5) Afsluitingen aan de openbare weg (andere dan voortuinafsluitingen)

  1. Onbebouwde percelen of gedeelten van percelen, zoals binnenplaatsen en tuinen, palend aan de openbare weg, worden op de rooilijn of op de bouwlijn afgesloten met:

  • muren in baksteenmetselwerk met een hoogte van minimum 1,20 en maximum 2,00m, afgedekt met muurkappen, dekstenen of ezelsrug.

  • Het materiaalgebruik dient in overeenstemming te zijn met de materialen van de voorgevel.

  • metalen hekken met hoogte van minimum 1,20m en maximum 2,00m, voor zover zij tegen roestvorming behandeld zijn en naar functie, vorm en kleur in harmonie zijn met de omgeving.

  • houten afsluitingen gevormd door palissaden e.d. met een hoogte van minimum 1,20m en maximum 2,00m, voor zover het hout verduurzaamd is in vacuüm en onder druk.

  • Levende hagen met een maximum hoogte van 2,00m versterkt met palen en draad.

  • Hagen gevormd door coniferen zijn niet toegelaten.

  • Betonpalen en draadwerk, eventueel voorzien van één betonplaat tot op maximum 0,30m boven het grondpeil.

  • Muren bestaande uit betonpalen en meerdere betonplaten boven elkaar zijn verboden.

  • Voorgaande afsluitingen zijn eveneens van toepassing op:

  • Braakliggende gronden die na de inwerkingtreding van deze voorschriften reeds 2 jaar of meer onbebouwd zijn gebleven en waarvoor geen verkavelingsvergunning werd afgeleverd.

  • Gronden die na afbraak van gebouwen vrijkomen en niet onmiddellijk terug bebouwd worden.

  1. Voorgaande afsluitingen zijn eveneens van toepassing op:

    • Braakliggende gronden die na de inwerkingtreding van deze voorschriften reeds 2 jaar of meer onbebouwd zijn gebleven en waarvoor geen verkavelingsvergunning werd afgeleverd.

    • Gronden die na afbraak van gebouwen vrijkomen en niet onmiddellijk terug bebouwd worden.