A. Algemene voorschriften:
-
Binnen de grenzen van het perceel waarop een gebouw wordt opgericht of verbouwd en binnen de bouwstrook of op een daartoe overeenkomstig de stedenbouwkundige voorschriften specifiek bestemde plaats dient tegelijkertijd een parkeerruimte en/of laad- en losplaats te worden aangelegd met een stallingscapaciteit of grootte zoals hierna bepaald onder C. Om in aanmerking te komen moet de parkeerruimte beantwoorden aan D hierna.
-
Indien het niet mogelijk of niet wenselijk is de vereiste parkeerruimte geheel of gedeeltelijk op het bouwperceel te voorzien, kan , door het College van burgemeester en schepenen vergunning worden verleend om de parkeerruimte aan te leggen op een perceel of te voorzien in een gebouw dat gelegen is of zich bevindt in een straal van vierhonderd meter, gemeten vanaf de grenzen van het bouwperceel, en eigendom van de aanvrager of de verlener van het bouwrecht.
-
Indien de vereiste parkeerruimte, zoals bepaald onder de punten A1 en A2 hierboven, geheel of gedeeltelijk niet kan of mag worden aangelegd zal door de aanvrager een belasting of compensatoire vergoeding aan het gemeentebestuur moeten worden betaald naar rato van de ontbrekende parkeerruimte, zoals vastgesteld door de gemeenteraad en goedgekeurd door de hogere overheid.
-
Voor de toepassing van het voorschrift vermeld onder A2 dient ermee rekening te worden gehouden dat een parkeerruimte slechts in aanmerking kan worden genomen voor zover zij nog niet werd geteld om te voldoen aan de verplichting voor een ander gebouw.
Daarenboven moet die parkeerruimte aangelegd zijn of ingericht in een gebouw overeenkomstig een bouwvergunning die na 11 november 1964 is afgegeven of een vergunning conform art. 6.1.2. i), van de bouw- en woningverordening.
B. Gegevens te verstrekken door de aanvrager
-
elke bouwaanvraag moet worden aangevuld met een berekeningsnota waaruit blijkt dat aan de vereiste stallingscapaciteit in verband met het bouwwerk is voldaan.
-
op het grondplan dat bij een bouwaanvraag is gevoegd moeten de parkeervakken aangeduid zijn d.m.v.rechthoekjes die voldoen aan de onder F hierna bepaalde minimale afmetingen
Op dat grondplan moeten ook de toegangen met hun afmetingen duidelijk worden getekend.
-
Indien de parkeerruimte buiten het bouwperceel is voorzien moet bij de aanvraag een kadasteruittreksel of geregistreerde eigendomstitel worden gevoegd van het perceel waarop de parkeerruimte is voorzien.
-
indien het perceel waarop de parkeerruimte zal worden aangelegd op het grondgebied van een andere gemeente ligt dan die waarop het hoofdgebouw wordt gebouwd, dient door de aanvrager een attest bij het dossier te worden gevoegd, afgegeven door het betrokken gemeentebestuur, waarbij bevestigd wordt enerzijds dat de grond nog niet als parkeerplaats is aangewend voor een ander gebouw en anderzijds dat er vanwege het gemeentebestuur geen bezwaar bestaat tegen het aanleggen van het terrein als parkeerruimte.
-
indien de bouwaanvraag betrekking heeft op verbouwingswerken moet uit de aanvraag de bestaande toestand blijken wat de bestaande bestemmingen en hun oppervlakte betreft
C. Bepalingen van de vereiste stallingscapaciteit
1. Vloeroppervlakte: berekeningswijze
-
De vloeroppervlakte wordt buitenwerks gemeten tussen de buitenwanden van de gevelmuren van alle ruimten die kunnen worden afgesloten zonder rekening te houden met de onderbrekingen door scheidingsmuren of verticale dienstwegen.
-
De vloeren van de lokalen die zich beneden het gelijkvloers bevinden worden evenwel niet meegerekend. Alleen de vloeren met een binnenwerks gemeten vrije hoogte van tenminste 2,20m worden meegerekend.
2. Nieuwbouw, verbouwing, gebruikswijziging
De normen uit 85.3 gelden:
-
Bij gebruikswijziging zonder verbouwing: voor het gedeelte waarvan de bestemming wordt gewijzigd dient de norm w.b. de nieuwe bestemming toegepast..
-
De gebruikswijziging van overeenkomstig onderhavige voorschriften aangelegde parkeerruimte kan alleen mits voorafgaande compensatie w.b. de ontbrekende stallingsplaatsen overeenkomstig art. A1 tot en met A3.
-
Voor verbouwing, uitbreiding of nieuwbouw gepaard gaand met gehele of gedeeltelijke afbraak, waarbij de toestand vóór de ingreep duidelijk kan vastgesteld worden op het ogenblik van de aanvraag:
-
zonder bestemmingswijziging: alleen voor bijkomende woningen of schijven als bedoeld in D hierna.
-
met bestemmingswijziging: alleen voor het gedeelte waarvan de bestemming wordt gewijzigd plus de eventuele uitbreiding van dit gedeelte.
-
In alle andere gevallen: in hun geheel
D. Normen:
De eerste kolom geeft aard of bestemming aan, de tweede het aantal vereiste stallingsplaatsen en laad- en losplaatsen.
woningen
|
1 per woning, vrijstelling: voor de eerste woning of de onderste woonlaag per perceel.
|
winkels, cafés, restaurants, hypermarkten, superbazaars, supermarkten, winkelgalerijen, exporuimten
|
0-100m² vloeroppervlakte: geen
100 – 1000m²: 1 per schijf van 100m²
gedeelte boven 1000m² (*): 1 per bijkomende schijf van 10 m² + eigen laad- en losplaats op eigen terrein per schijf van 1000m²
|
werkplaatsen, ambachtelijke bedrijven, fabrieken, kleinnijverheid, garagebedrijven, groothandelszaken
|
0 – 100m² vloeroppervlakte: geen
100 – 1000m²: 1 per schijf van 100m²
meer dan 1000m²(*): idem + 1 laad- en losplaats op eigen terrein per schijf van 1000m²
|
Kantoren
|
0 – 100m² vloeroppervlakte: geen
100 – 1000m²: 1 per schijf van 100m²
gedeelte boven 1000m²(*): 1 per bijkomende schijf van 50m²
|
Bioscopen, concertzalen, schouwburgen, vergaderzalen
|
1 per 10 zitplaatsen
|
Inrichtingen voor sport en recreatie
|
1 per 10 toeschouwers + sportbeoefenaars (maximale capaciteit)
|
Hotel of collectieve woning (studentenkamers, pension, seniorie,…)
|
1 per 3 kamers
|
Klinieken of bejaardentehuizen
|
1 per 4 bedden
|
Onderwijsinrichtingen
|
1 per klas
|
(*) 1000m²: er dient uitgegaan van de totale omvang van de inrichting.
|
E. Afwijkingen
-
Afwijkingen van bovenstaande normen kunnen alleen worden toegestaan voor gebouwen die als monument gerangschikt zijn of gelegen zijn in een beschermd landschap, in een herwaarderingsgebied of een gebied dat overeenkomstig de bepalingen van het gewestplan een culturele, historische of wetenschappelijke waarde heeft.
-
Op verzoek van de aanvrager kan, bij industriële of ambachtelijke gebouwen, de berekening van de vereiste parkeerruimte naar rato van 1 parkeerplaats per 5 tewerkgestelde personen wanneer een nieuw gebouw wordt opgericht en per 5 supplementaire tewerkgestelde personen wanneer een bestaande inrichting wordt verbouwd.
F. Afmetingen en toegankelijkheid van parkeerplaatsen en laad- en losplaatsen
1. Minimale afmetingen van stallingsplaatsen, laad- en losplaatsen en hun toegangen
Opdat een stallingsplaats in aanmerking zou kunnen worden genomen bij de berekening van de stallingscapaciteit moeten de afmetingen overeenstemmen met de minima aangegeven op fig.1 en 2 Ook de toegangswegen moeten de op deze figuren worden aangegeven minimumafmetingen hebben.
De op deze figuren tussen haakjes vermelde alternatieven mogen slechts samen worden toegepast als volgt: bij een kleinere breedte van de toegangsweg hoort een grote breedte van de stallingsplaats.
Opdat een laad- en losplaats in aanmerking zou kunnen worden genomen moet ze min. 4 bij 15m meten, rechtstreeks toegankelijk zijn vanaf de openbare weg voor vrachtwagens waarvan de lengte met die van de laad- en losplaats correspondeert.
2. Toegankelijkheid van de stallingsplaats
Elke parkeerplaats moet aan de toegangsweg grenzen. Bij wijze van uitzondering is het evenwel toegelaten bij woon- en kantoorgebouwen parkeerplaatsen te voorzien die slechts kunnen worden ingenomen na eventuele verplaatsing van één ander autovoertuig.
3. In- en uitritten
-
Op de rooilijn mag de gezamenlijke breedte van in- en uitritten naar garages, parkeerplaatsen en laad- en losplaatsen niet meer bedragen dan 1/3 van de perceelsbreedte op die rooilijn gemeten, met een maximum van 2 in- en/of uitriten van elk 4m per perceel, tenzij de perceelsbreedte dit niet toelaat
-
De helling van een op- of afrit mag over een afstand van 5m, gemeten vanaf de rooilijn, niet meer dan 4% bedragen.
fig. 1 Parkeerruimten en toegangen: vakken 90° en 60°
![i_BPA_11002_224_80005_00006_100014.png [image]](i_BPA_11002_224_80005_00006_100014.png)
![i_BPA_11002_224_80005_00006_100015.png [image]](i_BPA_11002_224_80005_00006_100015.png)
fig. 2 Parkeerruimten en toegangen: vakken 45° en 30°
![i_BPA_11002_224_80005_00006_100016.png [image]](i_BPA_11002_224_80005_00006_100016.png)
![i_BPA_11002_224_80005_00006_100017.png [image]](i_BPA_11002_224_80005_00006_100017.png)
|