ART.6 ZONE VOOR BEBOUWING TYPE VI -STROKENBOUW | |||
Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen. 6.1 Bouwblokken of bouwblokdelen Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken
6.2 Bestemming De zone is bestemd voor het oprichten van ééngezins- of meergezinswoningen, kantoren, handels en horecavestigingen, gemeenschapsvoorzieningen. De nuttige vloeroppervlakte van de eventueel op te richten horecazaken bedraagt hierbij maximaal 200 m2.
Minimum de helft van de bruto vloeroppervlakte moet per pand of perceel een woonbestemming hebben.
Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemmingen zijn de volgende:
Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:
In geval van een functie op het gelijkvloers, anders dan huisvesting, dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke van de straat te bereiken ingang. 6.3 Bepalingen m.b.t. bebouwing 6.3.1 Terreinbezetting Voor deze bouwblokken zal men een niet bebouwde oppervlakte voorzien die minimum 35% van de totale oppervlakte per perceel bedraagt. 6.3.2 Plaatsing van de gebouwen De dwarsvolumes hebben een breedte variërend tussen 8 en 10m. De patio’s (open ruimten) hebben een breedte variërend tussen 17 en 20m. De inpandige langsvolumes hebben een diepte van variërend tussen 8 en 10m en liggen 4 tot 6 m teruggetrokken van de bouwlijn. De bouwlijn aan de lange straatzijde wordt gevormd door de kopse gevels van de dwarsvolumes en eventueel een tuinmuur die ze verbindt en inzake uitwerking en materiaal deel uitmaakt van de gevel. Deze tuinmuur is max. 4m hoog. De dwarsvolumes kunnen aan de kade max. 4m uitkragen boven de openbare ruimte, de vrije hoogte onder de uitkraging is min. 4m. Afwijkingen op de hogerbeschreven bematingen kunnen worden gerealiseerd tot 20%, in min of meerwaarde, in zoverre de vooropgestelde verhoudingen worden gerespecteerd. Behalve voor de uitkragingen over de openbare ruimte, langs de dokrandzijde. De voorgevelfronten worden opgericht op de rooilijn zodanig dat een gelijkvormige straatwand verkregen wordt.
figuur 1 principeschets - inplanting
6.3.3 Afmetingen van de gebouwen Bouwhoogte De maximale bouwhoogte is beperkt tot 6 bouwlagen en variërend tussen 18 en 22m; behalve voor de inpandige volumes aan de straatzijde, deze hebben 4 bouwlagen (tussen 12 en 16m) als maximale bouwhoogte. Bouwdiepte Maximaal de volledige diepte van het perceel binnen de geldende bestemmingszone zoals aangeduid op het bestemmingsplan . De niet bebouwde delen van de zone worden aangelegd als tuin of verhard in functie van de aanleg van terrassen, toegangen of parkeerruimte. De inpandige open ruimten zijn ‘groen’ van karakter. 6.3.4 Welstand Dakvorm Materialen Als dakbedekkings- en gevelmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten. De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn. 6.3.5 Bepalingen m.b.t. parkeren Het parkeren wordt volledig ondergronds georganiseerd. De diepte van de ondergrondse parkeergarages moet aanplanting van hoogstammige bomen mogelijk maken in deze niet bebouwde zone. Deze inpandige open ruimten zijn 'groen' van karakter.
|