3.3 BASISPRINCIPES PER DEELZONE

 

Artikel 1 Zone voor Wonen - wonen in het park

°‘Wonen’ vormt de richtinggevende functie. Daarnaast kunnen aan het wonen verwante functies worden toegestaan zoals kleinschalige kantoren, handel, horeca en voorzieningen, voor zover ze verweefbaar zijn in het bouwblok en geen hinder veroorzaken tov de woonfunctie. Een functionele verweving op het niveau van het gebouw wordt niet verplicht.

 

°Bestaande bedrijfsgebouwen (relatief grootschalige bedrijfsgebouwen, opslagloodsen, kantoorachtige bedrijven,…) kunnen behouden blijven. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt rekening gehouden met de verweefbaarheid van de bedrijven; het beperken van de ontwikkeling of vestiging van verkeersgenererende activiteiten geldt daarbij als een voorname doelstelling. Ontsluiting van bedrijven gebeurt via de IJzerlaan. Volgende types van bedrijfsgebouwen zijn toegestaan (niet limitatief): productie, productiegebonden detailhandel, groothandel, kantoorachtige bedrijven, kleinschalige stedelijke bedrijvigheid, garages,… . Voor de bouwblokken die niet grenzen aan de IJzerlaan wordt principieel gekozen voor het downgraden van de mogelijkheden voor bedrijvigheid ten voordele van het wonen. De historische bedrijvigheid wordt maw teruggebracht naar een kleinschaliger gebeuren binnen het weefsel. Vertaald naar oppervlaktes betekent dit dat nieuwe bedrijven een oppervlaktebeperking krijgen tot 750 m². Door het voorzien van ruimere vestigingsmogelijkheden voor bedrijvigheid (tot 1.000m²) in de bouwblokken grenzend aan de IJzerlaan, ontstaat een overgangsgebied tussen de wijkgebonden bedrijvigheid van Antwerpen Noord en het KMO-gebied Steenborgerweert.

 

°Er wordt een oppervlaktebeperking opgelegd voor kantoorgebouwen met een bruto-vloeroppervlakte groter dan 1.500m². Deze grootschalige kantoorontwikkelingen worden doorverwezen naar de door de stad geselecteerde toplocaties voor kantoren.

°De transformatie van Dam_west in een volwaardige en levendige stadswijk zal eveneens gepaard gaan met een stijgende vraag voor vestiging van handels- en horecafuncties. Bij nieuwbouw langs de noordzijde van Hardenvoort en het Damplein kan opgelegd worden op het gelijkvloers een ruimte te voorzien die geschikt is om in te richten als handelsruimte (etalages). Om leegstand te vermijden, wordt deze verplichting echter niet opgenomen in de bestemmingsvoorschriften; de vestiging van handel- en horeca wordt eerder gefaciliteerd door de ligging en door een specifiek inrichtingsvoorschrift; bij nieuwbouw of renovaties waarbij aanpassingen worden voorzien van de draagstructuur van het gebouw op het gelijkvloers, wordt opgelegd de draagstructuur zodanig op te vatten dat een flexibele invulling mogelijk is (geen dragende muren maar balken en kolommen). Voor hetzelfde doeleinde wordt voor het gelijkvloers langs Hardenvoort – Damplein een minimale vrije hoogte van 3 meter opgelegd.

 

°De rooilijn valt samen met de zonegrenzen van de bouwblokken. De zonegrenzen gelden als verplichte bouwlijn zodat gesloten bouwblokken tot stand komen.

 

°In tegenstelling tot de spoorlijn wordt het viaduct Noorderlaan niet beschouwd als een onveranderlijke grens op lange termijn. Een aanpassing van het viaduct kan negatieve gevolgen hebben indien constructies en gebouwen er tegenaan worden gebouwd. Een sterke fysieke koppeling tussen nieuwe bebouwing en de bestaande constructie van het viaduct wordt tegengegaan. Er wordt daarom een uiterste bouwlijn aangeduid waarbij enige afstand blijft bewaard tussen het viaduct en de bebouwing.

 

°De bouwhoogte wordt afgestemd op de schaal en functie van het aangrenzende openbaar domein: hogere toegestane bouwhoogten langs de IJzerlaan en Noorderlaan, gemiddelde bouwhoogten langs de Bredastraat en Viaduct Dam en lagere bouwhoogten in de overige straten en de binnengebieden

°Bij groepswoningbouw geldt een maximum voor het aantal te realiseren studio’s (= woningen <50m²).

 

°Voor grotere woningbouwprojecten (meer dan 10 wooneenheden) wordt opgelegd het parkeren ondergronds te organiseren.

 

°Er worden verschillende projectzones aangeduid in functie van het opstellen van een ontwikkelingsvisie waarbij het niveau van het individueel gebouw wordt overstegen. Samenwerking tussen verschillende eigenaars wordt nagestreefd met als doel meer samenhang en kwaliteit toe te voegen op het niveau van het bouwblok. De projectzones omvatten zowel gedeelten van de schil van het bouwblok als onderdelen van het binnengebied.

 

°Volgende aanvullende voorschriften voor de projectzones zijn van toepassing:

°Voor projectzone B: vervalt de verplichting tot het bouwen van inpandige parkeerruimten. Omwille van de hypotheek die de elektriciteitscentrale legt op het aanpalend openbaar domein; de nieuw aan te leggen open ruimte mag worden ingericht met parkeerplaatsen.

°Voor de projectzone D: wordt het gelijkvloers palend aan het Damplein verplicht ingericht in functie van de vestiging van buurtondersteunende handel. In geval van opdeling in meerdere kleinschalige detailhandelsruimten geldt een minimale netto vloeroppervlakte van 100 m² per handelszaak. Er kunnen maximaal twee toegangen voor gemotoriseerd verkeer via het Damplein worden toegestaan. Een extra toegang via de nieuw aan te leggen Drie Snellestraat is toegelaten.

 

°In bijlage 6 bij dit document wordt de wijk vanuit historisch perspectief beschreven en een omschrijving meegegeven van de waarde van elk pand. Vanuit dit onderzoek worden diverse vanuit historisch oogpunt waardevolle gebouwen aangeduid op het grafisch plan De gebouwen zijn waardevol omwille van hun eigen karakteristieken, en/of omwille van het feit dat ze deel uitmaken van een reeks of groepering van dezelfde of gelijkaardige panden. De gebouwen kunnen verbouwd worden, maar mogen niet gesloopt worden. Het oorspronkelijk karakter van de bebouwing moet steeds herkenbaar blijven.

 

 

Artikel 2 Zone voor Wonen - wonen in het park

°De bebouwing wordt opgevat als een cluster van gebouwen gelegen in het park. De cluster bestaat uit een combinatie van bestaande gebouwen en nieuwbouw. Woningen worden uitgewerkt als groepswoningbouw met gestapelde wooneenheden. De gebouwen moeten zodanig geplaatst worden dat een gesloten bouwblok ontstaat met een dubbele gerichtheid: naar het park en naar Hardenvoort.

 

°‘Wonen’ vormt de hoofdfunctie. In principe kan elke aanvullende functie worden toegestaan, voor zover ze verenigbaar is met ‘wonen’. Aan het wonen verwante voorzieningen worden beperkt tot 30% van de totale te realiseren vloeroppervlakte.

 

°Het bestaande koetsgebouw is sterk gericht op het park en wordt beschouwd als voormalig spoorweggebouw conform de consensusnota die aan de basis ligt van het project park Spoor Noord. Voor dit gebouw wordt een verplichte invulling met een reca-functie of een gemeenschapsvoorziening opgelegd. Beide bestemmingen worden beschouwd als parkondersteunend.

 

°De bestaande silo’s mogen behouden, verbouwd en beperkt uitbreiden op voorwaarde dat de structuur van de gebouwen een herbestemming toelaten.

 

°De bouwhoogte wordt gekozen in functie van het accentueren van de ligging van het bouwblok in het park: langs Hardenvoort worden iets hogere bouwhoogten toegestaan dan aan de parkzijde van het bouwblok.

 

°In functie van het bekomen van een open binnengebied in het volledige bouwblok geldt voor de volledige bestemmingszone een maximale vloerterreinindex van 2,66. Om dezelfde reden wordt ook een minimale groen-terreinindex opgelegd.

 

°De parkzijde vormt een gevoelige grens tussen privaat en publiek terrein. Om die reden worden aan die zijde de toegangen tot het bouwcomplex en gegroepeerd tot 1 gemeenschappelijke toegang per project of perceel naar het gemeenschappelijk binnengebied. Ook de vloerplaat van het gelijkvloers wordt daarom op minimum 1 meter hoogte gelegd. Het is enerzijds de bedoeling een rustige parkwand te creëren zonder teveel in- en uitgangen en zonder mogelijk claimgedrag van private eigenaars en uitbaters van de publieke parkruimte. Anderzijds wordt op deze manier ook de privacy van de woongedeelten beschermd.

 

°Het parkeren wordt ondergronds of in halfverzonken gemeenschappelijke parkeergebouwen uitgewerkt. Het voorzien van deze parkeerruimten is verplicht.

 

°Bij groepswoningbouw geldt een maximum voor het aantal te realiseren studio’s (= woningen <50m²)

 

 

Artikel 3 Zone voor maatschappelijke functies - openbare nutsvoorzieningen

°Het gebied wordt bestemd als gebied voor openbare nutsvoorzieningen. Het gebied bevat uitsluitend technische installaties en openbare nutsvoorzieningen, m.n. een hoogspanningsinstallatie van electrabel, dienst- en onderhoudsweg en -gebouwen naast de HST-spoorlijn.

 

°Het gebied wordt door middel van een groenscherm, aangeduid als overdruk op het grafisch plan, visueel afgeschermd van het omliggende woongebied.

 

°Een publiek doorsteek doorheen deze zone, als functionele verbinding tussen de padenstructuur in het park SpoorNoord en de geplande fietsbrug IJzerlaan over het Albertkanaal wordt door een aanduiding in overdruk mogelijk gemaakt.

Artikel 4 Zone voor maatschappelijke functies - Kindercampus

°Het gebied wordt bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen. De bestemming is in functie van het inrichten van een schoolproject volgens het concept ‘brede school’. Een gedeelte van de op te richten infrastructuur moet volgens dit concept eveneens buiten de schooluren kunnen opengesteld worden voor het publiek.

 

°Het opleidingsgebouw wordt aangeduid als waardevol en mag bijgevolg niet worden afgebroken.

 

°Op de zijde van Hardenvoort geldt een verplichte bouwlijn. De verplichte bouwlijn valt samen met de zonegrens en loopt in het binnengebied aan de parkzijde door tot de grens met de shelter in het park (zie onderstaand schema). De plaatsing van de overige bouwvolumes binnen de zone is vrij, op voorwaarde dat er vanuit het park een beeld van een gesloten bouwblok ontstaat. Het opleidingsgebouw moet als een vrijstaand bouwvolume herkenbaar blijven; aanbouwen zijn enkel toegestaan in functie van het bewerkstelligen van een overdekte circulatie tussen het opleidingsgebouw en de nieuwbouwvolumes of in functie van het bevorderen van de toegankelijkheid van het opleidingsgebouw.

 

°De bouwhoogte van de bebouwing aan de zijde Hardenvoort bedraagt maximaal 16 meter. De maximale bouwhoogte van de gevels gericht op het park of het Opleidingsgebouw wordt afgestemd op de bestaande kroonlijsthoogte van het opleidingsgebouw. De bouwhoogte van de bebouwing gericht op de noordwestelijke zijde van de bestemmingszone is maximaal 12 meter, de bouwhoogte van de bebouwing gericht op de zuidoostelijke zijde van de bestemmingszone is maximaal 9 meter. Deze bepalingen hebben tot gevolg dat de kroonlijsthoogten schuin kunnen oplopen van het opleidingsgebouw naar Hardenvoort. Dit geeft ondermeer mogelijkheden voor schuine daken die kunnen worden ingezet voor alternatieve energiewinning. Bijkomend wordt de mogelijkheid aangereikt een hoogteaccent tot 24 meter toe te voegen aan de zijde Noorderlaan. Onderstaande schema’s verduidelijken deze denkpiste:

°De toegangen tot de bebouwing is vrij, zij het dat de hoofdtoegangen voor leerlingen bij voorkeur worden gericht op het park.

 

schema's hoogteaccent Noorderlaan

 

 [image]

 

 

Artikel 5 Zone voor Gemengde functies - (Ge1) gemeenschapsvoorzieningen/wonen

 

°Het gebied krijgt een gemengde bestemming: gemeenschapsvoorzieningen en woningen vormen nevengeschikte functies. Daarnaast zijn aan het wonen verwante voorzieningen toegestaan.

°De bouw van een stelplaats voor de groendienst van de stad Antwerpen is hier expliciet toegestaan. Vanuit deze nieuwe stelplaats wordt het nieuwe stadspark Spoor Noord onderhouden. Vandaar dat de ligging vlakbij het park cruciaal is en wordt gekozen voor deze plek.

°In tegenstelling tot de spoorlijn wordt het viaduct Noorderlaan niet beschouwd als een onveranderlijke grens op lange termijn. Een aanpassing van het viaduct kan negatieve gevolgen hebben indien constructies en gebouwen er tegenaan worden gebouwd. Een sterke fysieke koppeling tussen nieuwe bebouwing en de bestaande constructie van het viaduct wordt tegengegaan. Er wordt daarom een uiterste bouwlijn aangeduid waarbij enige afstand blijft bewaard tussen het viaduct en de bebouwing.

°Langs de Bredastraat geldt een verplichte bouwlijn. Deze bouwlijn valt samen met de zonegrens. De inplanting van de overige bebouwing binnen de bouwzone is vrij. Langs de zijde Noorderlaan geldt een uiterste bouwlijn. Een inplanting van gebouwen op de uiterste bouwlijn is niet verplicht.

°De toegelaten bouwhoogten worden afgestemd op het aangrenzende openbaar domein: hogere bouwhoogten zijn toegestaan wanneer gebouwd wordt op de uiterste bouwlijn aan de zijde Noorderlaan en lagere bouwhoogten voor de bebouwing grenzend aan de Bredastraat. De bebouwing in het binnengebied mag niet hoger zijn dan de bebouwing in de ‘schil’ van het bouwblok.

 

Artikel 7 Zone voor openbaar domein

°Bij de afbakening van zones voor openbaar domein wordt onmiddellijk rekening gehouden met een aantal inrichtingsaspecten die bepalend kunnen zijn voor de algemene duurzaamheid en stedenbouwkundige kwaliteit (aandacht voor waterinfiltratie en –buffering, functioneel gebruik door verschillende weggebruikers, parkeren, verblijfsfunctie, groenstructuur,…).

 

Artikel Zone voor openbaar domein - park

°De bestemming en inrichtingsprincipes voor de zone voor openbaar domein – park zijn in overeenstemming met de bepalingen uit het BPA stedelijk park SpoorNoord. De aanleg en inrichting van deze zone dient te gebeuren in overeenstemming met het reeds gerealiseerde parkdeel.

 

Artikel Ondergrondse hoogspanningslijn

°Door middel van een aanduiding in overdruk wordt de aandacht gevestigd op de ligging van een hoogspanningsleiding en bijhorende randvoorwaarden.