5.1.3 WELSTAND VAN DE GEBOUWEN

        1. Dakvorm

          De dakvorm is vrij, voor zover er rekening wordt gehouden met de omliggende bebouwing en de volgende bepalingen:

  1. bij een plat dak is de maximum kroonlijsthoogte 14m;

  2. bij een schuin dak is de maximum nokhoogte 15m

  3.  

          1. Materialen

            In principe zijn alle gebruikte materialen af te stemmen in schaal, kleur en structuur op deze van de omringende bebouwing. Hoofd- en bijgebouwen dienen te worden opgericht in duurzame materialen.

     

    1. gevels:
      in gevelmaterialen

    2. bedekking van schuine daken

      • pannen, natuurlijke en kunstmatige leien

      • cementgebonden geprofileerde vezelplaten, glas

      • geen materialen in banen met uitzondering van koper, zink en lood

    3. dakkapellen en dakvensters:
      in hout of dezelfde materialen als gebruikt in dak of gevel