GRUP OPHEFFEN RESERVATIE-EN ERFDIENSTBAARHEIDSGEBIEDEN VOOR HET DUWVAARTKANAAL OELEGEM-ZANDVLIET | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Inleiding
Het ruimtelijk uitvoeringsplan voor het opheffen van het (alternatief) reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied voor de aanleg van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet wordt opgemaakt als een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan volgens art. 37 1°van het decreet op de ruimtelijke ordening. 1 Volgens art. 38, § 1 bevat een ruimtelijk uitvoeringsplan de volgende delen:
Enkel het grafisch plan en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften hebben conform het decreet verordenende kracht. Deze nota is de toelichtingsnota bij het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften. De bijhorende toelichtingsnota heeft als dusdanig geen verordenende kracht, maar behoudt zijn waarde als inhoudelijk onderdeel van het geheel van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Het grafisch plan en de bijbehorende stedenbouwkundige voorschriften kunnen steeds in de context van het geheel van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bekeken worden. Leeswijzer Deze nota is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk twee komt de aanleiding voor de opmaak van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan aan bod. De relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt aangegeven in hoofdstuk drie. Het omvangrijkste deel van deze nota wordt gevormd door de voorstellen per deelplan. Dit hoofdstuk omvat voor elk van de deelplannen de decretaal verplichte situering en inhoudelijke toelichting van de elementen die op het grafisch plan en in de stedenbouwkundige voorschriften zijn opgenomen. Ook de op te heffen voorschriften worden hier aangegeven. De kaarten van de bestaande feitelijke en juridische toestand en de grafische plannen zijn in een aparte kaartenbijlage gevoegd. De relevante gewestplannen, reservaties en gewestplanwijzigingen worden op een aparte kaart bijgevoegd, nl. op kaart 01-1.1.
2. Doelstelling voor opname in dit uitvoeringsplan
De opmaak van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan heeft tot doel de op het gewestplan aangeduide overdruk “(alternatief) reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied” voor de aanleg van het Duwvaartkanaal tussen Oelegem (Ranst) en Zandvliet op te heffen en de onderliggende bestemmingen te ontheffen van de opgelegde randvoorwaarden. Op 06.10.00 nam de Vlaamse regering een beslissing in verband met het opheffen van dit reservatiegebied, dat gelegen is op het grondgebied van de gemeenten Antwerpen, Stabroek, Kapellen, Brasschaat, Brecht, Schoten, Schilde en Ranst. De Vlaamse regering besliste: 1. Akkoord te gaan met het (…) geformuleerde voorstel tot schrapping van de reservatiezone van het duwvaartkanaal Ranst (Oelegem) – Antwerpen (Zandvliet); 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, te belasten met: 2.1. het opmaken van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat voornoemde reservatiezone, voorzien op het gewestplan Antwerpen, opheft, 2.2. het onderzoeken van de noodzaak om een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te stellen ten einde de moderniseringswerken aan het Albertkanaal op het vak Antwerpen-Wijnegem mogelijk te maken. Deze beslissing werd ondersteund door een (latere) beslissing van de Vlaamse regering van 15.12.00 met betrekking tot het Masterplan Antwerpen, waarvan de modernisering van het Albertkanaal onderdeel uitmaakt. De Vlaamse regering besliste: 1. met betrekking tot de realisatie van het Masterplan Antwerpen: 1.1. haar goedkeuring te hechten aan het Masterplan Antwerpen, (…), de voorgestelde projecten te onderschrijven, rekening houdend met de gelijktijdigheid van de uitbouw van wegen- en waterinfrastructuur en de uitbouw van het openbaar vervoersnet. Elk concreet projectontwerp zal ter goedkeuring aan de Vlaamse regering worden voorgelegd, aangevuld met de nodige beheersovereenkomsten, 1.2. de betrokken leden van de Vlaamse regering, elk wat hem of haar betreft, te gelasten de nodige initiatieven te nemen en de noodzakelijke maatregelen te treffen die zich zullen opdringen bij de realisatie van voornoemd Masterplan; (...) De modernisering van het Albertkanaal tussen Antwerpen en Oelegem maakt echter geen onderdeel uit van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Een specifiek planningsproces met betrekking tot het Albertkanaal is lopende. Door het opheffen van het reservatiegebied voor het Duwvaartkanaal worden enkele andere (kruisende) reservaties mede opgeheven. Het betreft twee reservatiegebieden (omleiding te Kapellen en omleiding te Oelegem), die in hun geheel zullen worden opgeheven. De reservatie voor de hoofdspoorweg goederenlijn 11 (Antwerpen – Bergen op Zoom) dient te worden behouden. Verder worden door het opheffen van de reservatie voor het Duwvaartkanaal ter hoogte van een BPA de daarin opgenomen bestemming hernomen (BPA Bethanie te Brasschaat), en wordt op een beperkt aantal plaatsen de bestaande vergunde feitelijke toestand bestemd volgens de naastgelegen bestemming op het gewestplan.
3. In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
Het schrappen van de reservatie van het tracé van het Duwvaartkanaal behoort tot de materie van Vlaams niveau. De ruimtelijke visie wordt bepaald in het door het Vlaams parlement definitief vastgestelde Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen van 1997. Volgende drie elementen bepalen de afweging:
3.1. Kwalitatieve achterlandverbinding (via water) voor de zeehaven Antwerpen - twee opties
Omdat de zeehaven van Antwerpen als poort voor economische ontwikkeling van Vlaanderen geselecteerd is, dient ze te beschikken over kwalitatieve en concurrentiële achterlandverbindingen. Enkel op deze wijze kan ze hoogwaardige internationale investeringen (blijven) aantrekken. Het Albertkanaal zorgt voor de achterlandverbinding via de binnenvaart en werd aldus in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geselecteerd als een hoofdwaterweg. Om tevens een multimodale verschuiving van het wegvervoer naar de binnenvaart mogelijk te maken, dienden de knelpunten in het hoofdwaterwegennet weggenomen te worden. Omdat het vak tussen Antwerpen en Oelegem niet geschikt is voor grote schepen (4.500 ton); werden twee alternatieve opties aangeduid: (1) Aanleg van het Duwvaartkanaal dat de zeehaven rechtstreeks met het Albertkanaal te Oelegem verbindt en aldus de sectie Antwerpen-Oelegem ‘omzeilt’; (2) Verbreding van het bestaande Albertkanaal tussen Antwerpen en Oelegem. Optie 1 is de keuze die werd gemaakt bij de definitieve vaststelling van de gewestplannen Antwerpen en Turnhout (respectievelijk K.B. van 03.10.79 en K.B. 30.09.77). Optie 2 komt duidelijk als alternatief naar voor in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (p. 513): “Het tracé van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet wordt als bouwvrije strook gevrijwaard om voldoende flexibiliteit voor de toekomst te behouden. Door de verbindingswerken aan het Albertkanaal werd dit geschikt gemaakt voor schepen van 9.000 ton. Om de verbinding met de haven van Antwerpen voor deze klasse open te houden blijft ten noorden van Antwerpen het tracé van het ontworpen kanaal Oelegem-Zandvliet gereserveerd. Als alternatief wordt geopteerd voor het instellen van een reservatiezone in het vak Antwerpen-Wijnegem langsheen het Albertkanaal, waarbinnen, in functie van de opportuniteiten die zich aandienen, verwervingen worden gepland. Eens deze optie volledig is gerealiseerd kan de reservering voor het kanaal Oelegem-Zandvliet worden vrijgegeven."
Figuur 1 - Twee opties voor de achterlandverbinding via het water voor de zeehaven van Antwerpen
Optie 1: Aanleg van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet
Op p.103-104 van de toelichtingsnota bij het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd met Koninklijk Besluit van 03.10.79, werd de volgende motivering opgenomen: “ (…) Met het Schelde-Rijnkanaal (verbindingskanaal Oelegem-Zandvliet) komt een geschikte vaarweg voor de duwvaart tot stand, die zeevaart van binnenvaart zal scheiden en bovendien de afstand Antwerpen-Rijn met ca. 40 km zal inkorten. Dit kanaal werd gepland enerzijds om het toenemend binnenscheepvaartverkeer op te vangen dat niet bestemd is voor de dokken in het zuiden van de Antwerpse haven, en anderzijds om het verkeer van duwvaartkonvooien tot 9000 ton mogelijk te maken. Het tracé van het kanaal werd als dusdanig niet vastgesteld bij K.B.; wel zijn over vrijwel de gehele lengte van het tracé onteigeningsplannen goedgekeurd met K.B. Onteigeningen werden uitgevoerd tussen het Albertkanaal en de Turnhoutsebaan in Schilde. Ingevolge een regeringsbeslissing het kanaal niet onmiddellijk aan te leggen en een verder onderzoek te wijden aan de problemen die gepaard zouden gaan met de eventuele aanleg van het kanaal, werden de onteigeningen voorlopig stopgezet. In deze omstandigheden leek het dan ook het meest verantwoord het tracé als reservatie in te tekenen op het gewestplan om de mogelijke aanleg van het kanaal voor de toekomst te vrijwaren indien geen alternatieve oplossingen konden gevonden worden. (…)” Optie 2: Modernisering van het Albertkanaal
De modernisering van het Albertkanaal op het vak Oelegem-Antwerpen heeft tot doel de flessenhals tussen het sluizencomplex van Wijnegem-Oelegem en het Straatsburgdok te Antwerpen weg te werken. De modernisering is noodzakelijk om de (inter)nationale verbindende functie te versterken en de bereikbaarheid van de zeehaven van Antwerpen vanuit het Albertkanaal voor schepen van 4.500 ton te garanderen. De modernisering ontlast het wegennet en versterkt de duwvaart, de watergebonden industrie en de concurrentiepositie van de Antwerpse haven maritimiseert het Luikse hinterland. Een beperkte modernisering van het vak Oelegem-Antwerpen kan gerealiseerd worden binnen een termijn van 5 kalenderjaren. 3 Voor wat de verdere modernisering van het vak Oelegem- Antwerpen betreft, wordt een gehele verbreding van het kanaal nu niet op korte termijn voorzien.4 Vlaamse regering maakt keuze voor optie 2
Met de beslissing van 06.10.00 maakt de Vlaamse regering nu reeds een keuze voor de modernisering van het Albertkanaal, gelet ook op de goedgekeurde nota “Binnenvaartontsluiting haven Antwerpen via het Albertkanaal” aan de Vlaamse en Waalse regering van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie dd. 04.10.00 ten einde de Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie opdracht te geven het traject Oelegem-Antwerpen van het Albertkanaal gefaseerd uit te bouwen als een volwaardig alternatief voor het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet, rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden. 3.2. Stimuleren van de alternatieve vervoerswijzen Vervoer via de binnenvaart Met de keuze voor het schrappen van het (alternatief) reservatie- en erfdienstbaarheidgebied voor de aanleg van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet, met daaraan gekoppeld de modernisering en verbreding van het Albertkanaal, geeft de Vlaamse overheid een duidelijk signaal naar het versterking van de alternatieve vervoerswijzen. De binnenvaart moet kansen krijgen naast het vrachtwagenverkeer in het kader van het goederenvervoer. 3.3. Vrijwaren van open ruimte - gebied Het schrappen van het (alternatief) reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied voor de aanleg van het Duwvaartkanaal van Oelegem tot Zandvliet leidt tot de vrijwaring van een groot aaneengesloten gebied van het buitengebied (namelijk de Noorderkempen). Hierdoor worden de functies in het buitengebied versterkt en wordt de bestaande natuurlijke en agrarische structuur niet verder versnipperd.
4. Toelichting bij de verschillende deelplannen Het opheffen van het (alternatief) reservatie- en erfdienstbaarheidgebied voor de aanleg van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet heeft enkele gevolgen met betrekking tot enkele andere reservaties die (deels) de strook overlappen, een overlappend BPA en enkele bestaande vergunde constructies die belast waren door de reservatiestrook. Deze voorstellen worden per deelplan opgenomen: Het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan omvat aldus volgende deelplannen:
Plan 01 - deelgebied 01 - Opheffen reservatie Duwvaartkanaal A Bestaande feitelijke en juridische toestand
Kaart 01-1.1 Bestaande juridische toestand: gewestplan, met aanduiding van de typen reservatiegebied, én aanduiding van de gewestplanwijzigingen (zie aparte kaart) Kaart 01-1.2 Bestaande juridische toestand: contouren BPA’s en RUP
De bestaande juridische toestand heeft betrekking op die (bestemmings)plannen waarop de overdruk “(alternatief) reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied” is opgenomen. Verkavelingsvergunningen worden niet opgenomen omdat het opheffen van de reservatie geen invloed heeft op de afgegeven vergunningen. B Bestaande ruimtelijke structuur en begrenzing van het gebied
Deze komt overeen met de grens van het bestaande (alternatief) reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied voor het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet op het gewestplan. Ter hoogte van Oelegem en Schoten werd reeds een gedeeltelijke aanleg van het Duwvaartkanaal uitgevoerd. Deze elementen worden niet meer mee opgenomen in dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan; de bestemming op het gewestplan als waterweg blijft dus behouden. In de haven van Antwerpen werden in het gewestplan Antwerpen twee alternatieve aansluitingen van het Duwvaartkanaal op de dokken voorzien: één ten noorden van het Delwaidedok te Berendrecht en één ter hoogte van de Schelde-Rijnverbinding te Zandvliet. Het is logisch dat beide reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden worden opgeheven. C Visie, doelstellingen en ruimtelijke concepten
Zie hoofdstuk 3 - 'In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen'. Er zijn geen gebiedsspecifieke doelstellingen. Dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan doet namelijk geen afbreuk aan de bestaande bestemmingen volgens het gewestplan, de bijzondere plannen van aanleg (BPA’s), niet-vervallen verkavelingen, noch worden nieuwe inrichtingsvoorstellen gedaan. D Maatregelen ter realisatie De acties naar de gronden, die reeds onteigend werden in het kader van de toekomstige aanleg van het Duwvaartkanaal, moeten uitgewerkt worden en vergen een afweging op Vlaams niveau.
E Essentiële aspecten te vertalen naar stedenbouwkundige voorschriften Artikel 1: Op te heffen alternatief reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied voor de aanleg van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet
(in overdruk) Toelichting bij verordenende voorschriften Het alternatief reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet wordt opgeheven, en de opgelegde erfdienstbaarheid met bijhorende beperkingen wordt weggenomen. De onderliggende bestemmingen en reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden worden behouden.
De bestemmingen aangegeven door de grondkleur van het vigerende plan van aanleg of het ruimtelijk uitvoeringsplan blijven behouden of worden vervangen door de bestemmingen zoals genoemd in de artikelen 3 tot en met 6 van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Het ‘alternatief reservatiegebied’ (aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 15 bij het vastgesteld gewestplan Antwerpen (K.B. van 03.10.79, gewijzigd met BVR 23.05.96, BVR 27.10.98, BVR 28.10.98 en BVR 07.07.00)), met als inhoud: “de reservatiegebieden die als alternatief reservatiegebied zijn aangeduid, houden op reservatiegebied te zijn, en alle werken en handelingen die overeenstemmen met de bestemming aangegeven door de grondkleur in het gewestplan mogen er zonder beperking worden uitgevoerd, vanaf de dag waarop de bevoegde overheid heeft beslist de werken van algemeen nut waarvoor die gebieden waren voorbehouden, niet uit te voeren”, wordt opgeheven. Op te heffen voorschriften
Gewestplan: het alternatief reservatiegebied, zoals aangeduid op plan.
BPA Mishagen (KB 27.02.78), Gemeente Brasschaat: overdruk "Bufferzone duwvaartkanaal met volledig bouwverbod".
BPA Bethanie (wijzigingen MB 02.02.89), Gemeente Brasschaat: Art.9.2 "Zone voor erfdienstbaarheid" voor het deel tussen Werverbos, Mishagenstraat aan de westzijde van de anti-tankgracht.
BPA Molenheide (wijzigingen MB 25.02.83, MB 21.03.88), Gemeente Brasschaat: Art.5.02 - "Bouwvrije strook in zone voor open bebouwing". Artikel 2: Op te heffen reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied voor de aanleg van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet
(in overdruk) Toelichting bij verordenende voorschriften
Het reservatie- en erfdienstbaarheids-gebied van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet wordt opgeheven, en de opgelegde erfdienstbaarheid met bijhorende beperkingen wordt weggenomen. De onderliggende bestemmingen en reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden worden behouden.
De bestemmingen aangegeven door de grondkleur van het vigerende plan van aanleg of het ruimtelijk uitvoeringsplan blijven behouden of worden vervangen door de bestemmingen zoals genoemd in de artikelen 3 tot en met 6 van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Het ‘reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied’ (algemeen stedenbouwkundig voorschrift artikel 18 punt 7.3 bij het vastgesteld gewestplan Antwerpen (K.B. 03.10.79, gewijzigd met BVR 27.10.98 en BVR 07.07.00) en bij het vastgesteld gewestplan Turnhout (K.B. 30.09.77, begrenzing gewijzigd B.V.E. 14.10.1992)), met als inhoud: “de reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden zijn die waar perken kunnen worden opgesteld aan de handelingen en werken, ten einde de nodige ruimten te reserveren voor de uitvoering van werken van openbaar nut, of om deze werken te beschermen of in stand te houden”, wordt opgeheven. Op te heffen voorschriften Gewestplan: het reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied, zoals aangeduid op plan.
Plan 01 - deelgebied 02 - Opheffen reservatie omleiding Kapellen - deelgebied 03 - Opheffen reservatie omleiding Oelegem A Specifieke beleidsaspecten
Het opheffen van het reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied voor de aanleg van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet impliceert tevens het opheffen van delen van de reservatiegebieden die op het gewestplan zijn voorzien voor de omleiding ter hoogte van Kapellen enerzijds en ter hoogte van Oelegem anderzijds. Noch in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen noch in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (dd. definitief vastgesteld op 10.07.01) werden deze verbindingen geselecteerd. In de gemeentelijke mobiliteitsplannen (Kapellen - oriëntatienota van juni 2002 en Ranst - synthesenota 2e fase van augustus 2001) en de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen (beide gemeenten - startnota) wordt met betrekking tot deze omleidingen geen standpunt ingenomen. Uit verder contact met de gemeenten blijkt dat deze potentiële verbindingen inderdaad ook geen onderdeel uitmaken van de gewenste ruimtelijk structuur of de gewenste verkeers- en vervoersstructuur. Vandaar dat wordt geopteerd om in dit uitvoeringsplan de volledige reservatie op te heffen. B Bestaande feitelijke en juridische toestand
Kaart 01-2/3.1 Bestaande feitelijke toestand: topografische kaart Kaart 01-2/3.2 Bestaande feitelijke toestand : luchtfoto Kaart 01-2/3.3 Bestaande juridische toestand: huidig gewestplan
De bestaande juridische toestand heeft betrekking op die (bestemmings)plannen waarop de overdruk “(alternatief) reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied” is opgenomen. Verkavelingsvergunningen worden niet opgenomen omdat het opheffen van de reservatie geen invloed heeft op de afgegeven vergunningen. C Bestaande ruimtelijke structuur en begrenzing van het gebied Deze komt overeen met de grens van de respectievelijke bestaande reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden op het gewestplan. D Visie, doelstellingen en ruimtelijke concepten Zie paragraaf A. Er zijn geen gebiedsspecifieke doelstellingen. Dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan doet namelijk geen afbreuk aan de bestaande bestemmingen volgens het gewestplan, de bijzondere plannen van aanleg (BPA’s), niet-vervallen verkavelingen, etc. Noch doet het voorstellen voor een gewijzigde inrichting. E Maatregelen ter realisatie Geen.
F Essentiële aspecten te vertalen naar stedenbouwkundige voorschriften Artikel 2: Op te heffen reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied voor de aanleg van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet
(in overdruk) Toelichting bij verordenende voorschriften
Het reservatie- en erfdienstbaarheids-gebied van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet wordt opgeheven, en de opgelegde erfdienstbaarheid met bijhorende beperkingen wordt weggenomen. De onderliggende bestemmingen en reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden worden behouden.
De bestemmingen aangegeven door de grondkleur van het vigerende plan van aanleg of het ruimtelijk uitvoeringsplan blijven behouden of worden vervangen door de bestemmingen zoals genoemd in de artikelen 3 tot en met 6 van dit ruimtelijk uitvoeringsplan.
verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Het ‘reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied’ (algemeen stedenbouwkundig voorschrift artikel 18 punt 7.3 bij het vastgesteld gewestplan Antwerpen (K.B. 03.10.79, gewijzigd met BVR 27.10.98 en BVR 07.07.00) en bij het vastgesteld gewestplan Turnhout (K.B. 30.09.77, begrenzing gewijzigd B.V.E. 14.10.1992)), met als inhoud: “de reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden zijn die waar perken kunnen worden opgesteld aan de handelingen en werken, ten einde de nodige ruimten te reserveren voor de uitvoering van werken van openbaar nut, of om deze werken te beschermen of in stand te houden”, wordt opgeheven. Op te heffen voorschriften Gewestplan: het reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied, zoals aangeduid op plan.
Plan 02 - Recreatiegebied met dagrecreatieve infrastructuur Bethanie A Specifieke beleidsaspecten
Het opheffen van het reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied voor de aanleg van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet impliceert tevens het opheffen van delen van het BPA Bethanie te Braschaat, waarin ook een reservatiegebied was opgenomen in functie van het Duwvaartkanaal, maar ook een gebied voor 'sport, spel en recreatie' (art.9.2). Het besluit van de Vlaamse regering dd. 23 februari 2001 inzake het behoud van gemeentelijke plannen van aanleg die dateren van voor de inwerkingtreding van de vaststelling van het gewestplan of een gewestplanwijziging in het plannenregister van de gemeente Brasschaat bepaalt dat het BPA nr. 35 Bethanie volledig behouden blijft. Aangezien het gewestplan hier oorspronkelijk een andere bestemming, zijnde agrarisch gebied (ook een klein deel woonparkgebied en woonuitbreidingsgebied), aangeeft en teneinde de in het BPA vastgelegde en door het besluit van de Vlaamse regering bevestigde bestemming blijvend te garanderen wordt het gebied in dit ruimtelijk uitvoeringsplan hernomen. In het naastgelegen BPA (Mishagen) is deze potentiële tegenstrijdigheid niet aanwezig, omdat de oorspronkelijke bestemming in het gewestplan (woonpark) niet tegenstrijdig is met de bestemming in het BPA ('strook voor binnenplaatsen en tuinen - art. 2.02). B Bestaande feitelijke en juridische toestand
Kaart 02.1 Bestaande feitelijke toestand: bestaande percelering Kaart 02.2 Bestaande feitelijke toestand : topografische kaart Kaart 02.3 Bestaande feitelijke toestand : luchtfoto Kaart 02.4 Bestaande juridische toestand : huidig gewestplan Kaart 02.5 Bestaande juridische toestand: verkavelingen en contouren BPA's Kaart 02.6 Bestaande juridische toestand: andere plannen
De bestaande juridische toestand heeft betrekking op die (bestemmings)plannen waarop de overdruk “(alternatief) reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied” is opgenomen. Verkavelingsvergunningen worden niet opgenomen omdat het opheffen van de reservatie geen invloed heeft op de afgegeven vergunningen. C Bestaande ruimtelijke structuur en begrenzing van het gebied
Deze komt overeen met de grens van het gebied voor 'sport, spel en recreatie' in het BPA Bethanie te Brasschaat, en betreft een tweetal percelen. D Visie, doelstellingen en ruimtelijke concepten
Het gebied wordt bestemd als gebied voor recreatie met dagrecreatieve infrastructuur, waarbij 'sport, spel en recreatie' zoals vermeld in het BPA Bethanie mogelijk is. E Maatregelen ter realisatie
Geen. F Essentiële aspecten te vertalen naar stedenbouwkundige voorschriften Artikel 3 Recreatiegebied met dagrecreatieve infrastructuur Bethanie
Toelichting bij verordenende voorschriften De bestemming in het BPA Bethanie – sport, spel en recreatie – blijft behouden en wordt uitgebreid. Het gebied wordt bestemd als een recreatiegebied met dagrecreatieve infrastructuur. Landschapsontwikkeling, natuureducatie en waterbeheersing zijn nevengeschikte functies. Het herstel, de heraanleg of het verplaatsen van bestaande openbare wegenis en bestaande leidingen wordt toegelaten. De gemeente kan een gemeentelijk plan opmaken waarin zij de bestemming verder differentieert en op gemotiveerde wijze de ontwikkelingsmogelijkheden vastlegt voor bestaande activiteiten. De inrichtingsaspecten uit het voorschrift (9.2) van het BPA Bethanie worden hernomen. verordenende stedenbouwkundige voorschriften
§1 Het gebied is bestemd als recreatiegebied met dagrecreatieve infrastructuur. Landschapsontwikkeling, natuureducatie en waterbeheersing zijn nevengeschikte functies. Volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen – waarvoor volgens artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een stedenbouwkundige vergunning vereist is – zijn eveneens vergunbaar:
Bij de oprichting van gebouwen, inrichtingen of voorzieningen is de aanleg van een gescheiden rioleringssysteem verplicht.
De gemeente kan een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opmaken waarin zij de bestemming verder differentieert.
§2 Inrichtingsprincipes:
Het niet bebouwde en niet voor sportterreinen of parkeerruimte aangewende gedeelte van het terrein dient als groene ruimte te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. De ontbossing en het vellen van bomen kan slechts worden toegestaan voor zover zulks noodzakelijk is met het oog op de oprichting van de gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen. Op te heffen voorschriften BPA Bethanie (Wijzigingen MB 02.02.89), Gemeente Brasschaat: Art.9.2 - "Sport, spel en recreatie" Gewestplan: agrarisch gebied voor het deel tussen Werverbos en Mishagen aan de westzijde van de anti-tankgracht, woonparkgebied en woonuitbreidingsgebied zoals aangeduid op plan.
Plan 03 - deelgebied 01 - Industriegebied - Schoten -deelgebied 02 - Woongebied met landelijk karakter Brechtsebaan A Specifieke beleidsaspecten
Het opheffen van het reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied voor de aanleg van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet impliceert tevens dat eventueel opnieuw in deze strook kan worden gebouwd. Voor een aantal vergunde gebouwen zijn in het verleden problemen bij vergunningsaanvragen ontstaan omwille van de bestemming. Dit geldt voor enkele bestaande industriegebouwen op percelen aansluitend bij het bestaande industriegebied grenzend aan de Boomgaarddreef (thans buffergebied) en voor verschillende bestaande woningen op percelen aansluitend bij het woongebied met landelijk karakter aan de Brechtsebaan (thans agrarisch gebied). De onderliggende bestemming komt aldus niet overeen met de actuele bestaande toestand. Met het opheffen van het reservatiegebied wordt dan ook de bestaande vergunde toestand van deze gebieden bevestigd en gerelateerd aan een afbakening op perceelsniveau. Dit betreft dus enkel de bestaand vergunde toestand. Een uitbreiding van deze gebieden met is niet voorzien. Indien nodig dient deze materie binnen andere planningsprocessen (bv. gemeentelijke structuurplanningsprocessen) worden bekeken. B Bestaande feitelijke en juridische toestand
Kaart 03-1/2.1 Bestaande feitelijke toestand: bestaande percelering Kaart 03-1/2.2 Bestaande feitelijke toestand : topografische kaart Kaart 03-1/2.3 Bestaande feitelijke toestand : luchtfoto Kaart 03-1/2.4 Bestaande juridische toestand : huidig gewestplan Kaart 03-1/2.5 Bestaande juridische toestand: verkavelingen en contouren BPA's Kaart 03-1/2.6 Bestaande juridische toestand: andere plannen
De bestaande juridische toestand heeft betrekking op die (bestemmings)plannen waarop de overdruk “(alternatief) reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied” is opgenomen. Verkavelingsvergunningen worden niet opgenomen omdat het opheffen van de reservatie geen invloed heeft op de afgegeven vergunningen. Voor de drie percelen van het industriegebied te Schoten werden in het verleden herhaaldelijk bouwaanvragen geweigerd omwille van de ligging in het reservatiegebied voor het Duwvaartkanaal en een bufferzone die oorspronkelijk was voorzien ten behoeve van de aanleg van het Duwvaartkanaal, en nu dus achterhaald is. Op volgende data zijn beslissingen omtrent dit dossier genomen: 07.11.99: ongunstig advies gemachtigd ambtenaar (wegens uitbreiding in bufferzone) 25.11.99: weigering bouwvergunning door college 12.05.99: weigering bouwvergunning in beroep door deputatie 19.06.00: weigering bouwvergunning in beroep door minister 24.11.00: schrijven van afd. bouwinspectie aan ROHM-Antwerpen met melding van beroep tot nietigverklaring ingesteld bij de Raad van State door Immo Bolckmans tegen het MB van 19/06/00 ; tot op heden is hierover nog geen uitspraak bekend De woningen langs de Brechtsebaan zijn voor een deel reeds opgericht voor de goedkeuring van het gewestplan C Bestaande ruimtelijke structuur en begrenzing van het gebied
Deze komt overeen met de perceelgrenzen van de reeds bebouwde gebieden, enerzijds een industriegebied en anderzijds enkele woonpercelen langs de Brechtsebaan, te Schoten. D Visie, doelstellingen en ruimtelijke concepten De gebieden worden bestemd in aansluiting met de naastgelegen bestemming: industriegebied enerzijds en landelijk woongebied anderzijds. E Maatregelen ter realisatie Geen. F Essentiële aspecten te vertalen naar stedenbouwkundige voorschriften Artikel 4 Industriegebied Schoten
Toelichting bij verordenende voorschriften
De bestaande toestand wordt bevestigd. Het gebied wordt bestemd voor industriële of ambachtelijke bedrijven. De bestemming laat bepaalde complementaire dienstverlenende bedrijven toe ten behoeve van de andere industriële bedrijven. De inplanting van woningen is niet toegestaan tenzij voor huisvesting van het bewakingspersoneel onder bepaalde voorwaarden. Het behoud en/of verbouwen van bestaande gebouwen kan volgens het vigerend decretaal kader. Bij de oprichting van gebouwen, inrichtingen of voorzieningen is de aanleg van een gescheiden rioleringssysteem en het inwinnen van advies administratie bevoegd voor integraal waterbeheer verplicht. De gemeente kan een gemeentelijk plan opmaken waarin zij de bestemming verder differentieert en op gemotiveerde wijze de ontwikkelingsmogelijkheden vastlegt voor bestaande activiteiten verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Dit gebied is bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Bedrijven die gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen verzorgen inherent aan het functioneren van het bedrijventerrein zijn toegelaten. Inrichtingen voor huisvesting van het bewakingspersoneel van maximaal 200m² vloeroppervlakte, geïntegreerd in het hoofdgebouw zijn toegelaten. Bij de aanleg van het terrein moet het waterbergend vermogen van het gebied zoveel mogelijk worden behouden en het overstromingsrisico worden beperkt. Over de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning wordt het advies van de administratie bevoegd voor integraal waterbeheer ingewonnen. De adviesvraag wordt behandeld volgens de bepalingen van de wetgeving ruimtelijke ordening over gelijkaardige niet bindende adviesvragen. Bij de oprichting van gebouwen, inrichtingen of voorzieningen is de aanleg van een gescheiden rioleringssysteem verplicht. De gemeente kan een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opmaken waarin zij de bestemming verder differentieert of bijkomende voorwaarden oplegt. Op te heffen voorschriften
Gewestplan: buffergebied tussen het bestaande industriegebied en de perceelsgrenzen die de begrenzing vormen van dit deelgebied. Delen van het bestaande industriegebied die overlappen met dit deelgebied. Artikel 5 Buffer
(Symbolische aanduiding) Toelichting bij verordenende voorschriften
De buffer heeft als doel een overgang te vormen op de grens van het bedrijventerrein tussen het bedrijventerrein en de omliggende woningen. De buffer vormt een overgangsgebied tussen functies die moeilijk met elkaar verenigbaar zijn. Er wordt hier geopteerd voor een groengebied met een breedte van ten minste 30 meter met streekeigen lage beplanting. Er worden eveneens werken toegelaten die de functie van de buffer niet in het gedrang brengen. Voorbeelden hiervan zijn: bebossing, taluds, waterdoorlatende verharding voor fietsen of wandelen, toegang voor voertuigen van hulpdiensten. De buffer kan niet gezien worden als een op zich staande strook maar vormt een volwaardig onderdeel van de inrichting van het bedrijf. verordenende stedenbouwkundige voorschriften
§1 De buffer heeft als doel een overgang te vormen op de grens van het bedrijventerrein tussen twee bestemmingen. Het is in principe een bouwvrije zone. §2 De buffer wordt aangeplant over een breedte van ten minste 30 meter met streekeigen lage beplanting. De beplanting dient onderhouden en gesnoeid te worden zodat de minimum breedte bewaard blijft zodat de functie van buffer tussen de bestemmingen permanent gegarandeerd blijft. Volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen - waarvoor volgens artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een stedenbouwkundige vergunning vereist is - zijn vergunbaar:
§3 De buffer maakt deel uit van het bedrijventerrein. Hij wordt ingericht en beheerd door het bedrijf. De realisatie van de buffer gebeurt ten laatste in het plantseizoen volgend op het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning. Op te heffen voorschriften
Geen. Artikel 6 woongebied met een landelijk karakter
Toelichting bij verordenende voorschriften De bestaande toestand wordt bevestigd. Het gebied wordt bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Bij de oprichting van gebouwen, inrichtingen of voorzieningen is de aanleg van een gescheiden rioleringssysteem en het inwinnen van advies administratie bevoegd voor integraal waterbeheer verplicht. De gemeente kan een gemeentelijk plan opmaken waarin zij de bestemming verder differentieert. verordenende stedenbouwkundige voorschriften Dit gebied is bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Inrichtingen bestemd voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf – met inbegrip van de para-agrarische bedrijven – zijn slechts toelaatbaar zijn voorzover zij niet wegens de taken van bedrijf die zij uitvoeren moeten worden afgezonderd in een daartoe aangewezen gebied, en voorzover zij verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Bij de aanleg van het terrein moet het waterbergend vermogen van het gebied zoveel mogelijk worden behouden en het overstromingsrisico worden beperkt. Over de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning wordt het advies van de administratie bevoegd voor integraal waterbeheer ingewonnen. De adviesvraag wordt behandeld volgens de bepalingen van de wetgeving ruimtelijke ordening over gelijkaardige niet bindende adviesvragen.
De gemeente kan een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opmaken waarin zij de bestemming verder differentieert of bijkomende voorwaarden oplegt. Op te heffen voorschriften Gewestplan: agrarisch gebied tussen Brechtsebaan, Vertakkingsvaart Turnhout aansluitend op bestaand woongebied met landelijk karakter volgens de begrenzing van dit deelgebied.
Plan 03 - deelgebied 03 - Woongebied met landelijk karakter De Gauw - Brecht A Specifieke beleidsaspecten
Het opheffen van het reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied voor de aanleg van het Duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet impliceert tevens dat eventueel opnieuw in deze strook kan worden gebouwd. Voor een aantal vergunde gebouwen zijn in het verleden problemen bij vergunningsaanvragen ontstaan omwille van de bestemming. Dit geldt voor verschillende bestaande woningen op percelen aansluitend bij het woongebied grenzend aan de De Gauw(thans bosgebied).. De onderliggende bestemming komt aldus niet overeen met de actuele bestaande toestand. Met het opheffen van het reservatiegebied wordt dan ook de bestaande vergunde toestand van deze gebieden bevestigd en gerelateerd aan een afbakening op perceelsniveau. Dit betreft dus enkel de bestaand vergunde toestand. Een uitbreiding van deze gebieden met is niet voorzien. Indien nodig dient deze materie binnen andere planningsprocessen (bv. gemeentelijke structuurplanningsprocessen) worden bekeken. B Bestaande feitelijke en juridische toestand
Kaart 03-3.1 Bestaande feitelijke toestand: bestaande percelering Kaart 03-3.2 Bestaande feitelijke toestand : topografische kaart Kaart 03-3.3 Bestaande feitelijke toestand : luchtfoto Kaart 03-3.4 Bestaande juridische toestand : huidig gewestplan Kaart 03-3.5 Bestaande juridische toestand: verkavelingen en contouren BPA's Kaart 03-3.6 Bestaande juridische toestand: andere plannen
Voor de acht percelen van het bosgebied te Brecht werd in het verleden een bouwaanvraag geweigerd en negatieve stedenbouwkundige attesten verstrekt omwille van de ligging in het reservatiegebied voor het Duwvaartkanaal en een bufferzone die oorspronkelijk was voorzien ten behoeve van de aanleg van het Duwvaartkanaal, en nu dus achterhaald is. Op 1 oktober 2001 weigerde het college een bouwvergunning voor het perceel met kadastrale omschrijving sectie B nr. 232V (afd. 5). De woningen langs de Gauw zijn voor een deel reeds opgericht vóór de goedkeuring van het gewestplan. C Bestaande ruimtelijke structuur en begrenzing van het gebied
Deze komt overeen met de perceelgrenzen van de reeds bebouwde gebieden, nl. enkele woonpercelen langs de Gauw, te Brecht. D Visie, doelstellingen en ruimtelijke concepten
De gebieden worden bestemd in aansluiting met de naastgelegen bestemming: landelijk woongebied. E Maatregelen ter realisatie
Geen. F Essentiële aspecten te vertalen naar stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 6 woongebied met een landelijk karakter
Toelichting bij verordenende voorschriften De bestaande toestand wordt bevestigd. Het gebied wordt bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Bij de oprichting van gebouwen, inrichtingen of voorzieningen is de aanleg van een gescheiden rioleringssysteem en het inwinnen van advies administratie bevoegd voor integraal waterbeheer verplicht. De gemeente kan een gemeentelijk plan opmaken waarin zij de bestemming verder differentieert. verordenende stedenbouwkundige voorschriften Dit gebied is bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Inrichtingen bestemd voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf – met inbegrip van de para-agrarische bedrijven – zijn slechts toelaatbaar zijn voorzover zij niet wegens de taken van bedrijf die zij uitvoeren moeten worden afgezonderd in een daartoe aangewezen gebied, en voorzover zij verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Bij de aanleg van het terrein moet het waterbergend vermogen van het gebied zoveel mogelijk worden behouden en het overstromingsrisico worden beperkt. Over de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning wordt het advies van de administratie bevoegd voor integraal waterbeheer ingewonnen. De adviesvraag wordt behandeld volgens de bepalingen van de wetgeving ruimtelijke ordening over gelijkaardige niet bindende adviesvragen.
De gemeente kan een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opmaken waarin zij de bestemming verder differentieert of bijkomende voorwaarden oplegt. Op te heffen voorschriften
Gewestplan Turnhout: bosgebied tussen De Gauw, aansluitend op bestaand woongebied en bosgebied volgens de begrenzing van dit deelgebied.
voetnoten 1 Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van deruimtelijke ordening (B.S. 08.06.99) en latere wijzigingen. 2 Het Duwvaartkanaal wordt ook wel het Schelde-Rijnkanaal (verbindingskanaal Oelegem-Zandvliet) genoemd. 3 De kostprijsraming voor deze modernisering wordt geraamd op 87 miljoen euro (zonder onteigeningen). Deze kostprijs gaat uit van het wegwerken van de grootste knelpunten, met name de verbreding ter plaatse van de verschillende nauwe brugdoorgangen. Hierin zijn de kosten voor onteigeningen, bodemsaneringen en verplaatsingen van nutsleidingen niet inbegrepen. Deze kosten worden geraamd op 1,4 miljard BEF. 4 Uit het document “Masterplan”, nota horende bij de beslissing van de Vlaamse regering van 15.12.00 mbt. het Masterplan Antwerpen-projecten-alternatieve financiering. |