ARTIKEL 1 ZONE VOOR WONINGEN | |
Algemeen ordeningsvoorschrift
Deze zone wordt gekenmerkt door in hoofdzaak eengezinshuizen en kleine meergezinshuizen met 1 en 2 bovenverdiepingen. In de eenheidsbebouwing van de “Ideale Woning” (= alle bestaande gegroepeerde eengezinshuizen ten oosten van Steerveldstraat, Karthuizenstraat en Valaardreef) zijn er uitbreidingsmogelijkheden voorzien, echter in harmonie met de architecturale eenheid van de bestaande bebouwing. 1.01. BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN a) Hoofdbestemming Onbeperkt toegelaten: wonen: eengezinshuizen, meergezinshuizen b) Nevenbestemmingen uitgesloten in de bestaande eenheidsbebouwing Nevenbestemmingen die op buurtniveau, omwille van hun specifieke en frequente relatie tot het publiek, noodzakelijkerwijze en eng verbonden zijn met de woonfunctie en hiervoor geen abnormale hinder veroorzaken.
c) Afwijkingsregel op grond van de bestaande toestand
1.02. BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN 1 Profielen a) bestaande eenheidsbebouwing
b) overige
2 Welstand van de gebouwen A. Bedaking 1. Dakvorm: zie art. 1.02.1 (profielen)
2. Dakkapellen, dakvensters, dakterrassen.
Op 0,40m uit de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak op minstens 1,00m afstand van het midden der scheidsmuren, van de vrijstaande zijgevels of van de hoekkepers.
In alle dakvlakken zijn in het dagvlak liggende dakramen toegelaten op een afstand van minimum 0,40m uit de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak en op minstens 1,00m afstand van het midden der scheidsmuren, van de vrijstaande zijgevels of van de hoekkepers. 3. Dakterrassen
Dakterrassen, zichtbaar vanaf de openbare weg, het openbaar domein of de voor het publiek toegankelijke plaatsen, zijn toegelaten indien zij geïntegreerd zijn binnen het volume van de dakvorm, zodanig dat de borstwering wordt gevormd door de voortzetting van de schuine dakvorm. Zij mogen worden geconstrueerd op minimum 0,40m uit de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak en op minstens 1,00m afstand van het midden der scheidsmuren, van de vrijstaande zijgevels of van de hoekkepers.
Dakterrassen zijn bij platte daken slechts toegelaten ter hoogte van het vloerpeil der bovenverdiepingen, mits in achtneming van de bepalingen van het burgerlijk wetboek. Dakterrassen ter hoogte van de bovenste verdieping zijn eveneens toegelaten, indien zij geconstrueerd zijn binnen het volume van het maximumprofiel, in vervanging van de bovenste verdieping, doch met dien verstand dat de voorgevel gerealiseerd wordt, in voorkomend geval, tot op de hoogte van het naastliggend gebouw. Een borstwering van minimum 1,00m hoogte bevindt zich op minimum 1,00m achter de voorgevel. 4. Bedekking der schuine daken De dakbedekkingen moeten inzake kleur in harmonie zijn met deze der bebouwde omgeving en inzonderheid met deze der naastliggende gebouwen. Zij zal bestaan uit: ofwel, niet – verglaasde pannen of daktegels met een rode tot bruin – rode of een donkergrijze tot zwarte kleur ofwel (rechthoekige) leien met een donkergrijze tot zwarte kleur, in horizontale rijen geplaatst. 5. Schoorstenen Bij schuine daken der hoofdgebouwen worden de schouwen te paard op de noklijn geplaatst. Zij worden uitgevoerd in dezelfde of evenwaardige gevelsteen als de voorgevel. 6. Afwijkingsregel op grond van de bestaande toestand Voor zover zij de dominerende karakteristieken van de schuine bedaking niet in het gedrang brengen wat betreft vorm en kleur, kunnen in het dakvlak liggende constructies toegelaten worden met het oog op het winnen van energie. Bij aansluiting aan bestaande gebouwen kan afwijking worden verleend aan de voorgaande bepalingen voor wat betreft de aard, vorm en kleur van de dakbedekkingsmaterialen en wat betreft de dakhelling, doch enkel op voorwaarde dat de eventuele afwijking een kwalitatieve verbetering van de woonomgeving betekent. B. Gevels en muren 1. Gevelgeleding en gevelopbouw Voor alle gevels zichtbaar vanaf de openbare weg, het openbaar domein en vanaf de voor het publiek toegankelijke plaatsen, geldt het volgende:
2. Balkons, loggia's en vaste uitsprongen
3. Gevelmaterialen Voor alle gevels: Gevelsteen: Gebakken gevelsteen waarvan de kleur in harmonie is met de kleursfeer van het straatbeeld Verglaasde gevelsteen is slechts toegelaten als decoratief element in de gevelopbouw. Betonblokjes worden toegelaten indien het voegwerk niet geaccentueerd wordt en in dezelfde kleur van de steen wordt uitgevoerd.
Natuursteen: Parementen in natuursteen moeten uitgevoerd worden in rechthoekig verband.
Beton- en metaalconstructies: Zichtbaar blijvende onderdelen van beton- en /of metaalconstructies dienen behandeld of geschilderd te worden in een kleur die harmonieert met de omgeving. Betonconstructies mogen echter hun natuurkleur behouden.
Prefab- en kunststofmaterialen: Geprefabriceerde bouwelementen en bouwonderdelen en/of bouwmaterialen in kunststof zijn toegelaten voor zover ze duurzaam zijn en wat vorm en kleur betreft, in harmonie zijn met de omgeving. Bouwonderdelen en/of bouwmaterialen in kunststof zijn enkel toegelaten als vulmateriaal in de gevelconstructie tot een maximum van 15% van de geveloppervlakte.
Snelbouwsteen: Het gebruik van zichtbaar verwerkte snelbouwsteen is verboden.
Bepleistering en schildering: toegelaten, inzoverre dat de eenheid van het bouwblok niet geschaad wordt. Vrijstaande gebouwen: steeds toegelaten.
4. Afwerking van vrijblijvende, vanaf de openbare weg zichtbare gedeelten van scheidsmuren Afwerking met:
5. Afsluitingen aan de openbare weg (andere dan voortuinafsluitingen) Onbebouwde percelen of gedeelten van percelen, zoals binnenplaatsen en tuinen, palend aan de openbare weg, worden op de rooilijn of op de bouwlijn afgesloten met:
6. Reclame: zie bouwcode 7. Afwijkingsregel op grond van de bestaande toestand Bij aansluiting aan bestaande gebouwen kan afwijking worden verleend aan de voorgaande bepalingen voor wat betreft de aard, vorm en kleur van de gevelmaterialen, doch enkel op voorwaarde dat de eventuele afwijking een kwalitatieve verbetering van de woonomgeving betekent.
|