4.1.3 WELSTAND VAN DE GEBOUWEN

    1. Dakvorm

      De dakvorm is plat. 60% van de bebouwde oppervlakte mag worden uitgevoerd met een schuin dak met een helling van 85° waarvan de aanzet zich bevindt op minimum 7,00m hoogte. Het profiel wordt begrensd door het maximum toegelaten profiel.

    2. Materialen

      In principe zijn alle gebruikte materialen af te stemmen in schaal, kleur en structuur op deze van de omringende bebouwing. Hoofd- en bijgebouwen dienen te worden opgericht in duurzame materialen.

 

  1. gevels, inbegrepen de erfscheimuren voorbestemd om vrij te blijven:
    in gevelmaterialen

  2. bedekking van schuine daken:

    • pannen, natuurlijke en kunstmatige leien

    • cementgebonden geprofileerde vezelplaten, glas

    • geen materialen in banen met uitzondering van koper, zink en lood

  3. dakkapellen en dakvensters:
    in hout of dezelfde materialen als gebruikt in dak of gevel