woongebied. De enige uitzondering hierop is het Harmoniepark en het daarbijhorende harmoniegebouw, dat als parkgebied is ingekleurd.
![i_RUP_11002_214_10011_00001_200184.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10011_00001_200184.jpg)
Figuur 3. Gewestplan
Volgens artikel 5.1.1. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen geldt voor de woongebieden: De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaalculturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Volgens artikel 14.4.4. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen geldt voor de parkgebieden: De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.
A.3.2. Plannen van aanleg
In het BPA wordt het bouwblok veel genuanceerder bestemd. Het bouwblok is ingedeeld in acht zones waarvoor telkens nauwkeurig de bestemming en inrichting is vastgelegd.
![i_RUP_11002_214_10011_00001_200185.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10011_00001_200185.jpg)
Figuur 4: Bestemmingsplan BPA nr. 61
Artikel 1. Plaatsen bestemd voor aaneengesloten bebouwing
Voor het ganse artikel geldt dezelfde bestemming: woonhuizen en handelsinrichting.
-
Woonhuis: gebouw uitsluitend tot huisvesting van één of meer gezinnen ingericht
-
Handelsinrichting: gebouw bestemd voor het exploiteren van een handelszaak, met uitsluiting van elk ander bedrijf, en al dan niet samengaand met de bewoning van een deel van het gebouw
De gewenste inrichting wordt zeer zorgvuldig opgetekend. Per zone worden bepalingen opgelegd aangaande bouwvolume, bouwhoogte, welstand, etc. Hieronder worden de verschillende zones samen met de belangrijkste bepalingen opgesomd.
-
Strook voor hoofdgebouwen: zone voor aaneengesloten bebouwing met kroonlijst, en voorgevels in licht-kleurige gevelsteen, natuursteen en licht-kleurige gevelelementen
-
Strook voor bijgebouwen: strook waar bijgebouwen mogen worden opgetrokken (als bergplaatsen, of aanvullend op bestemming van het gelijkvloers). Er zijn regels opgesteld voor de plaatsing van de gevels, de materialen (baksteen als niet zichtbaar van de openbare weg) en het gabarit.
-
Strook voor binnenplaatsen en tuinen: enkel hofmuren zijn hier toegelaten. De tuinen moeten ingericht worden als tuin of terras. Bestaande hoogstammige bomen moeten behouden blijven (en bij afsterving herplant worden).
-
Bouwvrije zijtuinstrook:enkel afsluitmuurtjes zijn hier toegelaten, eventueel mogen hellende afritten worden toegelaten op maximaal vijf meter van de rooilijn.
-
Bouwvrije voortuinstrook aan de Rijkswegen: alle constructies zijn hier verboden behalve een verplichte afsluiting van de openbare weg.
Artikel 2: Plaats(en) bestemd voor gemeenschapsuitrustingen
Gemeenschapsuitrusting is in dit BPA zeer strikt gereglementeerd. De zone is bestemd voor bestuursgebouwen, dienstgebouwen, feestzaal, cultureel centrum, of woning voor huisbewaarder.
De maximale bebouwing en hoogte is nauwkeurig weergegeven op plan. Met uitzondering van de te behouden waardevolle gebouwen moeten alle gebouwen een plat dak hebben en uitgevoerd zijn in handvorm baksteen, lichtkleurige gevelelementen of natuursteen. De niet bebouwde delen moeten als groene ruimte worden aangelegd, behalve als ze dienst doet als toegang voor de gebouwen.
Artikel 3: Plaatsen bestemd voor openbaar groen
Deze ruimten moeten bestemd worden voor openbaar park, plantsoen of als speelruimten voor kinderen.
Op gebied van inrichting zijn alle constructies verboden behalve deze die dienen voor de uitrusting of aankleding van de zone. Verhardingen zijn enkel toegelaten op de wandelwegen en de speelruimten.
Artikel 4: Waardevolle constructies
onafhankelijk van de verschillende zones zijn er op het plan een aantal waardevolle gebouwen aangeduid welke ‘geheel of gedeeltelijk in hun oorspronkelijke staat deskundig hersteld, gereconstrueerd of gerestaureerd (dienen) te worden’. De ontwerpen zouden ter goedkeuring moeten voorgelegd worden aan de afdeling Planologie/Monumentenzorg.
A.4. Ruimtelijke beleidsplannen
A.4.1. Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
Het plangebied is volledig gelegen binnen het grootstedelijk gebied Antwerpen, overeenkomstig het gewestelijk RUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen (BVR 19/06/09); er geldt ter plaatse geen deelplan met herbestemming.
A.4.2. Ruimtelijk structuurplan Provincie Antwerpen
Het RUP is volgens het RSPA gelegen inde deelruimte ‘grootstedelijk Antwerpen’. Het grootstedelijk gebied wordt gezien als een geheel van gelijkwaardige grootstedelijke woonomgevingen met een hoog voorzieningenniveau. Voor deze deelruimte worden o.a. het vernieuwen van het grootstedelijk gebied en het uitbouwen van kwalitatieve woonomgevingen als doelstelling opgenomen. Dit kan zich bijvoorbeeld vertalen in het realiseren van groenstructuren, het vernieuwen van woonomgevingen en het voorzien van samenhang tussen verschillende (woon)omgevingen.
A.4.3. Strategisch ruimtelijk structuurplan Antwerpen
In het structuurplan staat geen directe verwijzing naar het bouwblok, noch is het opgenomen in het actief gedeelte van het s-RSA. De opmaak van het RUP past wel in de filosofie van het structuurplan en voornamelijk in het beeld van de poreuze stad waarbij een specifieke aanpak per bouwblok wordt gepropageerd.
-
Spoorstad: De site van het provinciehuis bevind zich volgens het s-RSA in het lager netwerk. Het lager netwerk bestaat uit het netwerk van tramsporen, het netwerk van stedelijke en territoriale boulevards, lokale wegen, stations en spoorbundels, stelplaatsen, parkings, P&R’s en transferia, winkelstraten, voetgangers- en fietspaden en de stedelijke centra. Het is ‘lager’ omdat het niet verwijst naar de snelwegen of naar de Ring, die internationaal en lange afstandsverkeer moeten verwerken, maar staat speciaal ten diensten van het stedelijk gebied. In het lager netwerk wordt ingezet op het versterken van het openbaar vervoer, het uitwerken van een coherent parkeerbeleid en de uitbouw van de straat als publieke ruimte.
-
Poreuze stad: In het beeld van de Spoorstad en de Poreuze Stad zijn een kwalitatief publiek domein de inzet, en ook de rijkdom en expressie van de individuele ruimten langs de straten moet worden gestimuleerd. In het algemeen moet de straat als ontmoetingsruimte opnieuw ontdekt worden en kan bij de ontwikkeling van panden en gevels gestreefd worden om de relatie met de straat terug op te nemen.
Vanuit de doelstelling van het garanderen van de leefkwaliteit wordt een groenstrategie weergegeven die zich richt op de poreuze delen van de stad. In de publieke delen moet voldoende ruimte gelaten worden voor speelruimte op wijkniveau. In de gebieden behorende tot de Binnenstad en de 19de-eeuwse gordel moet het inpandige groen of het groen in de bouwblokken verhoogd worden.
Deze gebieden zijn meestal ook de gebieden met significante tekorten buurt- en wijkgroen. Door middel van punctuele ingrepen in bestaande bouwblokken,het wegwerken van barrières of het verminderen van de maximale bebouwingsindex waar mogelijk, kan de infiltratie van open ruimte bewerkstelligd worden.
-
Dorpen en metropool – policentrische stad: Het beeld van de Dorpen en Metropool suggereert een policentrische stad, niet enkel vanuit functioneel oogpunt, maar ook in de sociaal-economische en cultuurhistorische betekenis. De verschillende centra ontstonden op verschillende momenten en ontwikkelden zich volgens specifieke mechanismen; andere zijn nieuwer wegens recentere stadsuitbreidingen of -ontwikkelingen. De verschillende leefomgevingen binnen de globale atmosfeer van de stad moeten in hun eigenheid behouden en gedifferentieerd blijven. De (beeld)kwaliteit van de gebouwde omgeving van de verschillende wijken en buurten kan versterkt worden door zorg te dragen voor het historisch en archeologisch erfgoed en bewust om te gaan met hedendaagse toevoegingen. Zowel de duurzaamheid als de historische waarde van een gebouw staan hierbij centraal. Dit geldt zowel voor oude als nieuwe gebouwen. Duurzame gebouwen zijn gebouwen die door meerdere generaties kunnen gebruikt worden en dus doorheen de tijd kunnen aangepast worden aan de steeds wijzigende leefgewoonten, zonder daardoor onnuttig te worden. Monumenten, beeldbepalende gebouwen en generieke richtlijnen in verband met beeldkwaliteit moeten mee opgenomen worden in de gemeentelijke RUP’s om ze meer juridische waarde te geven.
|