2.5.4 Compacte bouwblokken (A1, A4, B6' en D1)

 

 [image]

Bij de ontwikkeling van de bouwblokken A1, A4, B6’ en D1 wordt een compact gesloten bouwblok nagestreefd, met voldoende ruimte voor functies aanvullend op het wonen.

 

De compacte bouwblokken, veelal gelegen aan een pleinruimte, kunnen uitgewerkt worden als één project: een monoblok of monovolume met een éénvormige architectuur. Een verdere opdeling van deze bouwblokken in loten is mogelijk, maar wordt niet verplicht. A1, A4, B’6, D1 kunnen ontwikkeld worden als een gesloten bouwblokvorm met flexibel indeelbare open binnenruimten. Het model van een gesloten ‘schil’ met een open ‘pit’ of binnengebied vormt voor deze bouwblokken nadrukkelijk geen streefdoel. De open ruimten kunnen op een flexibele en creatieve wijze worden ingevuld. Het bouwblok is volledig bebouwbaar voor het aantrekken van grotere functies. Ook de compacte blokken passen zich strak in, in het Cadixraster.

 

 [image]

Figuur 29: maquette compacte bouwblokken. Bron: Cel Ontwerpend onderzoek, Stad Antwerpen.

 

Het bouwblok ‘D1’ wordt t.o.v. het BPA sterker uitgelijnd binnen het Cadixraster. Op deze manier vormt het effectief een deel van het raster terwijl het in het BPA al een deel er buiten viel en aansluiting zocht bij E1. Het verschil tussen deze twee blokken wordt op die manier sterker uitgewerkt.

 

Het bouwblok A1 volgt niet helemaal het raster. het wijkt iets terug van de bouwlijn van de andere blokken in de Kattendijkdok Oostkaai omwillen van de aanlanding van de mexico-brug. Ook bouwblok B6’ wijkt iets terug ten opzicht van de bouwlijn langs de Londenstraat, net zoals bouwblok A5, en dit -in afstemmingen op advies van de openbare vervoersmaatschappij de lijn- om de trambedding in de Londenstraat en de nodige bochtstralen te kunnen realiseren.

 

De bouwblokken A4 en A5 uit het BPA werden fysiek ‘gewisseld’ om volgende

redenen:

 

  • Er ontstaat een logischere afstemming met het homogeen Cadixraster: de inplanting van het bouwblok volgt niet meer de randen van het bouwblok van de Douanesite, dewelke een echte uitzondering vormt in het raster.

 

  • Door het positioneren van een langgerekt samengesteld bouwblok op de hoek van de Londenstraat wordt het typerend beeld van de Cadixwijk versterkt en sterker afleesbaar vanaf deze as. Enkel het bouwveld B6’ kan als een monoblok worden ontwikkeld langs de Londenstraat.

 

  • De compacte bouwblokken A1, D1 en A4 grenzen elk aan een publieke pleinruimte. Dit versterkt de aanwezigheid van deze blokken in de wijk en verhoogt de herkenbaarheid van de publieke ruimten.

 

Een minimale bouwhoogte van 4 bouwlagen en een maximale bouwhoogte van 6

lagen wordt vastgelegd.

 

In deze bouwblokken wordt enkel ondergronds geparkeerd. Daarbij geldt een

parkeernorm opgelegd van 1.1 parkeerplaats per woning en 1 parkeerplaats per 100m² bruto vloeroppervlakte kantoren. Deze normen worden opgenomen in de voorschriften van het RUP maar kunnen in het verkavelingsplan en via de verkoop onder voorwaarden nog verstrengd worden indien nodig.

 

 [image]

Figuur 30-31: maquettecompacte bouwblokken. Bron: eigen verwerking.