4.1 GEVOLGEN VOOR DE FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND
4.1.1 Op te heffen voorschriften
Na de inwerkingtreding van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, worden de bestemmingen en de bijhorende voorschriften van het gewestplan, die binnen de begrenzing van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan liggen, opgeheven en vervangen door de bestemmingsvoorschriften van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Volgende bestemmingen van het gewestplan nr. 14 Antwerpen (KB 03/10/1979) worden door de opmaak van dit RUP effectief opgeheven:
°Artikel 8: 2.1. Voor de industriegebieden kunnen de volgende nadere
aanwijzingen worden gegeven:
2.1.3. de gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalprodukten van schadelijke aard.
°Artikel 26. - Gebied voor stedelijke ontwikkeling (BVR 28/10/98)
Dit gebied is bestemd voor industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving.
De stedenbouwkundige aanleg van hetgebied, de bijhorende voorschriften betreffende terreinbezetting, vloeroppervlakte, hoogte, aard en inplanting van de gebouwen met bijhorende voorzieningen, en de verkeersorganisatie in relatie met de omringende gebieden, worden vastgesteld in een bijzonder plan van aanleg vooraleer het gebied kan ontwikkeld worden. Ook het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen kan pas na goedkeuring van een bijzonder plan van aanleg.
De volgende bijzondere plannen van aanleg en bijhorende bepalingen worden, gezien sommige percelen in het ruimtelijk uitvoeringsplan gelegen zijn, na de inwerkingtreding van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan door de bevoegde overheid, geheel of gedeeltelijk opgeheven:
°Het BPA nr. 97 Dam West (MB 08/06/1988) wordt geheel opgeheven:
Artikel 1 ‘bestemmingsvoorschriften’ en artikel 2 ‘bouwvoorschriften’.
Het volledige BPA valt onder deze twee artikels.
°Het BPA Stedelijk Park Spoornoord (29/06/2005) wordt gedeeltelijk opgeheven voor wat betreft [Art. 3.2.1. Opleidingsgebouw] en [Hfdst. 2.1 Zone voor stedelijk park 1]
4.1.2 Afstemming categorieën gebiedsaanduidingen Vlaams Gewest
In het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 ‘tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de RUP’s’ wordt opgelegd dat er bij de opmaak van de uitvoeringsplannen een aantal categorieën van gebiedsaanduidingen als uitgangspunt worden gebruikt.
In volgende tabel wordt aangegeven in welke categorie elke bestemmingszone uit voorliggend RUP valt.
Categorieën Vlaams gewest
|
Bestemmingszones van de stad Antwerpen
|
Wonen
|
Art. 1 Zone voor Wonen
Art. 2 Zone voor Wonen – wonen in het park
Art. 5 Zone voor Gemengde functies – gemeenschapsvoorzieningen/wonen
Art.6 Zone voor gemengde functies –Stationsgebouw Antwerpen Dam
Art.7 Zone voor openbaar domein
|
Overig groen
|
Art.8 Zone voor openbaar domein – park
|
Gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen
|
Art.3. Zone voor maatschappelijke functies – openbare nutsvoorzieningen
Art.4 Zone voor maatschappelijke functies – kindercampus
|
4.1.3 Ruimteboekhouding
De bestemming wordt opgeheven en vervangen door bovenstaande bestemmingszones. Dit resulteert in volgende ruimtebalans:
Gewestplan
|
Opp.
|
Categorieën Vlaams gewest
|
Opp.
|
Bestemmingszones van de stad Antwerpen
|
Opp
|
Gebied voor kleine en middelgrote ondernemingen
|
- 15,6ha
|
Wonen
|
+13,4ha
|
Art. 1 Zone voor Wonen
Art. 2 Zone voor Wonen – wonen in het park
Art. 5 Zone voor Gemengde functies – gemeenschapsvoorzieningen/wonen
Art.6 Zone voor gemengde functies –Stationsgebouw Antwerpen Dam
Art.7 Zone voor openbaar domein
|
6,7 ha
0,5ha
1ha
4,5ha
|
Overig groen
|
|
Art.8 Zone voor openbaar domein – park
|
0,7ha
|
Gemeenschaps-voorzieningen en nutsvoorzieningen
|
+2,2ha
|
Art.3. Zone voor maatschappelijke functies – openbare nutsvoorzieningen
Art. 4 Zone voor maatschappelijke functies – kindercampus
|
1,6ha
0,6ha
|
|
4.1.4 Register planschade en planbaten
In volgende figuur wordt een overzicht gegeven van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding (cfr codex RO art. 2.6.1.), een planbatenheffing (cfr codex RO art. 2.6.4. ), een bestemmingswijzigingscompensatie (cfr DGPB art. 6.2.1.) of compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften (cfr DGPB art. 6.3.1.).
Dit overzicht spreekt zich louter uit over de bestemmingswijziging die mogelijks aan de basis kan liggen van voormelde vergoeding/heffing/compensatie, maar houdt geen rekening met de feitelijke eigendomsstructuur noch met de decretaal voorgeschreven toepassingscriteria en uitzonderingsbepalingen.
grafisch register
![i_RUP_11002_214_10006_00001_200113.png [image]](i_RUP_11002_214_10006_00001_200113.png)
4.1.5 Stedenbouwkundige last
Delen van de zone voor openbaar domein-park behoren tot private percelen. Voor de gedeelten van de private percelen die binnen de zone voor openbaar domein gelegen zijn, kan de vergunningverlenende overheid bij afgifte van de stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning, lasten verbinden.
°Het openbaar domein – park wordt aangelegd door en ten koste van de eigenaars van de bestemmingszones ‘wonen aan het park’ en ‘kindercampus’.
°Na de aanleg wordt het openbaar domein – park kosteloos overgedragen aan de stad Antwerpen.
De ontwikkeling en ontsluiting van delen van private percelen in de zone voor wonen aan het park en de zone voor maatschappelijke functies - kindercampus is slechts mogelijk via de zone voor openbaar domein park
4.2 UITVOERBAARHEID
4.2.1 Onteigeningsplan
Voor het verwerven van eigendommen, opgenomen in het onteigeningsplan, wordt conform de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen de volgende motivatie opgegeven.
De verwerving van het perceel nr 1 is essentieel voor de realisatie van het bouwblokproject Hardenvoort – Bredastraat - Noorderlaan. In dit bouwblok wordt een stelplaats voor stads- en buurtonderhoud gebouwd met het oog op een optimaal beheer van Antwerpen Noord in het algemeen en van park Spoor Noord in het bijzonder. Park Spoor Noord is het grootste stadspark in de binnenstad van Antwerpen. Voor een stipt en degelijk onderhoud van het park is een reorganisatie van de noordelijke stelplaatsen van de Antwerpse groendienst noodzakelijk. Bij deze reorganisatie werd gezocht naar een locatie die zo dicht mogelijk aanleunt bij het nieuwe Park Spoor Noord. Organisatorisch betekent dit dat voor de bediening van het park slechts één straat moet worden overgestoken met dus een minimale aanwezigheid op het verkeersnet. Een uitvalsbasis vlak bij het park betekent een hoge efficiëntie naar verplaatsing van mensen en middelen, verhoogt de aanwezigheid van personeel op het park en is positief voor mentale betrokkenheid van de hoveniers en groenarbeiders.
Een vestiging op het park was niet mogelijk omdat op de site principieel geen bebouwing toegelaten wordt (met uitzondering van de bestaande spoorweggebouwen die een invulling hebben in de publieke én recreatieve sfeer).
Het bouwblok Hardenvoort – Bredastraat – Noorderlaan bestaat grotendeels uit stadseigendommen. Het zijn binnen Dam_west de enige stadseigendommen die voor de stelplaats in aanmerking komen. De stelplaats zal dan ook grotendeels op stadseigendommen worden uitgevoerd. De verwerving van het perceel nummer 1 (als enige privaatperceel in dit bouwblok) is belangrijk als sluitstuk voor de circulatie binnen het project en om een in- en uitrit mogelijk te maken naar de straat.
De vestiging van de stelplaats groendienst past in het RUP omdat het streefbeeld van het RUP een wijk is met de klemtoon op wonen en op woon- en parkondersteunende functies. De stelplaats is duidelijk parkondersteunend.
Perceel nummer 1 ligt al jarenlang braak. De aankoop van het perceel is tot op heden niet gelukt via aan minnelijke regeling.
De verwerving van perceel nr 2 is essentieel voor het realiseren van de Joossensgang. Het perceel is volgens het huidige BPA en het nieuwe RUP ingekleurd als openbaar domein. In de richtnota van het RUP wordt de Joossensgang niet meer als een doodlopende maar als een doorlopende straat geconcipieerd. Ook nieuwe bouwprojecten oriënteren zich op de nieuwe steeg en zijn in hun timing hiervan afhankelijk. Een heraanleg van de steeg in totaliteit dringt zich op. Perceel nr 2 is de facto openbare wegenis. Voor een klare juridische situatie is het belangrijk dat dit perceel stadseigendom wordt.
Dezelfde redenering en motivering wordt doorgetrokken voor al de overige panden. De facto zijn al de andere aangeduide delen van deze percelen nr 3 tot nr 19 openbare wegenis. Deze situatie is al decennia lang zo. Met uitzondering van de percelen van de twee bouwmaatschappijen ABC (nieuwe steeg Driesnellestraat) en ARRO (verbreedde Smallestraat), die niet zijn opgenomen in het onteigeningsplan, blijven de rooilijnen ongewijzigd ten opzichte van het huidige BPA. De huidige straatprofielen liggen dus met andere woorden al minstens sinds 1988 vast. Het feit dat een deel van de openbare weg op private eigendom ligt, is juridisch geen heldere situatie en kan bij de heraanleg van het openbaar domein op Dam_west hinderlijk zijn. Daarom is het opportuun om deze feitelijke situatie ook juridisch recht te trekken en de private delen van het openbaar domein op te nemen bij de stadseigendommen. Het onteigeningsplan brengt deze situatie duidelijk in kaart en biedt een instrument om eigendommen te verwerven.
De eigendommen van de sociale bouwmaatschappijen zijn niet opgenomen in het onteigeningsplan. In beide gevallen gaat het om nieuwbouw groepswoningbouwprojecten met nieuw aan te leggen openbaar domein (waaronder openbare wegenis). De aanpak hier gebeurt conform artikel 80 van de Vlaamse wooncode waarin de overdracht van het openbaar domein wordt geregeld. Hier kunnen andere instrumenten, zoals de bouw- of verkavelingvergunning, worden ingezet.
onteigeningsplan
![i_RUP_11002_214_10006_00001_200114.png [image]](i_RUP_11002_214_10006_00001_200114.png)
4.2.2 Toegankelijkheid
In het kader van de toegankelijkheid van gebouwen en openbare ruimten wordt elke aanvraag tot vergunning die betrekking heeft op een publieke ruimte voor advies voorgelegd aan het Centrum voor Toegankelijkheid Provincie Antwerpen (Boomgaardstraat 22, bus 101, 2600 Antwerpen; tel. 03 240 56 47 of
www.provant.be, Welzijn, Toegankelijkheid) alvorens de stedenbouwkundige vergunning af te leveren.
De aanvrager dient alle nodige informatie te verstrekken die nodig is om de toegankelijkheid te evalueren.
Onder publieke ruimte wordt verstaan: de openbare en niet-openbare gebouwen die voor het publiek toegankelijk zijn, met inbegrip van de praktijken voor vrije beroepen, de openbare en niet-openbare wegen die voor het publiek toegankelijk zijn, alsook elk ander domein, infrastructuur, gebouw of plaats die voor het publiek toegankelijk is.
|