Artikel 8.5. Gebied voor stedelijke activiteiten

 

 [image]

8.5.1. Het gebied is bestemd voor bedrijfsactiviteiten, kantoren en diensten, hotel, congresfaciliteiten, openbare en private nuts-en gemeenschapsvoorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socioculturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.

De volgende activiteiten zijn niet toegelaten:

    • wonen -de combinatie van hotel en congresfaciliteiten

    • kleinhandel

    • afvalverwerkingsbedrijven

    • logistiek (open overslag, voorraadbeheer, fysieke distributie en groupage), groothandel en bedrijven met een hoog mobiliteitsprofiel en/of een grote parkeerbehoefte.

 

8.5.2. De totale bruto vloeroppervlakte ontwikkeling van het gebied voor stedelijke activiteiten is beperkt tot 110.000 m². Als er voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied een garantie kan worden aangetoond tot realisatie van een duurzame openbaar vervoerontsluiting, dan wordt de totale ontwikkelbare bruto vloeroppervlakte verruimd tot 120.000 m².

8.5.3. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan:

    • De relatie met de in de omgeving aanwezige functies;

    • De invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers;

    • De invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;

    • De relatie met de in de omgeving vastgelegde bestemmingen;

 

8.5.4. Bij vergunningsaanvragen voor een project dat een terreinoppervlakte beslaat vanaf 1 ha wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.

De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie bevat minstens

    • een voorstel voor de ordening van het gehele plangebied

    • een onderzoek naar en de effectief te nemen ruimtelijk, stedenbouwkundige maatregelen in het kader van het beheersen van de mobiliteitsproblematiek

    • een onderzoek naar en de effectief te nemen ruimtelijk, stedenbouwkundige maatregelen in het kader van de afwerking van de gebouwen en de architecturale bakenfunctie langs de R11 en de spoorweg.

    • een onderzoek naar en de effectief te nemen ruimtelijk, stedenbouwkundige maatregelen in het kader van het groeperen en organiseren van parkeermogelijkheden op het terrein

 

De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

8.5.5. In het gebied zijn eveneens toegelaten, voor zover de hoofdbestemming niet in het gedrang komt, voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van de watersystemen en het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden toegelaten voor zover de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden.

8.5.6. De ontsluiting van het gebied voor stedelijke ontwikkeling gebeurt via een aansluitingscomplex op de R11. Een verbinding naar de Luchthavenlei is niet toegestaan uitgezonderd fietsverkeer, hulpdiensten en openbaar vervoer. De ontsluiting is symbolisch weergegeven op het grafisch plan en geeft niet de exacte ligging van de weg aan.

[image]Symbolische aanduiding in overdruk

 

 

8.5.7. De stedenbouwkundige vergunning kan maar worden afgeleverd van zodra de financiering gegarandeerd is voor de heraanleg van de kruispunten R11/Herentalsebaan, R11/Robianostraat en het ontsluitingscomplex voorzien in artikel 8.6.