1.- ALGEMEEN ORDENINGSVOORSCHRIFT
De bebouwing zal geschieden volgens een stedenbouwkundig totaalontwerp.
Inzonderheid wanneer dit totaalontwerp in meerdere fasen en/of meerdere bouwpercelen wordt gerealiseerd door verschillende bouwheren en architecten, zal er naar gestreefd worden om, in verscheidenheid, toch een harmonische architecturale totaliteit te doen ontstaan, bij voorkeur door het aanwenden van eenvoudige vormen en sobere materialen. In deze totale samenhang dient evenwel de herkenbaarheid van de eigen woning duidelijk aanwezig te zijn. Bij een vermenging van meergezinswoningen en eengezinswoningen dient de privacy der private tuinen bij de eengezinswoningen te worden gevrijwaard tegen inkijk vanaf het openbaar domein en vanuit woningen of bovenverdiepingen.
2.- BEBOUWINGSWIJZE
Vrij ingeplant volgens een totaalontwerp.
3.- BEBOUWINGSDICHTHEID
a) Verhouding vloer/terrein: V/T = maximum 1,5.
In deze verhouding is V: de som van alle vloeroppervlakten der hoofd- en bijgebouwen, buitenwerks gemeten. De ondergrondse vloeroppervlakten worden niet meegerekend.
In deze verhouding is T: de netto perceelsoppervlakte, na aftrek van de openbare wegenis en/of openbaar domein.
b) Bezettingscoëfficiënt:
-
Bovengrondse gebouwen: maximum 50% van de perceeloppervlakte mag worden bebouwd.
-
Onverminderd deze verhouding, kunnen op iedere plaats van het perceel met inbegrip van de vrije ruimten, ondergrondse constructies worden toegelaten tot maximum 75% van de perceeloppervlakte. Deze ondergrondse constructies hebben een hoogte van maximum 1,20m boven het grondoppervlak met inbegrip van een laag teelaarde van minimum 50cm dikte.
4.- VRIJE RUIMTEN
5.- PLAATSING VAN DE GEBOUWEN
a) Minimumafstand t.o.v. de perceelgrenzen.
T.o.v. zij- en achtergrenzen: binnen een gabarit van 45° vertrekkend op de perceelgrens.
b) Minimumafstanden t.o.v. de rooilijnen.
-
Gebouwen met een bouwhoogte tot max. 9,00m: op minimum 6,00m achter de rooilijn.
-
Grotere bouwhoogte: binnen een gabarit van 45° vertrekkend op 3,00m boven de rooilijn.
c) Minimumafstand t.o.v. de bestaande bebouwing.
T.o.v. de zijgevels:
Op minimum 3,00m afstand van de perceelgrens en binnen een gabarit van 45° vertrekkend op de hoogte van het aanpalend hoofdgebouw.
T.o.v. de achtergevels:
De afstand tussen de achtergevels is gelijk aan of groter dan 2x de hoogte van het hoogste gebouw, met een minimum van 20,00m.
d) Minimumafstanden tussen de gebouwen onderling (meerdere gebouwen of eenzelfde perceel).
-
Afstand tussen twee evenwijdige, tegenover elkaar staande langsgevels: ten minste tweemaal de hoogte van het hoogste gebouw, met een minimum van 20,00m.
-
Afstand tussen een langsgevel en een kopgevel: ten minste tweemal de hoogte van het hoogste gebouw
-
Afstand tussen twee kopgevels:
-
Bij een bouwhoogte > 6,00m: ten minste tweemaal de hoogte van het hoogste gebouw.
-
Bij een bouwhoogte < 6,00m: minimum 6,00m.
-
Indien aan de kopgevels in hoofdzaak géén daglokalen gelegen zijn, is de afstand tussen de kopgevels minstens gelijk aan de hoogte van het hoogste gebouw.
e) Afwijkingen
-
Voorgaande voorschriften betreffende de gevelafstanden vormen geen beletsel voor het inrichten binnen de bouwwerken of gedeelten van bouwwerken, van open doorgangen, binnenplaatsen of area’s voor zover deze slechts voorzien in de verlichting of verluchting van lokalen die wegens hun omvang, hun inrichting of hun uitrusting, niet voor bewoning bestemd of geschikt zijn.
-
Afwijking aan de voorgeschreven afstanden tussen de gebouwen is eveneens mogelijk voor gebouwen of delen van gebouwen die, ofwel door hun inwendige indeling of door hun aard, geen bezonning of natuurlijke verlichting op een of meer gevels behoeven en tevens geen hinder vormen voor de bezonning der overige gebouwen.
6.- AFMETINGEN VAN DE GEBOUWEN
Bouwhoogte
Gemeten vanaf het trottoirniveau tot bovenkant van kroonlijst of deksteen:
minimum: 3,00m (benedenverdieping en één bovenverdieping)
maximum: 18,00m (benedenverdieping en maximum 2 bovenverdiepingen)
Nokhoogte
In geval van schuine bedaking:
minimum: 4,50m boven de kroonlijsthoogte (dakbasis minimum 9,00m)
7.- WELSTAND VAN DE GEBOUWEN
A. Bedaking
1. Dakvorm:
Vrij, binnen een gabarit van 45°, vertrekkend op het snijpunt van het gevelvlak met de horizontale ter hoogte van de kroonlijst.
2. Gevels en muren.
Dezelfde voorschriften gelden als voor “zone A voor woningen”.
|