2. Uitvoering geven aan het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen | |
2.1 Gewenste ruimtelijke structuur - richtinggevend gedeelte Versterken van de stedelijke gebieden In het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen staat het streven naar openheid en stedelijkheid voorop, uitgedrukt in de metafoor ‘Vlaanderen: open en stedelijk’. Deze metafoor is niet enkel geïnspireerd door de bestaande ruimtelijke structuur in Vlaanderen, maar ook door de maatschappelijkeconomische dynamiek van de samenleving en door de bedreigingen die negatief inwerken op de ruimtelijke structuur. Deze metafoor drukt tegelijkertijd ook de uitgangshouding van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling uit. (RSV, 2003: 315-318) Met de metafoor ‘Vlaanderen, open en stedelijk’ wil het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen een trendbreuk realiseren met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling. Deze trendbreuk beoogt de versterking van het buitengebied en het tegengaan van de versnippering door een beter gebruik en beheer van de stedelijke structuur. Daarom wordt het principe van gedeconcentreerde bundeling vooropgesteld. Deze bundeling streeft een selectieve concentratie na van de groei van het wonen, het werken en de andere maatschappelijke functies in de stedelijke gebieden en in de kernen van het buitengebied. Vanuit deze optie moeten de stedelijke gebieden worden versterkt waarbij er activiteiten worden geconcentreerd en gestimuleerd. Volgende ontwikkelingsperspectieven voor stedelijke gebieden staan voorop en moeten concreet gemaakt worden (RSV, 2003: 354-375):
Antwerpen als grootstedelijk gebied In de gewenste ruimtelijke structuur voor Vlaanderen wordt Antwerpen geselecteerd als grootstedelijk gebied omwille van haar bestaande en gewenste functioneelruimtelijke positie in de Vlaamse stedelijke structuur en de ruimtelijke potenties die zij heeft ten aanzien van de ruimtelijke ontwikkeling in Vlaanderen. (RSV, 2003: 334349) Het grootstedelijk gebied Antwerpen is als stedelijk gebied ook geselecteerd als economisch knooppunt. (RSV, 2003: 585) In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt aangegeven dat delen van de gemeenten Antwerpen, Aartselaar, Boechout, Borsbeek, Edegem, Hemiksem, Hove, Kontich, Lint, Mortsel, Niel, Schelle, Wijnegem, Wommelgem en Zwijndrecht tot het grootstedelijk gebied kunnen behoren. (RSV, 2003: 336) Deze opsomming is indicatief. In de afbakening van stedelijke gebieden wordt concreet aangegeven waar een stedelijk gebiedbeleid zal gevoerd worden. Als gevolg van het afbakeningsproces kunnen ook delen van aangrenzende gemeenten bij het grootstedelijk gebied worden opgenomen 3. Het beleid voor de grootstedelijke gebieden is –meer nog dan voor de overige stedelijke gebiedengericht op het maximaal benutten van de bestaande en toekomstige stedelijke potenties. (RSV, 2003: 341) Deze liggen op het internationale en Vlaamse niveau. Door hun ligging, hun uitrusting en hun voorzieningen hebben de grootstedelijke gebieden kwalitatief en kwantitatief uitzonderlijke potenties om een belangrijk aandeel van de groei betreffende bijkomende woongelegenheden, stedelijke voorzieningen en ruimte voor economische activiteiten op te vangen. Dit houdt in dat een aanbodbeleid moet gevoerd worden om behalve de stedelijke ontwikkeling te stimuleren ook de lintontwikkeling te stoppen en het buitengebied van stedelijke ontwikkeling te vrijwaren.
Antwerpen, stedelijk gebied met een regionale luchthaven De luchthaven van Antwerpen heeft een regionale roeping met beperkte reikwijdte (stedelijk gebied en omgeving) en een specialisatie in een beperkte niche. Zij kan niet als poort op Vlaams niveau worden gedefinieerd omwille van : haar regionale positie en geringe potentialiteiten om zich internationaal te positioneren, o.a. de onmiddellijke nabijheid van Zaventem (35 km);
De luchthaven ligt midden in een sterk en dicht bebouwd stedelijk gebied. Bij uitbreiding wordt de ruimtelijke structuur van het stedelijk gebied onherroepelijk aangetast. Er is wel nood aan een optimalisering van de regionale luchthaven. Er wordt voor geopteerd de regionale rol van de luchthaven van Antwerpen te erkennen en deze rol te optimaliseren. Gelet op haar ligging in het centrum van de stedelijke gebieden is uitbreiding hierbuiten niet verantwoord noch gewenst. De ontwikkelingsperspectieven voor Antwerpen kunnen bij optimalisering onder geen beding een uitbreiding van de luchthaven betekenen. De bestaande bouwvrije zone in het verlengde van de luchthaven moet blijven bestaan. 2.2 Gewenste ruimtelijke structuur - bindende bepalingen
De bindende bepalingen stellen dat de afbakening van de grootstedelijke gebieden een taak is van het Vlaams gewest. De bindende bepalingen stellen dat grootstedelijke gebieden afgebakend worden in ruimtelijke uitvoeringsplannen door het Vlaams Gewest in samenspraak met de betrokken bestuursniveaus. (RSV, 2003: 581) Specifiek voor Antwerpen wordt ook gesteld dat de regionale luchthaven van Antwer pen als luchthavengebied wordt afgebakend binnen het grootstedelijk gebied Antwerpen. (RSV, 2003: 590)
|