Memorie van toelichting behorende bij het Bijzonder Plan van Aanleg "Antwerpen-Zuid, binnen de leien"
Onderhavig B.P.A. "Antwerpen-Zuid, binnen de leien", sluit aan bij het B.P.A. "Antwerpen-Binnenstad" (K.B. 25 maart 1980) en werd in dezelfde zin opgemaakt.
in dit B.P.A. werden de B.P.A.'s opgenomen waarvoor bij K.B. een machtiging tot wijziging werd bekomen. Het betreft de B.P.A.'s nrs. 70 en 76, die dus niet meer als afzonderlijk B.P.A. bestaan.
Voor de toepassing van de stedenbouwkundige voorschriften, behorende bij dit B.P.A., wordt verstaan onder :
- woningen : de één- en meergezinshuizen, evenals de tehuizen voor kinderen, bejaarden, mindervaliden, kloostergemeenschappen en andere collectieve woningen;
- gemeenschapsuitrusting : alle gebouwen van openbare diensten en instellingen van openbaar nut zoals burelen voor Stad, Provincie en Staat, scholen, kerken, klinieken, gebouwen van O.C.M.W., R.T.T. en maatschappijen voor energievoorziening, socio-culturele voorzieningen zoals musea, schouwburgen, concertzalen, tentoonstellingszalen, buurthuizen en wijkcentra, gebouwen voor erediensten;
- kleinwinkelbedrijven in woonzones : handelsvestigingen ten behoeve van de buurtverzorging. Met detailvestigingen worden gelijkgesteld : depots voor het wassen, reinigen en verven van linnen en kledingsstukken, wassalons, kapperssalons, apotheken, begrafenisondernemingen met uitzondering van funeraria, schoonheidsinstituten, manicuur- en pedicuursalons, loketdiensten van de post, bank, makelaar en dergelijke;
- verzorgende bedrijven op buurtniveau in woonzone : de werkhuizen en opslagplaatsen die horen bij de woongebieden, zonder dat zij onaanvaardbare hinder voor de bewoners veroorzaken.
Onder verzorgende bedrijven en opslagplaatsen worden begrepen:
-
bedrijven zoals :
-
bereiding van vleesproducten, -conserven en bijproducten voor verbruik bestemd;
-
het inleggen van vis en de bereiding ervan;
-
bereiding van producten voor brood- en banketbakkerij, alsook het bakken van brood, beschuiten, biscuits, koeken, taarten, gebakjes, het aanmaken van roomijs, suikergoed;
-
werkplaatsen zoals :
-
werkplaatsen voor maat- en confectiekleding;
-
werkplaatsen voor het hermazen, wassen en verven van kledingsstukken en andere stoffen;
-
schoenmakerijen;
-
drukkerijen en andere grafische nijverheden, uitgeversbedrijven;
-
werkplaatsen voor graveerkunst;
-
herstelplaatsen voor motorvoertuigen, motorrijwielen, rijwielen en bromfietsen;
-
ateliers voor kunstenaars, beeldhouwers, schilders, fotografen;
-
werkplaatsen voor houtbewerking, meubelmakerijen, fabricatie
-
van kaders en lijsten;
-
smederijen;
-
opslagplaatsen zoals :
-
opslagplaatsen voor klein- en groothandel, met uitzondering voor gevaarlijke scheikundige stoffen, buskruit, springstoffen, oud ijzer en schroot, autowrakken;
-
opslagplaatsen en magazijnen voor meubelbewaring, safediensten;
-
opslagplaatsen voor verhuren van kledingsstukken.
De oppervlakte, zowel voor het bebouwde gedeelte, als voor eventuele niet-bebouwde gedeelten mag gezamenlijk niet meer dan 200 m² bedragen. Het College van Burgemeester en Schepenen kan, waar de goede stedenbouwkundige aanleg zulks vereist, van de hiervoor vermelde beschikkingen afwijken.
-
niet-hinderlijke bedrijven : opslagplaatsen en magazijnen, alsook bedrijven, garages en werkplaatsen, die wegens hun aard en wegens het zwaarder verkeer dat zij aantrekken niet in de binnenstad thuishoren, maar die omwille van hun functie en schaal in een stedelijke omgeving thuishoren;
-
harmonie : samenwerking of verband van een aantal zaken tot een welgeordend en aangenaam aandoend geheel, overeenstemming, het aangepast zijn van elementen aan elkaar en aan hun milieu, de harmonie der onderdelen van een bouwwerk, overeenstemming, bevredigende samenvoeging;
-
straatbeeld: het uitzicht op het geheel van de gebouwde omgeving die de begrenzing vormt van een publieke open ruimte, hetzij straat of plein. De uitzicht-begrenzende bebouwing van een dwarsstraat of aanpalend plein behoort normaliter het straatbeeld.
In bijzondere gevallen kan het noodzakelijk zijn om het begrip straatbeeld te beperken tot een gedeelte van een straat of plein.
Het kan nochtans nooit enger geïnterpreteerd worden dan het aaneengesloten bouwvolume van één straat- of pleinzijde van hoek tot hoek.
Buitenwerks gemeten vloeroppervlakte van alle bovengrondse verdiepingen, benedenverdiepingen wel, zolderingen niet inbegrepen / Terreinoppervlakte van het bouwperceel
-
inpandige breedte van een bouwblok : de plaatselijke inpandige breedte van een bouwblok is gelijk aan de som van de afstanden tussen de normaal geachte achtergevellijnen van de hoofdgebouwen, telkens haakrecht op de rooilijn gemeten tot de middellijn of bissectrice van de wel of niet evenwijdig aan elkaar gelegen rooilijnen.
-
normaal geachte achtergevellijn : de normaal geachte achtergevellijn is de uiterste lijn die gevormd wordt door de achtergevels van de hoofdgebouwen die per straatzijde of per gedeelte van de straatzijde een harmonische samenhang vertonen, zonder dat daarbij bestaande gebouwdiepten, die de bewoonbaarheid van het bouwblok in het gedrang brengen, in aanmerking genomen worden.
Voor de Britselei en de Amerikalei werden de maximum bouwhoogten afzonderlijk vastgelegd. De harmonieregel kan hier moeilijk toegepast worden gezien het grote contrast in de bebouwing. Het aantal bouwlagen werd berekend door per straatgedeelte het gemiddelde van de huidige kroonlijsthoogten te delen door hedendaagse verdiepingshoogten (3m).
|